Tijdskrediet in de private sector: recht op onderbrekingsuitkeringen


65584

Een werknemer die tijdskrediet mét uitkeringen wenst op te nemen, moet hiervoor een aanvraag indienen bij de RVA. De behandeling van deze aanvragen wordt licht gewijzigd.

Voorwaarden aanvraag

Zoals reeds eerder vermeld in ons artikel van 04/10/2013, kan een aanvraag ofwel schriftelijk gebeuren via een aangetekende brief ofwel elektronisch via de toepassing “uw dossier online” van de RVA.

Wat is er nieuw?

Het recht op uitkeringen gaat in op de dag aangeduid op de aanvraag om uitkeringen, wanneer alle nodige documenten, behoorlijk en volledig ingevuld, verzonden zijn aan het werkloosheidsbureau, binnen de termijn van twee maanden, die ingaat op de dag na de dag aangeduid in de aanvraag en berekend van datum tot datum.

Wanneer de documenten behoorlijk en volledig ingevuld verzonden worden na die termijn, gaat het recht op uitkeringen slechts in de dag van de verzending ervan.  

Momenteel wordt de aanvraag geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na verzending, maar vanaf 1 maart 2014 moet men kijken naar de datum van verzending en niet langer naar het tijdstip waarop de RVA de documenten ontvangt.  

Beslissing tot uitsluiting of terugvordering: wat verandert hier?

Normaal gezien wordt de werknemer, indien de RVA moet beslissen over een uitsluiting of een terugvordering, opgeroepen. De werknemer moet evenwel in bepaalde situaties niet worden opgeroepen om verhoord te worden zoals bij een pensionering, beëindiging van de arbeidsovereenkomst, werkhervatting, …

Nieuw is dat de werknemer evenmin zal worden gehoord indien aan volgende twee voorwaarden cumulatief is voldaan:

  1. de RVA heeft een niet toegelaten cumulatie vastgesteld met een bijkomende activiteit als loontrekkende;
  2. de werknemer werd schriftelijk in kennis gesteld van deze vaststelling en van de mogelijkheid om binnen de 15 dagen na afgifte ter post van de brief van de RVA schriftelijk verweer te laten geworden  of schriftelijk te vragen om gehoord te worden.

De directeur van de RVA kan afzien van de terugvordering indien:

  • ofwel de onderbrekingsuitkeringen ten onrechte zijn uitbetaald ten gevolge van een juridische of materiële vergissing van het werkloosheidsbureau;
  • ofwel de werknemer die een vereiste aangifte niet heeft gedaan of deze laattijdig heeft gedaan, bewijst dat hij te goeder trouw heeft gehandeld en dat hij recht zou hebben gehad op uitkeringen indien hij tijdig zijn aangifte zou hebben gedaan.

De werknemer kan wel nog steeds zelf vragen om gehoord te worden. 

In werking

Deze nieuwe regels treden in werking vanaf 1 maart 2014.

Bron: Koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot wijziging van het stelsel van tijdskrediet voor wat de private sector betreft, B.S. 14 februari 2014