2003 Bestaanszekerheidsuitkeringen (ziekte-ongeval)

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.01.01-00.00, 111.01.02-00.00, 111.01.03-00.00, 111.01.04-01.00, 111.01.04-02.00, 111.01.05-00.00, 111.01.06-01.00, 111.01.06-02.00, 111.01.07-00.00, 111.01.08-00.00, 111.01.09-00.00, 111.01.10-00.00, 111.02.01-00.00, 111.02.02-00.00, 111.02.03-00.00, 111.02.04-01.00, 111.02.04-02.00, 111.02.05-00.00, 111.02.06-01.00, 111.02.06-02.00, 111.02.07-00.00, 111.02.08-00.00, 111.02.09-00.00, 111.02.10-00.00

Bijwerking: 28/05/2020
Geldig vanaf: 01/07/2019

Tussenkomsten: ziekte-, bevallings- en ongevallenbijslagen.

Betaling: door het Fonds.

In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 16 december 2019 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het “Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid” (nr. 156835/CO/111).

1. Ziekte-, bevallings- en ongevallenbijslagen

De werklieden en werksters tewerkgesteld in een voltijdse dienstbetrekking hebben voor zover hun eerste door de ziekte- en invaliditeitsverzekering vergoede dag valt op 1 april 1999 of later en na de periode gedekt door het gewaarborgd loon, recht op een vergoeding van 93,27 EUR(*) vanaf 1 juli 2019 per maand, voor zover deze werknemers de volgende voorwaarden vervullen:

  • op het ogenblik waarop de ongeschiktheid zich voordoet, in dienst zijn van een werkgever die valt onder het bovenstaande toepassingsgebied;
  • gerechtigd zijn op de primaire vergoedingen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij toepassing van de wetgeving terzake, zonder dat deze vergoedingen gedurende de ganse periode van de ongeschiktheid effectief moeten zijn toegekend;
  • op het ogenblik waarop de ongeschiktheid zich voordoet, een anciënniteit van vijftien dagen hebben in de onderneming.
  • De werklieden en werksters tewerkgesteld in een deeltijdse dienstbetrekking hebben, binnen dezelfde toekenningsvoorwaarden, recht op een vergoeding van 46,64 EUR(*) vanaf 1 juli 2019.

Deze forfaitaire maandelijkse vergoeding wordt gedurende maximaal 11 maanden betaald.  Deze duurtijd van de periode van de aanvullende vergoeding in geval van ziekte wordt vanaf 1 juli 2017 verlengd van 11 naar 14 maanden.  Deze verlenging van de vergoedbare periode geldt voor alle dossiers, waarvan de eerste dag ziekte ten vroegste valt op 1 juli 2016.  De eerste forfaitaire vergoeding kan ten vroegste betaald worden voor de maand volgend op deze waarin de eerste effectieve ziektedag viel.  Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand.

De werklieden en werksters die voldoen aan de toekenningsvoorwaarden maar die niet voldoen aan de voorwaarde van de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde werkloze krijgen een gelijkwaardige forfaitaire vergoeding toegekend volgens de modaliteiten en de voorwaarden vastgesteld door het college van de voorzitters.

Ongeacht de duur van een werkhervatting geeft een nieuwe ziekteperiode, onder dezelfde voorwaarden, opnieuw recht op de maandelijkse forfaitaire vergoeding voor zover betrokkene opnieuw gewaarborgd loon ontving.

  • De werklieden en werksters, tewerkgesteld in een voltijdse dienstbetrekking  hebben, voor zover hun eerste door de ziekte- en invaliditeitsverzekering vergoede dag valt op 1 april 1999 of later en na de periode gedekt door het gewaarborgd loon, recht op een aanvullende vergoeding gelijk aan 93,27 EUR(*) vanaf 1 juli 2019 per maand voor zover ze voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • op het ogenblik waarop de ongeschiktheid zich voordoet, in dienst zijn van een werkgever die valt onder het bovenstaande toepassingsgebied;
    • arbeidsongeschikt zijn ingevolge ziekte, bevalling of ongeval, met uitsluiting van de beroepsziekten en de arbeidsongevallen;
    • gerechtigd zijn op de vergoedingen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij toepassing van de wetgeving ter zake;
    • 57 jaar zijn op de  eerste door de ziekte- en invaliditeitsverzekering vergoede dag, of deze leeftijd bereiken gedurende de periode waarin de vergoedingen bepaald in punt 2.1. betaald worden.

De werklieden en werksters, tewerkgesteld in een deeltijdse dienstbetrekking hebben, voor zover hun eerste door de ziekte- en invaliditeitsverzekering vergoede dag valt op 1 april 1999 of later en na de periode gedekt door het gewaarborgd loon, recht op een aanvullende vergoeding gelijk aan 46,64 EUR(*) vanaf 1 juli 2019 per maand voor zover ze  vermelde voorwaarden.

Indien werklieden en werksters van buitenlandse ondernemingen en grensarbeiders van in België gevestigde ondernemingen niet voldoen aan de voorwaarde van hoedanigheid van gerechtigde op de vergoedingen van ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt een gelijkwaardige toeslag toegekend volgens de modaliteiten en onder de voorwaarden vastgesteld door het college van de voorzitters.

De aanvullende vergoedingen worden niet meer toegekend, wanneer de werkman of werkster volgens de wetgeving betreffende de ziekte- en invaliditeitsverzekering verondersteld wordt met pensioen te zijn gegaan.

De eerste forfaitaire vergoeding kan ten vroegste betaald worden voor de maand volgend op deze waarin de eerste effectieve ziektedag viel.  Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand.

Ongeacht de duur van een werkhervatting geeft een nieuwe ziekteperiode, onder dezelfde voorwaarden, opnieuw recht op de maandelijkse forfaitaire vergoeding voor zover betrokkene opnieuw gewaarborgd loon ontving.

De werklieden en werksters van 50 jaar en meer, tewerkgesteld in een voltijdse of deeltijdse dienstbetrekking, die in de periode van 1 april 2001 tot 30 juni 2019 ziek worden of zich op 1 april 2001 in een periode van uitkering bevinden, en op voorwaarde dat ze ononderbroken ziek blijven tot de leeftijd van 57 jaar, hebben, na uitputting van hun recht, vanaf de leeftijd van 57 jaar recht op de aanvullende vergoeding, en dit tot hun pensioenleeftijd, en voor zover de ziekte ononderbroken verder duurt.

2. Gemeenschappelijke bepalingen

De raad van beheer bepaalt de datum en de modaliteiten van betaling van de door het Fonds toegekende uitkeringen en bijslagen ; in geen geval mag de betaling van de uitkeringen en bijslagen afhankelijk zijn van de storting der bijdragen verschuldigd door de aan het Fonds onderworpen werkgever.

De bijslagen en uitkeringen worden aan de werknemers betaald door de in het paritair comité vertegenwoordigde syndicale organisaties, volgens de door de raad van beheer vastgestelde modaliteiten.

De werklieden en werksters kunnen zich nochtans rechstreeks tot het Fonds wenden.

De voorwaarden van toekenning van de door het Fonds verleende bijslagen en uitkeringen, evenals het bedrag ervan, kunnen gewijzigd worden op voorstel van de raad van beheer bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Onverminderd de bevoegdheid van de rechtbanken, worden de geschillen betreffende de toekenning van uitkeringen en bijslagen voorzien door de onderhavige statuten voorgelegd aan een raadgevende commissie opgericht door de raad van beheer. Deze kan eveneens gewestelijke raadgevende commissies oprichten.

3. Commentaar

Er is recht op de aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid, ook omwille van Medische Overmacht (hiervoor wordt een FM01/62 afgeleverd door het Fonds op vraag van de werkgever).

De voorwaarden wijken iets af van de gewone tijdelijke werkloosheid omwille van economische reden, omdat hier vooraf een FM04 (voltijdsen) of FM44 (deeltijdsen) moet betaald zijn voor minstens 1 maand.

Dit is een aanvullende vergoeding bij ziekte die betaald wordt na uitputting van het gewaarborgd loon bij ziekte.

Vervolgens moet er jaarlijks een hernieuwde aanvraag gebeuren via een interne procedure tussen FBZMN en UBI, daar hoeft de werkgever niets meer te ondernemen.

Is er geen voorafgaandelijke ziekte geweest, is de werknemer m.a.w. onmiddellijk van tewerkstelling in de medische overmacht terechtgekomen, wat uiteraard heel uitzonderlijk is maar niet onmogelijk, dan kan een afwijkende regeling gevraagd worden aan het Fonds met de nodige motivatie.

Indien de ziekte veroorzaakt werd door Arbeidsongeval of Beroepsziekte, is er GEEN recht op de aanvullende vergoedingen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
16/12/2019
Registratienr
156835
Geldig van
01/07/2019
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
19/12/2019
Registratiedatum
05/02/2020
Onderwerp
Wijziging en coördinatie van de statuten van het 'Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid'.
BS Bericht van neerlegging
17/02/2020
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
07/03/2021
Gepubliceerd in het B.St. van
29/03/2021
Keywords
LONEN, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), SYNDICALE PREMIE, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, DETACHERING

Historiek
01/07/2019 31/12/2050 2003 Bestaanszekerheidsuitkeringen (ziekte-ongeval)