0302 0303 Beroepenclassificatie

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.02.01-00.00, 111.02.02-00.00, 111.02.03-00.00, 111.02.04-00.00, 111.02.04-01.00, 111.02.04-02.00, 111.02.05-00.00, 111.02.06-00.00, 111.02.06-01.00, 111.02.06-02.00, 111.02.07-00.00, 111.02.08-00.00, 111.02.09-00.00, 111.02.10-00.00, 111.02.00-00.00

Bijwerking: 21/03/2003
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 31/12/2000

In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 13 mei 1971 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden tewerkgesteld in de ambachtelijke metaalbewerkingsondernemingen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 5 juli 1971 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 november 1971. Zij werd achtereenvolgens gewijzigd door CAO’s van :

·       19 februari 1973 (KB 6 augustus 1973, BS 18 augustus 1973) ;

·       15 januari 1974 (KB 18 februari 1974, BS 7 mei 1974) ;

·       4 juni 1974 (KB 1 augustus 1974, BS 3 oktober 1974 opgeheven door het KB van 30 april 1976, BS 31 december 1976)

·       17 januari en 14 februari 1977 (KB 18 juli 1977, BS 3 september 1977).

Wij geven u hierna de tekst van de beroepenclassificatie.

Vooraf willen wij u erop wijzen dat de concrete toepassing van deze beroepenclassificatie problemen stelt, aangezien geen zekerheid meer bestaat betreffende het niveau van de minimumlonen die bij deze classificatie horen. In sommige gewesten heeft deze CAO bovendien iedere uitwerking verloren, aangezien daar nieuwe CAO’s met een loonstructuur en/of een beroepenclassificatie werden gesloten. Het betreft de provincies West- en Oost-Vlaanderen (Land van Waas inbegrepen), West-Henegouwen en de streek van Bergen-Borinage.

1. Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ambachtelijke metaalbewerkingsondernemingen, welke onder het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, met uitzondering van de industriële metaalbewerkingsondernemingen en de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan , de werklieden en werksters.

2. Beroepenclassificatie

De werklieden worden in vijf hoofdcategorieën gerangschikt die rekening houden met de aard van de verrichte werkzaamheden, de beroepsbekwaamheid en de graad van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die bij de uitvoering van de hun toevertrouwde taken zijn vereist.

Wordt aangezien als :

-      1. Hulpwerkman     De werkman waarvan geen speciale kennis noch bijzondere fysische geschiktheid gevergd wordt en die eenvoudige arbeid moet kunnen verrichten waarvoor geen leeftijd vereist is.

-      2. Geoefende  De werkman aan wie regelmatig terugkerende werken worden toevertrouwd en waarvoor slechts een gewone beroepsvorming vereist wordt die na een korte aanpassingsperiode verworven is.

-      3. Gewoon geschoolde            De werkman die bekwaam is beroepsarbeid te verrichten, waarvoor een vakkennis vereist is, verworven door ervaring en zoveel mogelijk gekonsolideerd door een theoretische opleiding. De werkman werkt onder leiding. Hij moet bekwaam zijn een eenvoudig plan, dat op zijn beroep betrekking heeft, te lezen.

-      4. Volkomen geschoolde       De werkman die ervaring en handigheid bezit voor het uitvoeren van werken welke meerdere jaren vorming en theoretische kennis vereisen.

-      5. Buiten categorie De volkomen geschoolde werkman die bekwaam is om zelfstandig alle kwaliteitswerken betreffende zijn beroep uit te oefenen of die een zeer grote kennis, handigheid en ervaring bezit in meerdere beroepen.

3. Geldigheidsduur

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1971 en is geldig voor onbepaalde tijd.

 


Historiek
01/01/1999 31/12/2000 0302 0303 Beroepenclassificatie