0502 Eindejaarspremie in de ambachtelijke ondernemingen

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.02.01-00.00, 111.02.03-00.00, 111.02.04-01.00, 111.02.04-02.00, 111.02.05-00.00, 111.02.06-01.00, 111.02.06-02.00, 111.02.07-00.00, 111.02.08-00.00, 111.02.09-00.00, 111.02.10-00.00

Bijwerking: 14/05/1999
Geldig vanaf: 01/01/1999

C.A.O. 13 mei 1971 – K.B. van 5 juli 1971 – B.S. van 23 november 1971

Laatst gewijzigd door de CAO van 17 januari en 14 februari 1997 – K.B. 18 juli 1977 – B.S. 3 september 1977

Geldigheid: 1 januari 1971 - onbepaald

Commentaar EJP in ambachtelijke ondernemingen
Deze CAO staat in de meeste gewesten in concurrentie met een andere, recentere CAO, gesloten zowel voor de industriële als de ambachtelijke ondernemingen. De bovenstaande CAO is slechts geldig voor zover zij gunstiger is voor de arbeiders dan de recenter afgesloten CAO.

Bedrag 

Vanaf 1976: 6,24 %

Het jaarlijks brutoloon wordt evenwel vermeerderd met het normaal loon dat overeenstemt met alle afwezigheidsdagen te wijten aan een arbeidsongeval en beroepsziekte

Uitbetalingdatum

  • 2/3 van het bedrag wordt betaald bij de loonuitbetaling gelegen vóór 31 december
  • 1/3 van het bedrag wordt betaald bij de loonuitbetaling gelegen vóór 30 juni van het volgend jaar.

Toekenningsmodaliteiten

  • Sedert ten minste drie maand in het personeelsregister van de onderneming zijn ingeschreven op 30 november van het refertejaar (1 december van het voorafgaande jaar – 30 november van het jaar waarop de premie betrekking heeft)
  • Pro rata temporis voor:
    - de personen die ontslagen werden, behalve om zwaarwichtige reden;
    - de rechthebbenden van de overleden werklieden;
    - ruststelling van de werkman

In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 13 mei 1971 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden tewerkgesteld in de ambachtelijke metaalbewerkingsondernemingen. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 5 juli 1971 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 november 1971.

Zij werd achtereenvolgens gewijzigd door CAO’s van:

- 19 februari 1973 (KB 6 augustus 1973, BS 18 augustus 1973),

- 15 januari 1974 (KB 18 februari 1974, BS 7 mei 1974),

- 4 juni 1974 (KB 1 augustus 1974, BS 3 oktober 1974, opgeheven door een KB van 30 april 1976, BS 31 december 1976),

- 17 januari en 14 februari 1977 (KB 18 juli 1977, BS 3 september 1977).

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de eindejaarspremie en vervolgens enige commentaar en enkele belangrijke praktische schikkingen.

Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ambachtelijke metaalbewerkingsondernemingen, welke onder het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, met uitzondering van de industriële metaalbewerkingsondernemingen en de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan de werklieden en werksters.

(...)

HOOFDSTUK Vbis - Eindejaarspremie

Artikel 13bis

Onverminderd voordeliger bepalingen op het vlak van de ondernemingen wordt een eindejaarspremie toegekend aan de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld bij artikel 1.

Deze eindejaarspremie, uitgedrukt in een percentage van het jaarlijks brutoloon dat overeenstemt met het loon voor effectief gepresteerde uren en het loon voor bijkomende prestaties, wordt vanaf het jaar 1976 vastgesteld op 6,24 %.

Het jaarlijks brutoloon wordt evenwel vermeerderd met het normaal loon dat overeenstemt met alle afwezigheidsdagen te wijten aan een arbeidsongeval en beroepsziekte.

Het bedrag van de eindejaarspremie voor 1976 wordt uitgekeerd als volgt :

a) 2/3 van het bedrag wordt betaald bij de loonuitbetaling gelegen vóór 31 december 1976 ;

b) 1/3 van het bedrag wordt betaald bij de loonuitbetaling gelegen vóór 30 juni 1977.

Het bedrag van de eindejaarspremie is verschuldigd aan de werklieden die sedert ten minste drie maand in het personeelsregister van de onderneming zijn ingeschreven op 30 november van het refertejaar.

In geval van afdanking, andere dan om dringende redenen, en in geval van op ruststelling van de werkman, wordt dat percentage volgens dezelfde regeling als hierboven toegepast op het loon verdiend tijdens het refertejaar ; in deze laatste gevallen geschiedt de betaling van de premie op het ogenblik van het vertrek van de werkman.

In geval van overlijden van de werkman, wordt de premie toegekend aan de rechthebbenden van de overleden werkman en berekend volgens dezelfde regeling als hierboven.

Voor de toepassing van voormelde bepalingen dient onder refertejaar te worden verstaan, de periode tussen 1 december van het voorafgaande jaar en 30 november van het jaar waarin de eerste betaling gebeurt.

(...)

HOOFDSTUK VIII – Inwerkingtreding - Geldigheid

Artikel 21

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1971 en is geldig voor onbepaalde tijd. Zij kan slechts opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, dat per aangetekend schrijven dient gericht aan de Voorzitter van het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

Commentaar

Deze CAO staat in de meeste gewesten in concurrentie met een andere, recentere CAO, gesloten zowel voor de industriële als de ambachtelijke ondernemingen. De bovenstaande CAO is slechts geldig voor zover zij gunstiger is voor de arbeiders dan de recenter afgesloten CAO; wij verwijzen u ook naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0501.

Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de aangeslotenen van GROEP S - Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de arbeiders vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de arbeiders toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.


Historiek
01/01/1999 31/12/2999 0502 Eindejaarspremie in de ambachtelijke ondernemingen