24 Syndicale vorming

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.01.01-00.00, 111.01.02-00.00, 111.01.03-00.00, 111.01.04-01.00, 111.01.04-02.00, 111.01.05-00.00, 111.01.06-01.00, 111.01.06-02.00, 111.01.07-00.00, 111.01.08-00.00, 111.01.09-00.00, 111.01.10-00.00, 111.02.01-00.00, 111.02.02-00.00, 111.02.03-00.00, 111.02.04-01.00, 111.02.04-02.00, 111.02.05-00.00, 111.02.06-01.00, 111.02.06-02.00, 111.02.07-00.00, 111.02.08-00.00, 111.02.09-00.00, 111.02.10-00.00

Bijwerking: 12/10/2020
Geldig vanaf: 13/03/1999

In het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 1 maart 1972 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de syndicale vorming van de werklieden en werksters.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 30 juni 1972 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 oktober 1972.

Een artikel 6bis werd ingevoegd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999 gesloten in hetzelfde paritair comité, die op 13 april 1999 in werking trad.  Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 5 september 2001 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 november 2001.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

De periode van 4 jaar zoals bepaald in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 1972 inzake syndicale vorming neemt een aanvang op 1 juli 2020. Ingeval van wijziging van het aantal vaste mandaten naar aanleiding van de sociale verkiezingen 2020 zal een proportionele berekening worden toegepast op het krediet van vormingsdagen (CAO nr. 160986/CO/111).

Artikel 1

Onderhavige overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders(sters) van de ondernemingen, die ressorteren onder het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

Artikel 2

Onderhavige overeenkomst regelt de toepassing van punt 7 van de interprofessionele overeenkomst van 15 juni 1971, betreffende de syndicale vorming.

Artikel 3

De ondertekenende partijen zijn van oordeel dat, gelet op de rol die de vertegenwoordigers van de werknemers binnen in de ondernemingen spelen het hun past, wordt hun binnen de hierna omschreven grenzen, de nodige faciliteiten te verlenen om leergangen te volgen, die nodig zijn voor het optimaal volbrengen van hun taak.

Artikel 4

Te dien einde zijn de ondertekenende partijen het eens over de modaliteiten volgens welke het de vertegenwoordigers van de werknemers wordt toegestaan zonder loonderving cursussen en seminaries bij te wonen, die:

a)  georganiseerd worden door de nationale of regionale vakverbonden of hun beroepscentrales, hun regionale afdelingen inbegrepen, en dit op tijdstippen die samenvallen met de normale arbeidsuren;

b)  gericht zijn op de vervolmaking van hun economische, sociale, technische en syndicale kennis binnen het kader van hun taak als vertegenwoordigers van de werknemers.

Artikel 5

De door de beschikkingen van onderhavige overeenkomst bedoelde werknemers zijn de werkende, verkozen of aangewezen leden van de Ondernemingsraden, van de Comités voor Veiligheid en Gezondheid en van de Vakbondsafvaardigingen.

In bepaalde uitzonderlijke en in elk van de gevallen afzonderlijk in gemeenschappelijk overleg tussen het ondernemingshoofd en de vakbondsafvaardiging uit te maken omstandigheden kunnen evenwel een of meerdere van de in de vorige paragraaf bedoelde werknemers worden vervangen door andere syndicale verantwoordelijken, die door de vakbonden bij name zullen worden aangeduid.

Artikel 6

De duur van de afwezigheid wegens het bijwonen van cursussen en seminaries, als bedoeld in de artikels 3 en 4 van onderhavige conventie, is vastgesteld op tien dagen per effectief mandaat over een periode van vier jaar.

Artikel 6bis

Ten gevolge van het uitstel van de sociale verkiezingen van het jaar 1999 naar het jaar 2000 wordt voor het bijkomende jaar, de duur van de afwezigheden wegens bijwonen van cursussen en seminaries vermeerderd met 2,5 dagen per effectief mandaat tot aan de installatie van de syndicale delegaties na de sociale verkiezingen van het jaar 2000.

Artikel 7

Het totale aantal dagen toegestane afwezigheid zoals bepaald in artikel 6, zal onder de vakbonden worden verdeeld naar rato van het aantal mandaten die zij in de drie in elke onderneming bestaande vertegenwoordigersorganen hebben verkregen.

Artikel 8

Het normale loon, berekend zoals voor de feestdagen, wordt door de werkgever betaald aan de rechthebbenden op opleidingsverlet voor de dagen afwezigheid toegestaan krachtens onderhavige overeenkomst.

Artikel 9

De ondertekenende vakbondscentrales zullen drie weken op voorhand bij de betrokken werkgevers hun schriftelijke aanvraag indienen tot wettiging van afwezigheid van hun leden wegens het bijwonen van cursussen voor vakbondsopleiding.

Deze aanvraag moet het volgende behelzen:

- de naamlijst der vakbondsmandatarissen voor wie om verlof wordt gevraagd, alsmede de duur van hun afwezigheid;

- datum en duur van de georganiseerde cursussen;

- thema's die worden onderwezen en bestudeerd.

Artikel 10

Ten einde te voorkomen dat de gelijktijdige afwezigheid van verscheidene werknemers de organisatie van het werk zou verstoren, worden het ondernemingshoofd en de vakbondsafvaardiging het in elke geval afzonderlijk eens worden over het maximum toelaatbare aantal afwezigheden.

Artikel 11

Alle geschillen waartoe de toepassing van onderhavige overeenkomst aanleiding zou kunnen geven, zullen worden onderzocht in het raam van de normale verzoeningsprocedure.

Artikel 12

Onderhavige arbeidsovereenkomst ingaande op 1 januari 1972 wordt voor onbepaalde duur gesloten.  Zij kan worden opgezegd door een der partijen, mits drie maanden op voorhand opzegging wordt betekend per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

Artikel 13

De in onderhavige overeenkomst niet voorziene gevallen worden door het nationaal paritair comité onderzocht.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
06/07/2020
Registratienr
160986
Geldig van
01/07/2020
Geldig tot
30/06/2024
Neerleggingsdatum
06/08/2020
Registratiedatum
29/09/2020
Onderwerp
Gevolgen ven het uitstel van de sociale verkiezingen voor de syndicale afvaardiging
BS Bericht van neerlegging
19/10/2020
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/12/2020
Gepubliceerd in het B.St. van
27/01/2021
Keywords
SYNDICALE AFVAARDIGING, SYNDICALE VORMING, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN

Historiek
13/03/1999 31/12/2999 24 Syndicale vorming