07030201 Kleine flexibiliteit
Paritair (sub-)Comité nr.:
111.01.01-00.00,
111.01.02-00.00,
111.01.03-00.00,
111.01.04-01.00,
111.01.04-02.00,
111.01.05-00.00,
111.01.06-01.00,
111.01.06-02.00,
111.01.07-00.00,
111.01.08-00.00,
111.01.10-00.00,
111.01.09-00.00
Bijwerking: 13/03/2006
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/12/2006
De mogelijkheid bestaat om in het kader van alternatieve uurregelingen te laten arbeiden in afwijking van de normale grenzen van de dagelijkse en/of wekelijkse arbeidsduur.
Hier hebben we het over de "kleine flexibiliteit" voorzien door artikel 20bis van de Arbeidswet.
In uitvoering van artikel 20bis werd een sectoraal model van kleine flexibiliteit voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005 gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw. Deze CAO verlengt hat artikel 6 § 3 van het nationaal akkoord 1995-1996 van 19 juni 1995. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 februari 2006 onder het nr. 78437/CO/111. Het bericht van neerlegging moet nog in het Belgisch Staatsblad verschijnen.
Voor de integrale tekst van de C.A.O. van 23 mei 2005, zie hierboven, gerelateerde CAO.
In hetzelfde Paritair Comité werd op 30 mei 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het nationaal akkoord 2005-2006 voor de industriële en ambachtelijke ondernemingen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 24 juni 2005 onder het nr. 75374/CO/111. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 7 juli 2005. Deze CAO voorziet, onder andere, een sectoraal model jaartijd.
Wij geven u hierna zowel de bepalingen uit het nationaal akkoord 1995-1996 inzake arbeidsorganisatie als een gecoördineerde tekst van de opeenvolgende nationale akkoorden die een sectoraal model jaartijd voorzien.
A. Nationaal akkoord 1995-1996
Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.
Onder arbeiders wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
(...)
Bijkomende tewerstellingsmaatregelen op ondernemingsvlak
Artikel 6
(...)
§ 3. Onder de voorwaarde dat ter zake op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten, wordt, in uitvoering van de artikelen 20bis, § 4 en 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, de mogelijkheid geboden om de inhaalrust ten belope van maximaal het wettelijk bepaalde aantal overuren niet toe te kennen.
Duur
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en treedt buiten werking op 31 december 1996 (...).
Commentaar: verlenging van deze bepaling tot 31 december 2006
B. Sectoraal model jaartijd: gecoördineerde tekst
Voor de duur van het akkoord kan in de ondernemingen met of zonder syndicale delegatie de reële arbeidsduur, vastgelegd door het arbeidsreglement, verlengd of verkort worden en vervangen door speciale uurroosters overeenkomstig de bepalingen van artikel 20bis van de Arbeidswet op basis van onderstaand model.
Onderstaand model kan evenwel niet worden toegepast in ondernemingen waar reeds afspraken gemaakt werden inzake jaartijd.
De invoering van het sectoraal model volgens onderstaande procedure beperkt zich tot de arbeiders in dag- en tweeploegenstelsels. Voor de invoering van nieuwe ploegenstelsels, weekend werk alsook flexibele uurroosters die verder gaan dan onderstaand model is een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak vereist.
Het model kan eveneens niet worden ingevoerd voor arbeiders tewerkgesteld op werven of op zaterdag en/of zondag, hiervoor is een specifieke onderhandeling noodzakelijk.
1. Sectoraal model
De wekelijkse arbeidsduur kan maximum 5 uren boven of beneden de reële arbeidsduur in de onderneming liggen, zonder dat dit aanleiding geeft tot de betaling van een toeslag.
De dagelijkse arbeidsduur kan maximum 1 uur boven of onder de reële arbeidsduur in de onderneming liggen, zonder dat dit aanleiding geeft tot betaling van een toeslag.
De onderneming moet op jaarbasis de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur zoals bepaald in de in de onderneming geldende collectieve arbeidsovereenkomsten respecteren.
De overschrijdingen worden bij voorkeur gecompenseerd door hele of halve dagen.
2. Procedure op ondernemingsvlak
Indien de onderneming bovenstaand sectoraal model van jaartijd wenst toe te passen wordt het arbeidsreglement aangepast conform de bepalingen van de Wet van 8 april 1965 tot instelling van de Arbeidsreglementen. Deze aanpassing geldt tot uiterlijk 31 december 2006. Als dit sectoraal model niet verlengd wordt op sector- of op ondernemingsvlak, dan worden vanaf 1 januari 2007 automatisch de aangepaste bepalingen inzake jaartijd uit het arbeidsreglement geschrapt.
De aangepaste bepalingen inzake jaartijd worden eveneens uit het arbeidsreglement geschrapt, bij herstructurering of wanneer de onderneming overgaat tot meervoudig ontslag, zoals bepaald in hoofdstuk II 2.1. § 4 van onderhavige overeenkomst (Commentaar: dit artikel betreft de definitie van het meervoudig intslag), tenzij anders wordt overeengekomen. De onderneming die wenst gebruik te maken van dit sectoraal model dient voorafgaandelijk de syndicale delegatie, of bij ontstentenis de arbeiders, de nodige informatie en motivatie te geven.
Zonder dat het principe van de invoering van het sectoraal model in vraag wordt gesteld worden voorafgaandelijk aan de invoering concrete omkaderingsmaatregelen uitgewerkt. Deze betreffen onder meer de concrete uurroosters, de referteperiode voor de berekening van de gemiddelde arbeidstijd, de verwittingstijd, ... Tot de concrete omkaderingsmaatregelen behoren eveneens het aantal interimarissen en het aantal arbeiders met contracten van bepaalde duur.
3. Bijkomende voorwaarden
Het koninklijk besluit “Kleine Flexibiliteit”, zoals vermeld onder punt 4.4.a. van onderhavige overeenkomst, is niet van toepassing op de arbeiders waarvoor het sectoraal model “jaartijd” ingevoerd werd.
De ondernemingen die het sectoraal model “jaartijd” invoeren moeten, indien zij een beroep doen op uitzendkrachten omwille van buitengewone vermeerdering van werk, deze contracten beperken tot maximaal drie maanden. Indien een beroep gedaan wordt op arbeiders met contracten van bepaalde duur dienen deze een minimum duurtijd te hebben van 6 maanden.
De onderneming moet een recht op 4/5-werk voor minstens 10 % van de tewerkgestelde arbeiders instellen.
4. Evaluatie
Op het einde van het jaar 2005 en het jaar 2006 wordt op nationaal vlak het verloop van de besprekingen ter uitvoering van de bepalingen van dit punt geëvalueerd.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
23/05/2005 |
Registratienr
78437 |
Geldig van
01/01/2005 |
Geldig tot
31/12/2006 |
Neerleggingsdatum
30/01/2006 |
Registratiedatum
02/02/2006 |
||
Onderwerp
inhaalrust |
|||
BS Bericht van neerlegging
09/03/2006 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/01/2007 |
Gepubliceerd in het B.St. van
16/02/2007 |
||
Keywords
ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN |
Datum CAO
30/05/2005 |
Registratienr
75374 |
Geldig van
01/01/2005 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
13/06/2005 |
Registratiedatum
24/06/2005 |
||
Onderwerp
sectoraal akkoord 2005-2006 |
|||
BS Bericht van neerlegging
07/07/2005 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
29/01/2007 |
Gepubliceerd in het B.St. van
21/02/2007 |
||
Keywords
LONEN, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), BRUGPENSIOEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE PREMIE, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, SOCIALE VREDE |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2015 | 31/03/2015 | 070302 Kleine flexibiliteit |
01/01/2014 | 31/12/2014 | 070302 Kleine flexibiliteit |
01/01/2013 | 31/12/2013 | 070302 Kleine flexibiliteit |
01/01/2014 | 31/12/2013 | 070302 Kleine flexibiliteit |
01/01/2011 | 31/12/2012 | 070302 Kleine flexibiliteit |
01/01/2009 | 31/12/2010 | 070302 Kleine flexibiliteit |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 070302 Kleine flexibiliteit |
01/01/2005 | 31/12/2006 | 070302 01 Kleine flexibiliteit |
01/01/2003 | 31/12/2004 | 070302 01 Kleine flexibiliteit |
01/01/2003 | 31/12/2002 | 070302 01 Kleine flexibiliteit |
01/01/2001 | 31/12/2002 | 070302 01 Kleine flexibiliteit |
01/01/1999 | 31/12/2000 | 070302 01 Kleine flexibiliteit |