Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en vervangingsplicht


69298

2015 is een scharnierjaar voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vermits belangrijke wijzigingen op 1 januari 2015 in voege treden (zie ons artikel van 3 november 2014).

Het doel van dit artikel is de stand van zaken te geven betreffende de vervangingsplicht omdat net in 2015 een wijziging is voorzien.

1. Algemeen

Sinds 1 januari 1991 is de werkgever verplicht de werkloze met bedrijfstoeslag te vervangen.

De werkloze met bedrijfstoeslag moet worden vervangen:

  • ofwel door één uitkeringsgerechtigde volledig werkloze die uitkeringen geniet voor alle dagen van de week en van wie  de arbeidsregeling gemiddeld ten minste hetzelfde aantal arbeidsuren – per werkcyclus (= per week of per maand) – bevat als de arbeidsregeling van de werkloze met bedrijfstoeslag die hij vervangt;
  • ofwel door twee uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van wie de totale duur van de arbeidsuren – gemiddeld  gepresteerd per arbeidscyclus door de twee werklozen – tenminste gelijk is aan die van de arbeidsregeling van de werkloze met bedrijfstoeslag.

De werkgever heeft de verplichting de vervanger in dienst te houden gedurende de eerste 36 maanden (3 jaar). De werkgever wordt geacht de vervangingsplicht nagekomen te zijn indien de indienstneming van de vervanger(s) gebeurt tijdens de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand waarin het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag een aanvang neemt.

Op de vervangingsplicht bestaan de volgende uitzonderingen:

  • ondernemingen erkend als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering;
  • bij beslissing van de minister van Werk (in geval van structurele vermindering van het personeelsbestand);
  • bij beslissing van de directeur van het bevoegde werkloosheidsbureau (in geval geen vervanger beschikbaar is).

Bij deze specifieke uitzonderingen komt nog een meer algemene uitzondering. Het betreft de werklozen met bedrijfstoeslag die 60 jaar of ouder zijn bij de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst. Ze moeten niet worden vervangen.

2. Wat verandert op 1 januari 2015 ?

Vanaf 1 januari 2015 wordt die leeftijd op 62 jaar gebracht. Deze wijziging zal van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomsten die effectief eindigen na 31 december 2014 op voorwaarde dat de werknemer op uiterlijk 31 december 2014 geen 60 jaar oud is.

Opgelet: die leeftijdsverhoging is niet van toepassing op de werknemers die het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag genieten op basis van cao nr. 17. Ze geldt slechts voor de regelingen  van werkloosheid met bedrijfstoeslag die afwijken van de algemene leeftijd van 60 jaar (SWT vanaf 58, 57 of 56 jaar).

3. Besluit voor de overeenkomsten die na 31 december 2014 eindigen

Een werknemer die het SWT geniet op basis van cao 17 (want hij vervult de voorwaarden) moet niet worden vervangen.

Een werknemer die een ander type SWT geniet, zal moeten worden vervangen als hij de leeftijd van 62 jaar niet bereikt bij de effectieve beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, behalve indien de werknemer uiterlijk op 31 december 2014 60 jaar oud was.

Mogelijke gevallen:

Type SWT Leeftijd bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst Leeftijd op 31 december 2014 Vervangingsplicht?
Cao 17 Minstens 60 jaar (of 62 jaar) Van geen belang Neen
Andere dan cao 17 Minstens 62 jaar Van geen belang Neen
  Minder dan 62 jaar Minstens 60 jaar Neen
  Minder dan 62 jaar Minder dan 60 jaar Ja