Ter herinnering, had de ministerraad van 27 november 2009 de manier vastgelegd waarop de kosten van het persoonlijk gebruik van een gsm, die de werkgever ter beschikking stelt, financiert of gedeeltelijk financiert, in aanmerking komen voor de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid. Het voorstel bepaalde in de eerste plaats dat als de werkgever een stelsel hanteert dat het professionele van het persoonlijke gebruik van de GSM kan onderscheiden, die berekening voor de uitsplitsing van de kosten telt. Het privégebruik van de gsm waarvoor de werknemer niet betaalt, wordt beschouwd als loon.
Indien de werkgever geen dergelijk stelsel hanteert, bedraagt het forfait voor de persoonlijke kosten van de werknemer die de gsm gebruikt, 12,50 euro per maand. Op dat forfait waren de gewone werkgevers- en werknemersbijdragen verschuldigd.
Deze maatregel trad normaal ten vroegste op 1 april 2010 in werking.
Maar deze vrijdag 13 maart 2010 heeft Minister Vanhengel bekendgemaakt dat voormeld ontwerp definitief werd ingetrokken.
In feit is het RSZ Koninklijk Besluit uitgesteld tot een volgende ministerraad. Een werkgroep zal dit ondertussen verder onderzoeken. Dit betekent dat er nog geen beslissing is over dat ontwerp van KB en dat voorlopig alles bij de bestaande reglementering blijft.
Het persoonlijk gebruik van een gsm blijft een voordeel in natura onderworpen aan RSZ-bijdragen en aan bedrijfsvoorheffing (op basis van de werkelijke waarde). De waarde van het voordeel mag worden verminderd met de persoonlijke bijdrage van de werknemer.
Zie ook ons artikel van 25 augustus 2010 : Privégebruik van een bedrijfs-gsm : de RSZ deelt zijn spelregels mede !