1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels

Paritair (sub-)Comité nr.:
112.00.00-00.00

Bijwerking: 19/03/2024
Geldig vanaf: 01/07/2024

Openbaar vervoer:

  • Bedrag: 100% van de kosten

Privévervoer:

  • Loonplafond: neen
  • Minimale afstand: vanaf 1 km
  • Bedrag: per dag 1/5de van gem. 60% van de prijs van de treinkaart

Fiets:

  • Maximale afstand: 40 km/arbeidsdag heen en terug
  • Bedrag : 0,20 EUR/km (0,27 EUR/km vanaf 01/07/2024)

In het Paritair Comité voor het garagebedrijf werd op 11 oktober 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vervoerskosten (nr. 184986/CO/112).

1. Voorwaarde

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn alleen toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden van de woonplaats naar de werkplaats ten minste 1 kilometer bedragen. Deze mimimumvereiste van 1 kilometer geldt niet voor:

  • vervoer per spoor;
  • ander gemeenschappelijk openbaar vervoer;
  • gemengde openbare vervoermiddelen.

2. Gemeenschappelijk openbaar vervoer

2.1. Vervoer per spoor

De arbeider die zich met de trein verplaatst, ontvangt een werkgeverstegemoetkoming gelijk aan de volledige terugbetaling van de totale kost van het sociaal abonnement.

2.2. Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer

Wat de andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen betreft, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, zullen deze kosten eveneens volledig worden terugbetaald door de werkgever.

De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt:

  • de arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal effectief afgelegde kilometers;
  • hij waakt erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in deze toestand te signaleren;
  • de werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven bedoelde verklaring nagaan.

2.3. Gemengde openbare vervoermiddelen

Als de arbeider verschillende openbare vervoermiddelen gebruikt, zullen deze volledig worden terugbetaald door de werkgever.

2.4. Vervoer geheel of gedeeltelijk door de werkgever georganiseerd

Op ondernemingsvlak kunnen afspraken worden gemaakt over collectief georganiseerd vervoer.

3. Privévervoer

3.1. Privé vervoer/te voet

Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft de arbeider recht op een dagvergoeding(1), gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de cao nr. 19/9.

Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS te delen door 5.

(1)Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS.

3.2. Fiets

Voor de arbeider die zich, voor een gedeelte of de volledige afstand, met de fiets verplaatst, wordt door de werkgever vanaf 1 juli 2022 een fietsvergoeding van 0,20  EUR voorzien voor elke effectief afgelegde kilometer met een maximum van 40 km (heen en terug) per arbeidsdag.

De vergoeding wordt op 1 juli 2024 verhoogd tot 0,27 EUR/km.

De fietsvergoeding kan in geen gevallager zijn dan de dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9.

Boven de 40 kilometer per arbeidsdag blijft de dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 van toepassing.

De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding. De modaliteiten van de toekenning van de fietsvergoeding worden vastgelegd op ondernemingsvlak.

De arbeider legt aan zijn werkgever een ondertekende verklaring voor waarin hij verklaart dat hij bij de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling
gebruik maakt van de fiets. Hij deelt iedere wijziging van deze toestand zo spoedig mogelijk mee. De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

Als de arbeider zich met zijn eigen voertuig naar zijn werk verplaatst en als werkzaamheden op de weg tussen zijn woonplaats en zijn werkplaats uitgevoerd worden, moet de werkgever de aanvullende verplaatsing betalen voor zover de volgende criteria aanwezig zijn:

  • werkzaamheden met een minimale duur van 4 weken;
  • de normale afstand moet 5 km langer zijn (heen - terug).

4. Betalingsmodaliteiten

4.1. Tussenkomst in openbaar vervoer

De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders gedragen vervoerskosten wordt maandelijks betaald voor het vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en éénmaal per week voor de vervoerbewijzen met geldigheid van één week.

De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten per spoor wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS.

De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.

4.2. Tussenkomst in privé vervoer

De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoermiddelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.

Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.

De arbeider mag niet weigeren het (de) eventueel(ele) vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen.

De werkgever betaalt de aanvullende verplaatsing veroorzaakt door de werkzaamheden vanaf de dag waarop deze werkzaamheden gestart zijn.

5. Specifieke bepalingen

5.1. Alternerend leren

Indien een leerling in een systeem van alternerend leren zich naar het werk verplaatst, heeft hij recht op dezelfde vervoerkosten, zoals opgenomen in hoofdstuk II en III van onderhavige overeenkomst.

Deze bepaling betreft alleen de jongeren die een leervergoeding ontvangen in het kader van het industrieel leerlingwezen of van het middenstandsonderwijs.

5.2. Verplaatsing naar opleiding

Indien een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, heeft hij recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk II en III van onderhavige overeenkomst.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
11/10/2023
Registratienr
184986
Geldig van
01/07/2024
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
14/12/2023
Registratiedatum
08/01/2024
Onderwerp
Vervoerskosten
BS Bericht van neerlegging
16/01/2024
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
-
Tekst aangepast op
11/01/2024

Historiek
01/07/2024 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2022 30/06/2024 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2011 30/06/2022 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2009 30/06/2011 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/07/2007 30/06/2009 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/07/2003 30/06/2007 1201 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/04/2001 30/06/2003 1201 12 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten
01/01/1991 31/03/2001 1201 12 Tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten