1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten

Paritair (sub-)Comité nr.:
112.00.00-00.00

Bijwerking: 18/11/2003
Geldig vanaf: 01/07/2003
Geldig tot: 30/06/2007

In het Paritair Comité voor het garagebedrijf werd op 8 juli 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vervoerskosten. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 oktober 2003 onder het nummer 67853/CO/112. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2003.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan: de werklieden of de werksters.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn alleen toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden ten minste 1 kilometer bedragen.

HOOFDSTUK II - Vervoer per spoor

Artikel 4

De werkgeversbijdrage in de prijs van de sociale abonnementen van de werklieden die zij tewerkstellen wordt geregeld overeenkomstig de tabellen gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 14 december 1990) getroffen in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (afgekort: NMBS) ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.

Iedere latere aanpassing van deze laatste reglementering wordt in overweging genomen voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK III - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer

Artikel 5

Wat het ander gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt de werkgeversbijdrage in de prijs van de abonnementen van de werklieden die zij tewerkstellen geregeld, voor een overeenstemmende afstand, overeenkomstig de tabellen gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 14 december 1990), bedoeld in artikel 3.

Artikel 6

De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de werklieden die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt:

a) de werklieden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat zij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd, en preciseren het aantal effectief afgelegde kilometers; zij waken erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in deze toestand te signaleren;

b) de werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de onder a) bedoelde verklaring nagaan;

c) wanneer het een eenheidsprijs betreft, wordt de bijdrage van de werkgever, ongeacht de afstand, forfaitair vastgesteld op de tussenkomst in de prijs van het abonnement voor een gemiddelde afstand die forfaitair wordt vastgesteld op 7 km, zonder evenwel 50 % van de door de werkman werkelijk betaalde prijs te overschrijden.

HOOFDSTUK IV - Gemengde vervoermiddelen

Artikel 7

Wanneer de werkman verschillende openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen gebruikt, is de bijdrage van de werkgever geregeld voor een afstand die overeenstemt met de som van de afstanden van de verschillende vervoermiddelen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij artikel 5 en de tabellen gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 14 december 1990), bedoeld in artikel 3.

HOOFDSTUK V - Vervoer volledig of gedeeltelijk door de werkgever georganiseerd

Artikel 8

In de ondernemingen die reeds voorzien in bijdragen voor het vervoer van de werklieden naast deze vastgesteld bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 bedoeld in artikel 3, moet een oplossing worden gezocht welke ingegeven is door het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971 en door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK VI - Andere vervoermiddelen

Artikel 9

Wanneer de werkman zich verplaatst met om het even welk ander vervoermiddel dan deze voorzien in de hoofdstukken II tot en met V, heeft de werkman recht op een dagvergoeding.

Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS te delen door 5.

Artikel 10

Voor de afstanden van minder dan 3 kilometer wordt de werkgeverstussenkomst berekend volgens het principe van 1/3 per kilometer van de bijdrage van de werkgever in de prijs van het sociale abonnement NMBS (treinkaart) voor de afstand "0-3 km".

HOOFDSTUK VII - Tijdstip en modaliteiten van terugbetaling

Artikel 11

De bijdrage van de werkgevers in de door de werklieden gedragen vervoerskosten wordt maandelijks betaald voor het vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en éénmaal per week voor de vervoerbewijzen met geldigheid van één week.

Artikel 12

De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten per spoor wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS.

De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.

Artikel 13

De werkgevers komen tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoermiddelen op voorwaarde dat de werkman het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.

Indien de werkman dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.

De werkman mag niet weigeren het (de) eventueel(ele) vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen.

HOOFDSTUK VIII - Slotbepalingen

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 12 maart 1991, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het garagebedrijf, tot vaststelling van de bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten gedragen door de werklieden en werksters, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 oktober 1992 (Belgisch Staatsblad van 3 februari 1993).

Artikel 15

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van l juli 2003 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.


Historiek
01/07/2024 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2022 30/06/2024 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2011 30/06/2022 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2009 30/06/2011 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/07/2007 30/06/2009 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/07/2003 30/06/2007 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/04/2001 30/06/2003 1201 12 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/01/1991 31/03/2001 1201 12 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten