2102 SWT 60 jaar - 35 jaar - zwaar beroep

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00, 330.01.20-00.00, 330.01.30-00.00, 330.01.40-00.00, 330.01.50-00.00, 330.02.00-00.00, 330.03.00-00.00, 330.04.00-00.00, 330.04.00-00.00

Bijwerking: 28/07/2023
Geldig vanaf: 01/07/2023
Geldig tot: 30/06/2025

Leeftijd: 60 jaar

Loopbaan: 35 jaar

Zwaar beroep

1. Principes

Dit stelsel heeft tot doel het recht op een bedrijfstoeslag toe te kennen aan werknemers die:

  • tewerkgesteld zijn in een zwaar beroep;
  • een beroepsloopbaan van minstens 35 jaar kunnen aantonen op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst;
  • ontslagen worden tijdens de geldigheidsperiode van de cao;
  • 60 jaar of ouder zijn uiterlijk op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de geldigheidsperiode van de cao.

Van deze 35 jaar moeten :

  • ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst;
  • ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.

Dit type SWT moet bepaald zijn in een sector-cao of in een ondernemings-cao.

In deze sector werd dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten. Opgelet: we raden u aan te letten op de geldigheidsperiode van de cao.

2. PC 330

Aanvullende vergoeding: de werknemers kunnen aanspraak maken op een aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij het bewijs leveren dat zij recht hebben op werkloosheidsuitkeringen.  De aanvullende vergoeding zal door de werkgever niet meer betaald worden vanaf het ogenblik dat de betrokken werknemer zijn recht op werkloosheidsuitkeringen verliest, behoudens in geval de wet het voorziet.

In geen geval zal de werkgever de verandering of de afschaffing van de werkloosheidsuitkeringen compenseren met een hogere vergoeding.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever bedraagt de helft van het verschil van het laatste nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkeringen.  Het laatste brutomaandloon, berekend en geplafonneerd volgens de bepalingen voorzien in de CAO nr. 17 wordt als refertemaand genomen voor de berekening van het laatste nettomaandloon.

Het laatste brutomaandloon omvat enerzijds de wedde van de kalendermaand die het einde van de arbeidsovereenkomst voorafgaat en anderzijds 1/12de van de contractuele premies die rechtstreeks verbonden zijn aan de door de werknemers verrichte prestaties en waarop inhoudingen voor de sociale zekerheid werden gedaan en waarvan de periodiciteit geen maand overschrijdt 1/12de van het dubbel vakantiegeld, van de eindejaarspremie en van de attractiviteitpremie.

Bij de vaststelling van het laatste brutomaandloon verstaat men onder:

  • de gemiddelde premie voor bedienden: het gemiddelde van de premies van de laatste 12 maanden;
  • de maandwedde voor werklieden: het gemiddeld loon berekend op een kwartaal, premies inbegrepen;
  • in geval van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, beroepsloopbaanonderbreking of halftijds brugpensioen: het in acht te nemen brutomaandloon is het loon dat overeenstemt met het loon van de voorafgaande arbeidsduurregeling.

Deze aanvullende vergoeding is in elk geval de maximale tussenkomst ten laste van de werkgever.

Op deze bijkomende vergoeding worden desgevallend de wettelijke afhoudingen verricht en zij zijn steeds ten laste van de werknemer.

De aanvullende vergoeding wordt aan de betrokken werknemers maandelijks betaald tot zij de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, tenzij de werknemer voor die tijd zou overlijden.

De aanvullende vergoeding wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de CAO nr. 17.

Vervanging: de werknemer in de regeling werkloosheid met bedrijfstoeslag moet vervangen worden.  Deze vervanging dient niet noodzakelijk te gebeuren in dezelfde dienst of dezelfde functie als die van de werknemer in de regeling werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Nochtans kan vrijstelling van de vervangingsplicht toegestaan worden door de directeur van het bevoegde werkloosheidsbureau.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
12/06/2023
Registratienr
180963
Geldig van
01/07/2023
Geldig tot
30/06/2025
Neerleggingsdatum
29/06/2023
Registratiedatum
17/07/2023
Onderwerp
Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag - zwaar beroep
BS Bericht van neerlegging
01/08/2023
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/11/2023
Gepubliceerd in het B.St. van
08/12/2023
Keywords
LONEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), INDEXERINGSBEPALINGEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT)
Tekst aangepast op
20/07/2023

Historiek
01/07/2023 30/06/2025 2102 SWT 60 jaar - 35 jaar - zwaar beroep
01/07/2021 30/06/2023 2102 SWT 60 jaar - 35 jaar - zwaar beroep
01/01/2019 30/06/2021 2102 SWT 59 jaar - 35 jaar - zwaar beroep
01/01/2019 30/06/2021 2102 SWT 59 jaar - 35 jaar - zwaar beroep
01/01/2017 31/12/2018 2102 SWT 58 jaar/59 jaar - 35 jaar - zwaar beroep