2802 Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.03.00-00.00

Bijwerking: 28/07/2015
Geldig vanaf: 01/04/2015
Geldig tot: 31/12/2014

Eén van de mogelijkheden van tijdskrediet eindeloopbaan is tijdskrediet vanaf de leeftijd van 50 jaar op voorwaarde dat men een beroepsloopbaan van 28 jaar als loontrekkende heeft. Om dit tijdskrediet onder de vorm van een 1/5de - vermindering op te nemen, moet deze mogelijkheid verplicht voorzien zijn door een sectorale cao.

In deze sector werd dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten.

Opgelet! Het recht op dit tijdskrediet bestaat nog steeds (krachtens cao nr. 103) maar geeft geen recht meer op onderbrekingsuitkeringen (behalve in het kader van de overgangsmaatregelen).

Voor de reglementering inzake tijdskrediet verwijzen wij u naar onze brochure.

 

In het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw werd op 23 juni 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het sectoraal model loopbaanplanning. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 10 oktober 2010 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 november 2010.

- Artikel 6 wordt gewijzigd en verlengd tot en met 31 december 2014; 

- de afwijking van het sectoraal model loopbaanplanning naar aanleiding van een dreigend meervoudig ontslag wordt verlengd tot 31 december 2014 en

- de mogelijkheid tot 1/5e loopbaanvermindering na 28 jaar loopbaan voor werknemers van 50 jaar en ouder wordt ingevoerd 

door het nationaal akkoord 2013-2014 van 17 maart 2014 (neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 18 december 2014 onder het nr. 124612/CO/11103; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 16 januari 2015).  De bepalingen van het nationaal akkoord 2013-2014 zijn geldig van 1 januari 2014 tot 31 december 2014.  Nochtans worden de bepalingen van bepaalde duur tot 31 december 2014 van het nationaal akkoord 2013-2014 verlengd tot 30 juni 2015 en dit krachtens een CAO van 16 maart 2015.  De CAO van 16 maart 2015 werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 21 april 2015 onder het nr. 126630/CO/111.03: het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 5 mei 2015.

Wij geven u hierna de tekst van de CAO van 23 juni 2009.

Tekst CAO 23 juni 2009

HOOFDSTUK I - Inleiding

Artikel 1

A. Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke bruggen en gebinten monteren die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitsluiting van de ondernemingen die behoren tot de sector metaalverwerking.

Onder “arbeiders” wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

B. Voorwerp

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van :

  • de Wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven;
  • de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 77ter, op haar beurt gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 77quater van 30 maart 2007 tot invoering van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking;
  • artikel 29 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2007 houdende het nationaal akkoord 2007-2008 voor de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-,machine- en elektrische bouw, sectie monteerders.

C. Algemeen verbindend verklaring

Artikel 3

Ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.

HOOFDSTUK II – Het sectoraal model loopbaanplanning

A. Uitbreiding van het recht op tijdskrediet

Artikel 4

§1. Inzake het recht op halftijds en voltijds tijdskrediet voorzien in hoofdstuk III, afdeling 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater van de Nationale Arbeidsraad, wordt vanaf 1 januari 2002 de duur van dit recht over de volledige loopbaan van 1 op 3 jaar gebracht.

Commentaar

Deze collectieve arbeidsovereenkomst die gesloten werd in het kader van het oude regime van tijdskrediet moet gelezen worden in het licht van het nieuw regime van tijdskrediet.

Wij verklaren ons nader.

De CAO nr. 77bis van 19 december 2001 voorzag in de mogelijkheid voor sectoren en ondernemingen om het recht op voltijds of halftijds tijdskrediet te verlengen van 1 tot maximum 5 jaar.

De CAO nr. 103 vervangt deze mogelijkheid door de mogelijkheid om bovenop de 12 maanden tijdskrediet zonder motief  36 maanden voltijds of halftijds tijdskrediet met motief op te nemen.

De werknemers die nog in het stelsel van de CAO nr. 77bis rechten uitoefenen en degene die voor 1 september 2012 hun recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering hebben aangevraagd, blijven onder de toepassing van de oude CAO nr. 77bis.

De nieuwe aanvragen en de verlengingsaanvragen waarvan de werkgever in kennis werd gesteld na 1 september 2012, vallen onder toepassing van deze nieuwe CAO nr. 103. De werknemer heeft dus overeenkomstig deze CAO recht op 12 maanden tijdskrediet zonder motief en zal van een bijkomend recht van 36 maanden tijdskrediet met motief kunnen genieten, indien er binnen de sector of de onderneming een CAO bestaat die dit recht ook toelaat.

De CAO’s die op ondernemingsniveau en sectoraal niveau  gesloten werden voor de inwerkingtreding van de CAO nr. 103 blijven gelden. De verlenging die hierin werd voorzien op basis van de CAO nr. 77bis, zal echter gelezen moeten worden in het licht van de nieuwe CAO nr. 103 :

 

Indien de CAO’s op basis van de CAO nr.77bis spreken over een…, zal dit gelezen moeten worden als een:
verlenging van het voltijds en/of halftijds tijdskrediet met 1 jaar/ tot 2 jaar recht op 12 maanden tijdskrediet zonder motief en 12 maanden voltijds en/of halftijds tijdskrediet met motief
verlenging van het voltijds en/of halftijds tijdskrediet met 2 jaar/ tot 3 jaar recht op 12 maanden  tijdskrediet zonder motief en 24 maanden voltijds en/of halftijds tijdskrediet met motief
Verlenging van het voltijds en/of halftijds tijdskrediet met 3 of 4 jaar/ tot 4 of 5 jaar recht op 12 maanden tijdskrediet zonder motief en 36 maanden jaar voltijds en/of halftijds tijdskrediet met motief

 

§2. Voor arbeiders van 50 jaar of meer kan het voltijdse tijdskrediet slechts opgenomen worden in niet aaneengesloten periodes van maximum 1 jaar.

B. Organisatieregels

Artikel 5

§ 1. Conform de bepaling van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater, wordt de drempel inzake het gelijktijdig uitoefenen van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering op 1 januari 2002 vastgelegd op 5 % van de arbeiders.

§2. Vanaf 1 juni 2007 worden voor de toepassing van §1 van dit artikel, niet geacht te behoren tot de arbeiders die gelijktijdig hun recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering uitoefenen, de arbeiders van 55 jaar of ouder die een 1/5de loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd.

§3. De specifieke regelingen inzake loopbaanonderbreking, met name:

  • het recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zeer zwaar ziek gezins- of familielid, opgenomen in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 8 september 1998),
  • het recht op ouderschapsverlof in het kader van loopbaanonderbreking, opgenomen in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997,
  • het recht op loopbaanonderbreking in het kader van palliatief verlof, opgenomen in het koninklijk besluit van 22 maart 1995 (Belgisch Staatsblad van 5 mei 1995), houdende uitvoering van artikel 100bis §4 van de herstelwet van 22 januari 1985

stellen een apart recht op loopbaanonderbreking in en vallen hierdoor volledig buiten het recht voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater en de sectorale uitbreiding vermeld in artikel 4.

Dit betekent eveneens dat deze vormen van loopbaanonderbreking in de onderneming niet mee kunnen worden geteld in de berekening van de 5%.

§3. Ondernemingen die vóór 1 januari 2001 een hoger percentage hanteerden, kunnen dit rekening houdend met de hiernavolgende bepaling behouden.

Het bestaande percentage kadert in het recht op beroepsloopbaanonderbreking, geregeld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999 betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking, en wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Om het hogere percentage vast te stellen wordt het aantal arbeiders, betrokken bij de invulling van de voltijdse equivalenten, gerelateerd aan het aantal tewerkgestelde arbeiders op 31 december 2000.

Is het aldus bekomen percentage hoger dan 5 % van het aantal op 30 juni 2001 tewerkgestelde arbeiders, dan mag dit behouden blijven.  Dit verhoogde percentage dient vastgelegd te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst.

C. Ondernemingsovereenkomsten brugpensioen

Artikel 6

Alle collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het SWT die gesloten zijn op ondernemingsvlak en geregistreerd en neergelegd zijn bij de administratie van collectieve arbeidsbetrekkingen bij de Federale Overheidsdienst van Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg, met uitzondering van de collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die betrekking hebben op tijdelijke herstructureringsoperaties, worden onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 31 december 2014, tenzij partijen op ondernemingsvlak beslist hebben, in het kader van de onderhandelingen over de uitbreiding van het sectoraal model loopbaanplanning, deze niet te verlengen.

D. Afwijkingen op het sectoraal model

1. Voor ondernemingen met een brugpensioenakkoord

Artikel 7

§ 1. Op ondernemingsvlak kan, mits een collectieve arbeidsovereenkomst in uitvoering van dit artikel, afgeweken worden van het sectoraal model loopbaanplanning. Deze afwijking kan betrekking hebben op het verlengen van de in artikel 4 §1 bepaalde duur van 3 jaar tot maximum 5 jaar en/of het verhogen van de in artikel 5 §1 bepaalde drempel.

§ 2. Deze afwijking kan tevens en tegelijk betrekking hebben op de herziening van het brugpensioenakkoord op ondernemingsvlak (herziening is niet-verlenging of wijziging van de modaliteiten). Indien men niet tot een akkoord komt, blijft het sectoraal model loopbaanplanning van kracht zoals bepaald in artikels 4 , 5 en 6 van dit akkoord.

§ 3. Indien er op ondernemingsvlak een brugpensioenakkoord bestaat, moet de collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in §1 van dit artikel, alleszins de al dan niet herziening van dit brugpensioenakkoord bevatten.

§ 4. Indien er op ondernemingsvlak geen brugpensioenakkoord bestaat, wordt in geval van afwijking van het sectoraal model, een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de zin van §1 van dit artikel.

§ 5. Bij dreigend meervoudig ontslag, zoals gedefinieerd in artikel 13 van het nationaal akkoord van 26 mei 2009, kan mits een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak en voor de duur van dit akkoord, afgeweken worden van het sectoraal model loopbaanplanning zoals voorzien in artikel 7 §1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met name door het verhogen van de drempel van 5% en/of de verlenging van de duurtijd van 3 jaar naar maximaal 5 jaar.

De onderhandeling van deze afwijking kan evenwel niet gekoppeld worden aan de heronderhandeling van het bestaande brugpensioenakkoord op ondernemingsvlak, zoals voorzien in artikel 7 §3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Dit ondernemingsakkoord dient ter goedkeuring voorgelegd aan het Nationaal Paritair Comité van de sector metaal-, machine- en elektrische bouw.

Commentaar: de afwijking van het sectoraal model loopbaanplanning naar aanleiding van een dreigend meervoudig ontslag wordt verlengd tot 31 december 2014 door de CAO van 17 maart 2014.

HOOFDSTUK III – Organisatieregels voor het recht op loopbaanvermindering met 1/5de voor de arbeiders en het recht op loopbaanvermindering met 1/5de en de halftijdse loopbaanvermindering voor de arbeiders van 50 jaar en ouder, die normaal tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen

Artikel 8

Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan:

  • artikel 6 §1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of 2 halve dagen over dezelfde duur, indien de arbeiders tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling, gespreid over 5 of meer dagen;
  • artikel 9 §1 1° en 2° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van enerzijds het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of 2 halve dagen over dezelfde duur, indien de arbeiders 50 jaar en ouder zijn en tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen, en anderzijds het recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.

Artikel 9

De organisatie van het recht op loopbaanvermindering kan gespreid worden over een periode van maximum 12 maanden mits de organisatieregels opgenomen worden in een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau en vervolgens worden geïntegreerd in het arbeidsreglement of door de wijziging van het arbeidsreglement indien er geen vakbondafvaardiging is in de bedoelde onderneming, en mits het schriftelijk akkoord tussen werkgever en werknemer in dit laatste geval (conform de bepalingen van §3 van artikel 6 van de CAO nr 77 bis zoals gewijzigd door CAO nr 77quater).

HOOFDSTUK IV - Organisatieregels voor het recht op loopbaanvermindering met 1/5de voor de arbeiders en het recht op loopbaanvermindering met 1/5de en de halftijdse loopbaanvermindering voor de arbeiders van 50 jaar en ouder, die tewerkgesteld zijn in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling, gespreid over 5 of meer dagen

Artikel 10

Dit hoodstuk geeft uitvoering aan:

  • artikel 6 §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of een gelijkwaardige regeling, indien de arbeiders tewerkgesteld zijn in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen;
  • artikel 9 §1 1°, 2° en §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van enerzijds het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of 2 halve dagen over dezelfde duur, indien de arbeiders 50 jaar en ouder zijn en tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling, gespreid over 5 of meer dagen, en anderzijds het recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.

Artikel 11

§ 1. De nadere regels voor het organiseren van het recht op loopbaanvermindering, voorzien in dit hoofdstuk, worden bepaald op ondernemingsniveau, rekening houdend met volgende voorwaarden:

  • de bestaande arbeidsorganisatie moet verder toegepast kunnen worden. Dit impliceert dat de toepassing van de arbeidscycli en van de ploegenstelsels gegarandeerd moet blijven;
  • de loopbaanvermindering moet minstens in volledige dagen worden genomen of in een gelijkwaardige regeling, te bespreken op ondernemingsvlak.

HOOFDSTUK V - Wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst

Artikel 12

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en coördineert de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 november 2006, houdende het sectoraal model loopbaanplanning en de overgangsmaatregelen inzake de sectorale aanmoedigingspremies deeltijdse arbeid en loopbaanonderbreking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2003 houdende het nationaal akkoord 2003-2004, de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2005 houdende het nationaal akkoord 2005-2006, de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2007 houdende het nationaal akkoord 2007-2008 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2009 houdende het nationaal akkoord 2009-2010.

HOOFDSTUK VI – Duur

Artikel 13

Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gaat in op 1 januari 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van artikel 6 dat geldt tot 30 juni 2012 en met uitzondering van artikel 7 § 5 dat geldt tot 31 december 2010.

Commentaar: de bepalingen van artikel 6 worden verlengd tot en met 31 december 2014 en de bepalingen van artikel 7 § 5 worden verlengd tot 31 december 2014.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één der ondertekenende partijen, mits zes maanden op voorhand opzegging wordt betekend per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor metaal-, machine- en elektrische bouw. 

BIJLAGE 

(...)

Commentaar: voor de bepalingen van de bijlage (lijst ondernemingen met SWTakkoorden) zie integrale tekst van de CAO van 17/03/2014 - nr. 124612/CO/111.03.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
17/03/2014
Registratienr
124612
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
21/03/2014
Registratiedatum
18/12/2014
Onderwerp
sectoraal akkoord 2013-2014
BS Bericht van neerlegging
16/01/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
25/03/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
22/04/2016
Keywords
LONEN, ECOCHEQUES, EINDEJAARSPREMIE, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, ARBEIDSDUUR IN UREN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, LOOPBAANONDERBREKING, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, RISICOGROEPEN, WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN), BRUGPENSIOEN, STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT), OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE AFVAARDIGING, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN, SOCIALE VREDE, HARMONISERING STATUUT ARBEIDERS/BEDIENDEN

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 2802 Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)
01/01/2021 31/12/2023 2802 Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)
01/07/2019 31/12/2020 2802 Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)
01/07/2017 30/06/2019 2802 Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)
01/01/2015 30/06/2017 2802 Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)
01/04/2015 31/12/2014 2802 Tijdskrediet eindeloopbaan (recht)