In een voorgaand artikel van 22.12.2014 hebben wij de nieuwigheden op het vlak van tijdskrediet vanaf 2015 toegelicht zoals voorzien in een ontwerp van koninklijk besluit. Dit koninklijk besluit werd ondertussen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31.12.2014. De nieuwe regels zijn bijgevolg definitief in werking getreden op 01.01.2015 en zijn van toepassing op de eerste aanvragen om onderbrekingsuitkeringen die beginnen na 31.12.2014.
Onder ‘eerste aanvraag’ moet worden verstaan:
• alle aanvragen van werknemers die voor het eerst onderbrekingsuitkeringen vragen;
• alle aanvragen om onderbrekingsuitkeringen die geen ononderbroken verlenging onder dezelfde vorm zijn van een op 31.12.2014 lopende periode van onderbrekingsuitkeringen.
Er werden wel overgangsmaatregelen voorzien met het oog op de verdere toepassing van de oude reglementering.
1. Tijdskrediet zonder motief
Het recht op onderbrekingsuikeringen voor het niet-gemotiveerd tijdskrediet vervalt vanaf 01.01.2015. Er wordt wel voorzien in een overgangsmaatregel: aanvragen voor een niet-gemotiveerd tijdskrediet ingediend bij de werkgever vóór 01.01.2015, ontvangen door de RVA vóór 01.04.2015 en die ingaan vóór 01.07.2015 blijven onder de oude regels vallen (en dus met recht op onderbrekingsuitkeringen).
2. Tijdskrediet met motief
Het recht op onderbrekingsuitkeringen voor volledig, ½ en 1/5 gemotiveerd tijdskrediet wordt opgetrokken tot 48 maanden voor de volgende motieven:
- zorg dragen voor zijn kind tot de leeftijd van 8 jaar;
- verlenen van palliatieve verzorging;
- verzorgen van een zwaar ziek gezins- of familielid;
- zorgen voor zijn gehandicapt kind tot 21 jaar.
Wat het motief “volgen van een opleiding” betreft, werd besloten om het recht op tijdskrediet met uitkeringen niet met 12 maanden op te trekken. Dit recht blijft bijgevolg beperkt tot maximaal 36 maanden.
Als overgangsmaatregel geldt dat aanvragen voor een gemotiveerd tijdskrediet ingediend bij de werkgever vóór 01.01.2015, ontvangen door de RVA vóór 01.04.2015 en die ingaan vóór 01.07.2015 onder de oude regels blijven vallen.
3. Landingsbanen
De belangrijkste wijziging op het vlak van tijdskrediet ligt wellicht in de optrekking van de leeftijd van 55 jaar naar 60 jaar voor de gewone landingsbanen.
Alle werknemers die bijgevolg 60 jaar of ouder zijn hebben zonder maximumduur recht op ½ of 1/5de tijdskrediet met onderbrekingsuitkeringen mits zij een anciënniteit in de onderneming hebben van 24 maanden voorafgaand aan de schriftelijke kennisgeving en dat zij een anciënniteit als werknemer hebben van 25 jaar op het ogenblik van de schriftelijke aanvraag.
Voor de landingsbanen vanaf 50 jaar in geval van zwaar beroep, lange loopbaan of onderneming in moeilijkheden of herstructurering wordt de leeftijdsvereiste ook met 5 jaar opgetrokken voor de aanvragen vanaf 01.01.2015. Voor de aanvragen vanaf 01.01.2016 wordt de leeftijdsvoorwaarde zelfs op 56 jaar gebracht om jaarlijks met één jaar te stijgen. Voor de aanvragen vanaf 01.01.2019 is een leeftijd van 60 jaar vereist. Opgelet: er werd beslist om enerzijds voor de landingsbanen zware beroepen, nachtarbeid, bouw, lange loopbaan en anderzijds voor de ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering een kader-cao in de NAR af te sluiten voor de periode 2015-2016 met een leeftijdsgrens van 55 jaar. Bijgevolg zou men deze stelsels tijdskrediet nog kunnen genieten op de leeftijd van 55 jaar in 2016 in plaats van 56 jaar. Deze kader-cao’s kunnen om de twee jaar worden verlengd en aangepast. Het staat de sectoren (en de ondernemingen in geval van onderneming in moeilijkheden of herstructurering) vrij om al dan niet toe te treden tot deze kader-cao’s. Sectoren (en de ondernemingen in geval van onderneming in moeilijkheden of herstructurering) die niet zullen toetreden tot deze kader-cao’s vallen terug op de algemene regeling zoals voorzien in de uitvoeringsbesluiten.
De vereiste beroepsloopbaan om een landingsbaan lange loopbaan te kunnen genieten, wordt tevens opgetrokken tot 35 jaar.
Er zijn wel een aantal specifieke overgangsmaatregelen voorzien voor de landingsbanen. Blijven onder de oude regels vallen:
- aanvragen voor een landingsbaan vanaf 50 jaar of 55 jaar ingediend bij de werkgever vóór 01.01.2015, ontvangen door de RVA vóór 01.04.2015 en die ingaan vóór 01.07.2015;
- nieuwe aanvragen voor een landingsbaan 50+ van werknemers die reeds onderbrekingsuitkeringen genoten vóór 01.01.2015 in het kader van een landingsbaan 50+ en waarvan het genot van de onderbrekingsuitkeringen tijdelijk werd onderbroken na een periode van voltijdse tewerkstelling, ziekte of thematisch verlof;
- aanvragen voor een landingsbaan vanaf 50 jaar voor ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering indien de betrokken onderneming reeds vóór 9 oktober 2014 werd erkend als een onderneming in moeilijkheden of herstructurering.