Op 1 februari 2016 verhoogt de NMBS de prijs van de treinkaarten. Deze tarieven zullen worden gepubliceerd in een koninklijk besluit dat in het Belgisch Staatsblad zal verschijnen.
Wat is de invloed van deze verhoging op de terugbetaling van de verplaatsingskosten voor woon-werkverkeer door de werkgever?
Werkgeverstussenkomst volgens de regels van de NAR
De forfaitaire bedragen voor de werkgeverstussenkomst in de prijs van het openbaar vervoer veranderen niet. Deze bedragen werden opgenomen in het interprofessioneel akkoord 2009-2010 en werden niet meer aangepast sinds 1 februari 2009. Voor de sectoren die hun werknemers terugbetalen op basis van de cao nr. 19octies verandert er niets op 1 februari 2016.
Werkgeverstussenkomst op basis van de tarieven van de NMBS
De NMBS heeft de prijs van de treinkaarten verhoogd op 1 februari 2016. De tussenkomst op basis van deze tarieven zal dan ook worden aangepast.
Wat met de afschaffing van de wekelijkse treinkaart?
Naast deze verhoging wordt de wekelijkse treinkaart afgeschaft. Dit heeft een rechtsvacuüm tot gevolg voor bepaalde sectoren die het tarief van de wekelijkse treinkaart als berekeningsbasis gebruikten om bijvoorbeeld de werkgeverstussenkomst in de kosten van woon-werkverplaatsingen met een privévoertuig te bepalen.
Wat moet men doen?
De sectoren moeten een andere tariefbasis of een andere berekeningsformule kiezen om de afschaffing van de wekelijkse treinkaart op te vangen.
Standpunt van GroupS
Als de sectoren tegen februari geen akkoord hebben gesloten dat de nieuwe berekeningsformule vermeldt, heeft Group S ervoor gekozen de bedragen van de wekelijkse treinkaart te behouden die op 1 februari 2014 van toepassing waren.
Werkgeverstussenkomst eigen aan de sector
De paritaire comités 102.09, 111, 209 en 219 komen op basis van een tabel die eigen is aan de sector tussen in de verplaatstingskosten van de werknemers die een privévoertuig gebruiken. Deze tabellen worden elk jaar op 1 februari geïndexeerd. De tussenkomst voor het gebruik van een privévoertuig verandert dus niet op 1 februari 2016 voor deze 4 paritaire comités.