2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.01.01-00.00, 111.01.02-00.00, 111.01.03-00.00, 111.01.04-01.00, 111.01.04-02.00, 111.01.05-00.00, 111.01.06-01.00, 111.01.06-02.00, 111.01.07-00.00, 111.01.08-00.00, 111.01.10-00.00, 111.02.01-00.00, 111.01.09-00.00

Bijwerking: 02/08/2011
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 23 juni 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het sectoraal model loopbaanplanning. Zij werd neergelegd op de griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 13 juli 2011 onder het nr. 104744/CO/111.0102; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 29 juli 2011.

Wij geven u hierna de bepalingen inzake tijdskrediet, organisatieregels voor het recht op loopbaanvermindering met 1/5.

Voor de algemene reglementering inzake tijdskrediet, zie onze brochure.

Tekst CAO 23/06/2009

HOOFDSTUK I – Inleiding

A. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitsluiting van de ondernemingen welke bruggen en gebinten monteren.

Onder "arbeiders" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

 

B. Voorwerp

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van :

  • De Wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven;
  • de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 77ter op haar beurt gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 77quater van 30 maart 2007 tot invoering van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking;
  • Artikel 24 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2007 houdende het nationaal akkoord 2007-2008 voor de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

 

C. Algemeen verbindend verklaring

Artikel 3

Ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.

HOOFDSTUK II – Het sectoraal model loopbaanplanning

A.  Uitbreiding van het recht op tijdskrediet

Artikel 4

§1. Inzake het recht op halftijds en voltijds tijdskrediet voorzien in Hoofdstuk III, afdeling 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater van de Nationale Arbeidsraad, wordt vanaf 1 januari 2002 de duur van dit recht over de volledige loopbaan van 1 op 3 jaar gebracht.

§2. Voor arbeiders van 50 jaar of meer kan het voltijdse tijdskrediet slechts opgenomen worden in niet aaneengesloten periodes van maximum 1 jaar.

 

B. Organisatieregels

Artikel 5

§1.   Conform de bepaling van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater, wordt de drempel inzake het gelijktijdig uitoefenen van het recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering op 1 januari 2002, vastgelegd op 5% van de arbeiders.

§2. Vanaf 1 juni 2007 worden voor de toepassing van § 1 van dit artikel, niet geacht te behoren tot de arbeiders die gelijktijdig hun recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering uitoefenen, de arbeiders van 55 jaar of ouder die een 1/5de loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd.

§3.   De specifieke regelingen inzake loopbaanonderbreking, met name:

  • het recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zeer zwaar ziek gezins- of familielid, opgenomen in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 8 september 1998);
  • het recht op ouderschapsverlof in het kader van loopbaanonderbreking, opgenomen in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997;
  • het recht op loopbaanonderbreking in het kader van palliatief verlof, opgenomen in het koninklijk besluit van 22 maart 1995 (Belgisch Staatsblad van 5 mei 1995), houdende de uitvoering van artikel 100bis §4 van de Herstelwet van 22 januari 1985

stellen een apart recht op loopbaanonderbreking in en vallen hierdoor volledig buiten het recht voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater en de sectorale uitbreiding vermeld in artikel 4.

Dit betekent eveneens dat deze vormen van loopbaanonderbreking in de onderneming niet mee kunnen worden geteld in de berekening van de 5%.

§4.   Ondernemingen die vóór 1 januari 2001 een hoger percentage hanteerden, kunnen dit rekening houdend met de hiernavolgende bepaling behouden.

Het bestaande percentage kadert in het recht op beroepsloopbaanonderbreking, geregeld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999 betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbrekingen, wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Om het hoger percentage vast te stellen wordt het aantal arbeiders, betrokken bij de invulling van de voltijdse equivalenten, gerelateerd aan het aantal tewerkgestelde arbeiders op 31 december 2000.

Is het aldus bekomen percentage hoger dan 5% van het aantal op 30 juni 2001 tewerkgestelde arbeiders, dan mag dit behouden blijven. Dit verhoogde percentage dient vastgelegd te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst.

C.  Ondernemingsovereenkomsten brugpensioen

Artikel 6

Alle op ondernemingsvlak bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen die geregistreerd en neergelegd zijn ter griffie van de dienst collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling, met uitzondering van de collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die betrekking hebben op tijdelijke herstructureringsoperaties, worden onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011 verlengd.

Commentaar: voor de bepalingen betreffende brugpensioen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 21 en voor de ondernemingen die beschikken over een CAO brugpensioen zie CAO nr. 104744.

D.  Afwijkingen op het sectoraal model

1. Voor ondernemingen met een brugpensioenakkoord

Artikel 7 

§1. Op ondernemingsvlak kan, mits een collectieve arbeidsovereenkomst in uitvoering van dit artikel, afgeweken worden van het sectoraal model loopbaanplanning. Deze afwijking kan betrekking hebben op het verlengen van de in artikel 4 §1 bepaalde duur van 3 jaar tot maximum 5 jaar en/of het verhogen van de in artikel 5 §1 bepaalde drempel.

§2. Deze afwijking kan tevens en tegelijk betrekking hebben op de herziening van het brugpensioenakkoord op ondernemingsvlak (herziening is niet-verlenging of wijziging van de modaliteiten).  Indien men niet tot een akkoord komt, blijft het sectoraal model loopbaanplanning van kracht zoals bepaald in artikels 4 , 5 en 6 van dit akkoord.

§3. Indien er op ondernemingsvlak een brugpensioenakkoord bestaat, moet de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in §1 van dit artikel, alleszins de al dan niet herziening van dit brugpensioenakkoord bevatten.

§4. Bij dreigend meervoudig ontslag zoals gedefinieerd in artikel 13 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009, kan mits een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak en voor de duur van dit akkoord afgeweken worden van het sectoraal model loopbaanplanning zoals voorzien in artikel 7 §1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met name door het verhogen van de drempel van 5 % en/of door het verlengen van de duurtijd van 3 jaar naar maximaal 5 jaar.

De onderhandeling van deze afwijking kan evenwel niet gekoppeld worden aan de heronderderdeling van het bestaande brugpensioenakkoord op ondernemingsvlak, zoals voorzien in artikel 7, §3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Dit ondernemingsakkoord dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Nationaal Paritair Comité van de sector metaal-, machine- en elektrische bouw.

2. voor ondernemingen zonder een brugpensioenakkoord

Artikel 8 

§1. Indien er op ondernemingsvlak geen brugpensioenakkoord bestaat, dan kan mits een collectieve arbeidsovereenkomst in uitvoering van dit artikel, afgeweken worden van het sectoraal model loopbaanplanning. Deze afwijking kan betrekking hebben op het verlengen van de in artikel 4 §1 bepaalde duur van 3 jaar tot maximum 5 jaar en/of het verhogen van de in artikel 5 §1 bepaalde drempel van 5%.

§2. Indien er op ondernemingsvlak een hoger percentage dan voorzien in art. 5 §1 wordt overeengekomen, dan kunnen 5% van de arbeiders gelijktijdig hun rechten uitoefenen. Voor wat betreft het gedeelte boven de 5%, kunnen de arbeiders hun rechten slechts uitoefenen, mits de individuele toestemming van de werkgever. Deze bepaling dient in de collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen te worden.

§3. De regeling in §1 en §2 van dit artikel geldt tot 30 juni 2011. In functie van een verlenging, zal voor deze einddatum de regeling door de ondertekenende partijen worden geëvalueerd.

§4. Bij dreigend meervoudig ontslag zoals gedefinieerd in artikel 13 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009, kan mits een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak en voor de duur van dit akkoord afgeweken worden van het sectoraal model loopbaanplanning met name door het verhogen van de drempel van 5 % en/of door het verlengen van de duurtijd van 3 jaar naar maximaal 5 jaar.

Dit ondernemingsakkoord dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Nationaal Paritair Comité van de sector metaal-, machine- en elektrische bouw.

E.   Ondernemingen zonder syndicale afvaardiging

Artikel 9

In ondernemingen zonder syndicale afvaardiging moet(en) de uitbreiding(en) of de afwijking(en) van het sectoraal model loopbaanplanning opgenomen worden in een collectieve arbeidsovereenkomst, zoniet in het arbeidsreglement volgens de procedure voorzien in artikel 12 van de Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

HOOFDSTUK III - Organisatieregels voor het recht op loopbaanvermindering met l/5de voor de arbeiders en het recht op loopbaanvermindering met 1/5de en de halftijdse loopbaanvermindering voor de arbeiders van 50 jaar en ouder, die normaal tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen

Artikel 10

Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan:

  • artikel 6 §1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of 2 halve dagen over dezelfde duur, indien de arbeiders tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen;
  • artikel 9 §1 1° en 2° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van enerzijds het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of 2 halve dagen over dezelfde duur, indien de arbeiders 50 jaar en ouder zijn en tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen, en anderzijds het recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.

Artikel 11

De organisatie van het recht op loopbaanvermindering kan gespreid worden over een periode van maximum 12 maanden mits de organisatieregels opgenomen worden in een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau en vervolgens worden geïntegreerd in het arbeidsreglement of door de wijzing van het arbeidsreglement indien er geen vakbondsafvaardiging is in de bedoelde onderneming, en mits het schriftelijk akkoord tussen werkgever en werknemer in dit laatste geval. (conform de bepalingen van §3 van artikel 6 van de CAO nr. 77bis zoals gewijzigd door CAO nr. 77quater).

 

HOOFDSTUK IV - Organisatieregels voor het recht op loopbaanvermindering met 1/5de voor de arbeiders en  het recht op loopbaanvermindering met 1/5de en de halftijdse loopbaanvermindering voor de arbeiders van 50 jaar en ouder, die tewerkgesteld zijn in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen

Artikel 12

Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan:

  • artikel 6 §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of een gelijkwaardige regeling, indien de arbeiders tewerkgesteld zijn in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen;
  • artikel 9 §1 1°, 2° en §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van enerzijds het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of 2 halve dagen over dezelfde duur, indien de arbeiders 50 jaar en ouder zijn en tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen, en anderzijds het recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.

Artikel 13

§1. De nadere regels voor het organiseren van het recht op loopbaanvermindering voorzien in dit hoofdstuk, worden bepaald op ondernemingsniveau, rekening houdend met de volgende voorwaarden:

  • de bestaande arbeidsorganisatie moet verder toegepast kunnen worden. Dit impliceert dat de toepassing van de arbeidscycli en van de ploegenstelsels gegarandeerd moet blijven;
  • de loopbaanvermindering moet minstens per volledige dagen genomen worden of in een gelijkwaardige regeling, te bespreken op ondernemingsvlak.

HOOFDSTUK V - Wijziging en coordinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en coördineert de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 november 2002, houdende het sectoraal model loopbaanplanning en de overgangsmaatregelen inzake de sectorale aanmoedigingspremies deeltijdse arbeid en loopbaanonderbreking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2003 houdende het nationaal akkoord 2003-2004, de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2005 houdende het nationaal akkoord 2005-2006, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2007 houdende het nationaal akkoord 2007-2008 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2009 houdende het nationaal akkoord 2009-2010.

HOOFSTUK IV- Duur

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gaat in op 1 januari 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van de artikels 6 en 8 dat geldt tot 30 juni 2011 en met uitzondering van artikel 7 §4 dat geldt tot 31 december 2010.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één der ondertekenende partijen, mits zes maanden op voorhand opzegging wordt betekend per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor metaal-, machine- en elektrische bouw.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
23/06/2009
Registratienr
104744
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
09/07/2009
Registratiedatum
13/07/2011
Onderwerp
sectoraal model loopbaanplanning
BS Bericht van neerlegging
29/07/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
03/04/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
05/08/2013
Keywords
TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN

Historiek
01/07/2017 30/06/2019 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2015 30/06/2017 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2015 31/03/2015 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2014 31/12/2014 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/04/2015 31/12/2014 2801 Tijdskrediet met motief
01/09/2012 31/12/2013 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2011 31/08/2012 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2009 31/12/2010 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2007 31/12/2008 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2005 31/12/2006 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2003 31/12/2004 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2001 31/12/2002 2801 28 Het sectoraal model loopbaanplanning
01/01/2002 01/01/2002 2801 Beroepsloopbaanonderbreking
01/07/1999 31/12/2001 2801 28 Beroepsloopbaanonderbreking
01/01/2002 31/12/2000 2801 28 Beroepsloopbaanonderbreking