Arbeidskaart en -vergunning: vrij verkeer nieuwe EU-onderdanen ingeperkt


62527

Buitenlandse onderdanen die in België willen komen werken, moeten in principe in het bezit zijn van een arbeidskaart. De werkgever moet in bepaalde gevallen ook beschikken over een arbeidsvergunning. In die gevallen wordt de arbeidskaart (B) automatisch afgeleverd samen met de arbeidsvergunning.

Voor EER-onderdanen geldt op dat principe hoe dan ook een vrijstelling. Daarnaast geldt er ook een vrijstelling voor buitenlandse onderdanen die hier over een vestigingsvergunning of over een onbeperkt verblijfsrecht beschikken.

Bovenstaande vrijstellingen gelden echter niet voor Bulgaren en Roemenen. Zij moeten in principe nog steeds over een arbeidskaart beschikken om in België te kunnen werken (nog tot 31 december 2013). Zoals u kan lezen in een ander artikel op onze website, bepaalt het koninklijk besluit 24 juni 2013 nu dat ook Kroaten, ondanks de toetreding tot de EU, vanaf 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2015 over een arbeidskaart moeten beschikken om in België te mogen werken.

Op die verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart geldt er voor Bulgaren, Roemenen en Kroaten wel een uitzondering: indien zij worden tewerkgesteld door een in een Lidstaat van de EER gevestigde onderneming die zich naar België begeeft voor het verrichten van diensten, zijn zij vrijgesteld van de verplichting tot het bekomen van een arbeidskaart, op voorwaarde dat :

  • zij op wettige wijze tewerkgesteld zijn in de Lidstaat waar zij verblijven (= met de ginder vereiste vergunningen);
  • en deze arbeidsvergunning ten minste geldig is voor de duur van het in België uit te voeren werk.

Vb.: Een Kroaat woont en werkt op legale wijze in Frankrijk voor een in Frankrijk gevestigde onderneming. Indien die Franse onderneming deze werknemer detacheert naar België om hier voor hun rekening diensten te komen leveren, zal er toch geen arbeidskaart vereist zijn.

Die vrijstelling werd nu wat ingeperkt door datzelfde koninklijk besluit van 24 juni 2013. Vanaf 1 juli 2013 is zij namelijk niet langer van toepassing in het geval dat de onderneming waarvoor de Bulgaar, Roemeen of Kroaat werkt een uitzendkantoor is, of indien de detachering gebeurt in het kader van een wettige terbeschikkingstelling.

Vb.: Indien de Franse onderneming waarvoor de Kroaat werkt een uitzendkantoor is en deze werknemer als uitzendkracht hier werkzaamheden komt verrichten voor een Belgische gebruiker, zal er toch een arbeidskaart vereist zijn.