Werkbaar en wendbaar werk: opleidingsdagen

Van 
83043

De wet werkbaar en wendbaar werk bepaalt vanaf 1 februari 2017 een interprofessionele doelstelling van gemiddeld vijf opleidingsdagen per werknemer met voltijds equivalent per jaar.

Deze doelstelling kan bereikt worden door uw sector (via een sectorale cao) of door uzelf op ondernemingsvlak (via een individuele opleidingsrekening). Het gemiddelde van vijf opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalent dient niet onmiddellijk bereikt te worden, maar kan via een groeipad. Er dient wel een minimum aantal opleidingsdagen te worden voorzien. Gebeurt dit niet dan zal elke werknemer, als sanctie, recht hebben op twee opleidingsdagen per jaar en per voltijds equivalent. Indien uw sector een cao sluit/hernieuwt voor de periode 2017-2018 dienen zij dit te doen ten laatste op 30 november 2017.

1. Wat houdt de nieuwe regeling in?

De wet werkbaar en wendbaar werk bepaalt als doelstelling een gemiddelde van vijf opleidingsdagen per werknemer met voltijds equivalent per jaar. Dit betekent dat bepaalde werknemers in de praktijk dan ook meer of minder dan vijf opleidingsdagen per jaar kunnen hebben. De doelstelling dient in totaliteit bekeken te worden.

De doelstelling van vijf opleidingsdagen per werknemer met voltijds equivalent per jaar moet echter niet onmiddellijk gerealiseerd worden. Wel dient een bepaald minimum aantal opleidingsdagen gerespecteerd te worden.

De invoering kan plaatsvinden via de sector of op ondernemingsvlak.  Gebeurt dit niet dan zal de sanctie zijn dat elke werknemer individueel recht heeft op twee opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalent.

Deze regeling vervangt volledig de regeling (zoals besproken in een vorig artikel) waarbij 1,9 % van de totale loonmassa aan opleiding besteed moest worden. Ook de bijhorende sanctie (bijdrage van 0,05%) verdwijnt.

2. Hoe bepaalt u deze opleidingsdagen ?

De doelstelling kan geconcretiseerd worden door een sectorale cao of een individuele opleidingsrekening.

2.1. Sectorale cao

Ofwel wordt een sectorale cao gesloten in het paritair comité of subcomité. In dit geval moet de opleidingsinspanning minstens twee dagen gemiddeld per jaar en per voltijds equivalent bedragen.

Ofwel wordt de voor 2013-2014 en 2015-2016 geldende cao inzake de opleidingsinspanningen verlengd waarbij de opleidingsinspanning minstens gelijkwaardig moet zijn aan de bestaande sectorale regeling.

In beide gevallen dient bovendien een groeipad gerealiseerd te worden. Hierbij moet aangegeven worden in welke mate het aantal opleidingsdagen wordt verhoogd om de doelstelling van 5 vormingsdagen per jaar per voltijds equivalent te bereiken.

De cao dient ten laatste op 30 november 2017 (voor periode 2017-2018) bij de FOD WASO neergelegd te worden.

2.2.  Individuele opleidingsrekening

Wanneer op sectoraal vlak geen cao gesloten werd, kan de doelstelling bereikt worden op ondernemingsvlak door opleidingskrediet toe te kennen op een individuele opleidingsrekening. Hierbij moet een voltijdse werknemer die het volledige jaar in dienst is op jaarbasis minstens beschikken over twee opleidingsdagen.  Er moet eveneens een groeipad naar vijf opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalent voorzien worden.

Het saldo van het niet-opgebruikte opleidingskrediet wordt op het einde van het jaar naar het volgende jaar overgedragen en toegevoegd aan het krediet van de werknemer in dat volgende jaar.

Een koninklijk besluit zal de praktische toepassingen van de opleidingsrekening nog verder bepalen.

2.3. Bij gebrek aan een sectorale cao of individuele opleidingsrekening

Wanneer het recht niet voorzien wordt via een sectorale cao of individuele opleidingsrekening, dan zal elke werknemer individueel recht hebben op twee opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalent.

3. Voor wie geldt de nieuwe regeling?

De regeling geldt voor werkgevers uit de private sector. Werkgevers uit de publieke sector zijn grotendeels uitgesloten.

De nieuwe regeling geldt enkel voor werkgevers met minimum 10 werknemers. Het aantal werknemers wordt berekend op basis van het gemiddeld aantal werknemers in voltijds equivalent tewerkgesteld gedurende de twee voorbije jaren. De telling gebeurt voor de eerste keer op 1 januari 2017.

Een afwijkend regime voor werkgevers met tussen 10 en 20 werknemers kan bepaald worden per koninklijk besluit.

4. Concretisering?

Verduidelijkingen inzake de individuele opleidingsrekening, de regels bij deeltijdse werknemers,… zullen per koninklijk besluit bepaald worden.

Als u klant bent bij Group S wordt gevraagd om de opleidingsdagen per werknemer aan uw dossierbeheerder door te geven zodat dit met de juiste code aangeduid kan worden op de sociale balans.