Vlaamse taalwetgeving strijdig met vrij verkeer van werknemers bij internationale arbeidsrelaties


61852

Op 16 april 2013 oordeelde het Hof van Justitie dat de Vlaamse taalwetgeving, die de werkgever verplicht om arbeidsovereenkomsten met een grensoverschrijdend karakter uitsluitend op te stellen in het Nederlands, op straffe van een zowel voor het verleden als voor de toekomst geldende nietigheid, strijdig is met het vrij verkeer van werknemers tussen de lidstaten van de Europese Unie.

Naar aanleiding van dit arrest rijzen enkele vragen:

- Wat dient er te worden verstaan onder een arbeidsovereenkomst met ‘grensoverschrijdend karakter’? Of nog, wanneer kan een werknemer beroep doen op het recht van vrij verkeer van werknemers tussen de lidstaten van de Europese Unie?

Wanneer een EU-onderdaan in een andere lidstaat dan zijn land van herkomst werkt of als hij in zijn land van herkomst werkt maar in een andere lidstaat verblijft, maakt deze persoon gebruik van zijn recht van vrij verkeer van werknemers. Ook grensarbeiders met een Europese nationaliteit vallen onder de EU-wetgeving inzake het vrij verkeer van werknemers.

De principes uit bovenstaand arrest zijn met andere woorden niet van toepassing in een louter Belgische situatie. Dat wil zeggen dat men zich niet op het vrij verkeer van werknemers kan beroepen wanneer bijvoorbeeld een persoon woonachtig is in Vlaanderen maar tewerkgesteld wordt in Wallonië of andersom.

- Heeft bovenstaand arrest enkel betrekking op arbeidsovereenkomsten?

Het Hof antwoordde enkel op de gestelde vraag, die in casu betrekking had op een arbeidsovereenkomst. Nochtans mag aangenomen worden dat dezelfde redenering gevolgd kan worden voor de andere documenten waarop de Vlaamse (en Waalse, zie verder) Taalwetgeving van toepassing is.

- Wat zijn de gevolgen van dit arrest?

Het arrest stelt dat de Vlaamse Taalwetgeving strijdig is met het vrij verkeer van werknemers tussen de lidstaten van de Europese Unie, gelet op de door de rechter ambtshalve aan te voeren nietigheid van de arbeidsovereenkomst.

Bijgevolg kan per analogie worden geredeneerd dat eveneens de Waalse Taalwetgeving, die in dezelfde sanctie voorziet, strijdig is met het vrij verkeer van werknemers tussen de lidstaten van de Europese Unie.

De federale wetgeving, die oplegt dat de beoogde documenten moeten worden opgesteld in het Nederlands voor Nederlandssprekend personeel en in het Frans voor Franssprekend personeel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voorziet daarentegen niet in een absolute nietigheid. Daarom kan op basis van bovenstaand arrest deze wetgeving niet strijdig worden geacht met het vrij verkeer van werknemers. De federale wetgeving met betrekking tot de gemeenten met taalfaciliteiten voorziet evenmin in een absolute nietigheid. Hetzelfde geldt voor de taalwetgeving in het Duitse taalgebied.


Wat moeten we hieruit onthouden?
De Vlaamse en Waalse taalwetgeving dienen in principe nu te worden aangepast. Totdat dit is gebeurd, blijft het aangeraden om ook in een grensoverschrijdende situatie uitsluitend de Nederlandse resp. Franse taal te gebruiken. Er kan wel middels een afzonderlijk document een vertaling worden bezorgd, op voorwaarde dat dit document uitdrukkelijk vermeldt dat het om een vertaling gaat. Deze vertaling heeft wel geen enkele wettelijke waarde.