Versoepeling van het belastingstelsel voor de vrijwilligers


54556

Vroeger ondergingen de vergoedingen voor vrijwilligerswerk een verschillende sociale en fiscale behandeling. Volgens de belastingadministratie sloot een professionele relatie de bepaling "vrijwilligerswerk" uit. Onlangs heeft de belastingadministratie haar positie versoepeld en heeft zij zich aangepast aan de positie van de RSZ.

Door een addendum van 23 mei 2011 (bij de circulaire van 5 maart 1999 betreffende het belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk), heeft de belastingadministratie zich in overeenstemming gesteld met de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers.

Voortaan wordt de term "vrijwilligerswerk" dus eenduidig (zowel door de RSZ als de fiscus) omschreven als "elke activiteit die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling”. Met andere woorden, dezelfde persoon mag niet dezelfde activiteiten verrichten voor dezelfde organisatie zowel in  de hoedanigheid van vrijwilliger als in die van werknemer, zelfstandige of ambtenaar. Daarentegen is het mogelijk dat iemand die met een organisatie verbonden is door een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling, voor deze organisatie vrijwilligerswerk uitoefent, op voorwaarde dat het gaat om andere activiteiten dan die waarvoor hij werd aangeworven.

Bron: 10de addendum van 23 mei 2011 bij de circulaire n°Ci.RH.241/509.803 (AAFisc n° 8/2003) van 5 maart 1999.