In een artikel van 26 december 2013 kon u lezen dat de IPA-korting vanaf 1 januari 2014 verhoogd werd van 1 % naar 1,12 % voor KMO-werkgevers. Het betreft meer bepaald vennootschappen en natuurlijke personen die beantwoorden aan de definitie van “kleine vennootschappen” vermeld in artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen.
De toepassing van die maatregel bracht nogal wat onduidelijkheden met zich mee, die we hieronder voor u graag ophelderen.
1. Heeft die verhoging ook een invloed op de werkgevers die 75 % van de IPA-korting moeten besteden aan de Sociale Maribelfondsen?
Het verhoogde percentage van 1,12 % geldt enkel indien de werkgever beantwoordt aan de definitie van “kleine vennootschappen” zoals bepaald in artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen. In principe worden daarmee enkel de vennootschappen die actief zijn in de profitsector bedoeld. Aangezien de Sociale Maribel enkel van toepassing is op de non-profitsector, komen die werkgevers dus in principe niet in aanmerking voor de verhoogde IPA-korting.
2. Een van de criteria om als kleine vennootschap beschouwd te worden, is dat het jaargemiddelde van het personeelsbestand niet meer bedraagt dan 50 werknemers. Hoe moet dat jaargemiddelde precies worden berekend?
Dit wordt bepaald door het Wetboek van vennootschappen. Het jaargemiddelde van het personeelsbestand is gelijk aan het gemiddelde van het per einde van elke maand van het boekjaar in het gehouden personeelsregister ingeschreven aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten.
3. Komen vzw’s, stichtingen en feitelijke verenigingen eventueel ook in aanmerking voor deze verhoogde IPA-korting?
Aangezien het hier niet gaat om vennootschappen in de zin van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen, noch om natuurlijke personen die aan de criteria van artikel 15 voldoen, komen die rechtspersonen niet in aanmerking voor de verhoogde IPA-korting. Zij kunnen eventueel wel genieten aan de gewone IPA-korting van 1 %, mits de voorwaarden daartoe vervuld zijn.