Toekenning bedrijfswagen en tankkaart wordt duurder!

Van 
81660

Het is bevestigd. De brandstofkosten die door de werkgever ten laste worden genomen en verbonden zijn met het persoonlijk gebruik van een bedrijfswagen zullen in 2017 zwaarder worden belast.

Zoals we in een artikel van 16.12.2016 aankondigden, bevat de laatste programmawet een luik over de belasting op het ten laste nemen van brandstofkosten (tankkaart of geldelijke tussenkomst) verbonden met  het gebruik van bedrijfswagens.

Deze belasting zal hoger zijn want er is een verhoging van de verworpen uitgaven (VU) ingeval van de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen die voor privédoeleinden kan worden gebruikt en waarvoor een voordeel van alle aard in hoofde van de werknemer bestaat.

Hoe was het vóór 2017?  

Tot op heden was 17 % van het voordeel van alle aard aangerekend in hoofde van de werknemer een verworpen uitgave voor de werkgever (= niet-aftrekbare beroepskosten).

De 17 % verworpen uitgaven moesten worden berekend op het voordeel van alle aard, namelijk het bedrag dat overeenkomstig de actuele waarderingsregels is vastgesteld (formule gebaseerd op de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot van het voertuig), verminderd met de eventuele bijdrage van de werknemer die het voordeel geniet. Als de bijdrage van de werknemer gelijk was aan het bedrag van het voordeel van alle aard werd dit bijgevolg tot 0 herleid en was er geen basis meer voor de berekening van de 17% verworpen uitgaven (17% van 0 = 0).

Wat verandert er?

De programmawet bevat twee belangrijke wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie.

1° Verhoging van het percentage

Het percentage van 17% wordt op 40% gebracht ingeval de werkgever brandstofkosten verbonden met het persoonlijk gebruik van een ter beschikking gesteld voertuig (geheel of gedeeltelijk) ten laste neemt.

Het percentage van 40% is bijgevolg van toepassing vanaf het ogenblik dat de werkgever de brandstofkosten geheel of gedeeltelijk ten laste neemt.

Het percentage van 17% blijft van toepassing in de gevallen waarin een bedrijfswagen voor privédoeleinden ter beschikking wordt gesteld maar zonder tussenkomst van de werkgever in de brandstofkosten (geen tankkaart noch geldelijke tussenkomst).

2° Berekeningsbasis van het percentage

Er is ook voorzien dat het percentage van de verworpen uitgave van 17% of 40% zal worden berekend op het theoretisch bedrag van het voordeel van alle aard. Met andere woorden, zelfs in geval van vermindering van het voordeel van alle aard als gevolg van de persoonlijke bijdrage van de werknemer, wordt deze bijdrage niet meer in aanmerking genomen voor de berekening van de verworpen uitgave.

Wat zijn de financiële gevolgen?

De wijzigingen treffen de werkgevers die een bedrijfswagen ter beschikking stellen die voor privédoeleinden kan worden gebruikt en tussenkomen in de brandstofkosten:

  • overgang van 17% naar 40%;
  • berekening van het percentage op het theoretisch voordeel, zonder rekening te houden met de eventuele bijdrage van de werknemer.

Ze hebben ook betrekking op de werkgevers die een bedrijfswagen ter beschikking stellen die voor privédoeleinden kan worden gebruikt,  zonder tussenkomst in de brandstofkosten maar met een bijdrage van de werknemer:

  • berekening van het percentage op het theoretisch voordeel zonder rekening te houden met de bijdrage van de werknemer.

Situatie

Percentage

Berekeningsbasis

Wagen + betaling brandstofkosten

40%

Theoretisch VAA

Alleen wagen

17%

Theoretisch VAA

Voor wie?

Voornoemde regels zijn zowel van toepassing op werkgevers die aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn als op werkgevers die aan de rechtspersonenbelasting onderworpen zijn (behalve de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten, de intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de openbare kerkelijke instellingen, de hulpverleningszones, de politiezones en de polders en wateringen).

Vanaf wanneer?

De wijzigingen zijn van toepassing voor alle voordelen die vanaf 1 januari 2017 worden toegekend, zowel voor de nieuwe als voor de reeds bestaande.

Bron : Programmawet van 25 december 2016, BS 29 december 2016, art. 67 tot 73.