4801 Beroepsopleiding

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 30/06/2010
Geldig vanaf: 01/09/2010
Geldig tot: 31/12/2011

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren werd op 21 mei 2010 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de beroepsopleiding. 

Wij geven u hierna de tekst van deze CAO.

CAO van 21 mei 2010 betreffende de beroepsopleiding

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1 - § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de
bevoegdheid vallen van het Paritair comité voor de handel in voedingswaren.

§ 2. Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Artikel 2 - De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten in uitvoering van de Wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2005.

Artikel 3 - Overeenkomstig het sectorakkoord 2009-2010, verbinden de sociale partners er. zich toe om de deelnemingsgraad aan de beroepsopleiding voor het geheel van de sector met 5 % te verhogen.
In dat opzicht wordt de bijdräge van 0,10% voor de risicogroepen verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 betreffende de risicogroepen. Deze bijdrage wordt namelijk aangewend voor vormingsinitiatieven.

HOOFDSTUK II - BEROEPSOPLEIDING

Artikel 4 - Onder beroepsopleiding worden zowel de individuele als collectieve opleidingen verstaan. Deze vinden in principe plaats tijdens de werkuren, en uitzonderlijk buiten de werkuren.
Twee systemen worden door het Sociaal Fonds opgezet:
- een systeem van subsidiëring voor de ondernemingen;
- een zoektocht naar een samenwerking met het instituut van "Initiatieven voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid" (IPV) of een ander opleidingsinstituut

De ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) wordt geconsulteerd over de opleidingsplannen.

HOOFDSTUK III — SUBSIDIERING VOOR DE ONDERNEMINGEN

Artikel 5 - De onderneming die een tussenkomst van het Sociaal Fonds wenst te bekomen voor de financiering van de beroepsopleiding die zij in België heeft georganiseerd, dient haar dossier in bij het secretariaat van het Fonds binnen de vier maanden na de opleiding. De tussenkomst gebeurt op jaarbasis. De betalingen gebeuren na beslissing van de Raad van bestuur van het Sociaal Fonds, op basis van een verslag van het secretariaat.

Artikel 6 - De lijst van de opleidingen die in aanmerking zouden kunnen komen voor terugbetaling wordt vastgelegd door de Raad van bestuur van het Sociaal Fonds.

Artikel 7 - Bij de aanvraag tot tussenkomst voegt de onderneming een volledig dossier toe waarin per opleiding vermeld zijn:

- het doel van de opleiding;
- een uitvoerig programma;
- de aard van de opleiding: theoretische en/of praktische cursussen, opleiding binnen of buiten de onderneming, didactische methoden, enz.;
- de betrokken diensten van de onderneming;
- de duur en de data van de opleiding;
- de instructeurs;
- de opleidingsinstelling ofwel de naam en functie van de interne trainer;
- een deelnemerslijst,
- de datum waarop de vorming heeft plaatsgevonden, 
- en het te betalen bedrag. Bij de afrekening wordt tevens de aanwezigheidslijst gevoegd, gehandtekend door de aanwezige
deelnemers.
- De gedetailleerde kosten voor de onderneming.
- Datum van consultatie van de ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) over het opleidingsplan.

Artikel 8 - Het bedrag van de tussenkomst van het Sociaal Fonds wordt vastgesteld rekening houdend met volgende criteria :

- De tussenkomst bedraagt, per deelnemer, maximaal 80 euro per halve dag van minimum 3 uur. Deze 3 uren kunnen al dan niet aaneensluitend gegeven worden.

- De globale tussenkomst per jaar en per onderneming mag niet meer bedragen dan 20 euro, vermenigvuldigd met het aantal
arbeiders in het bedrijf (cijfer berekend op basis van de wetgeving en de omzendbrieven betreffende de verkiezingen van de ondernemingsraden).

- Doch, in de micro-ondernemingen (d.w.z. tot maximum 10 arbeiders), wordt een minimum budget van 200 euro per onderneming en per jaar gewaarborgd ten belope van 50.000 euro in het globaal jaarlijks budget van het Sociaal Fonds. De grens van 80 euro per halve dag is in dit geval niet van toepassing.

- Het nazicht van de criteria wordt toevertrouwd aan het secretariaat van hët Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren.

- Binnen de 4 maanden na de afsluiting van de beroepsopleiding moet het dossier bij het secretariaat ingediend worden.

- De tussenkomst wordt toegekend rekening houdend met de effectieve deelneming.

- De tussenkomsten worden betaald tot uitputting van het in artikel 10 voorziene budget.

- Jaarlijks worden de uitbetalingen gecontroleerd door een revisor.

HOOFDSTUK IV — DE SAMENWERKING MET EEN OPLEIDINGSINSTITUUT

Artikel 9 - Het sociaal fonds van de handel in voedingswaren zal een samenwerking zoeken met het Instituut "Initiatieven voor Professionele Vorming" of met een ander opleidingsinstituut met het oog op de toename van het aanbod aan beroepsopleidingen beschikbaar voor de arbeiders van de ondernemingen van de handel in voedingswaren.

HOOFDSTUK V - FINANCIERING

Artikel 10- Het maximaal budget, voorzien voor de tussenkomsten voor opleiding is beperkt tot 700 000 euro in 2010. Het budget voor 2011 en 2012 zal vastgelegd worden door de Raad van Bestuur, na evaluatie van de beroepsopleiding in de sector.

HOOFDSTUK VI - SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 - Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2010. Zij houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 48 Individueel opleidingsrecht
01/01/2021 31/12/2022 48 Beroepsopleiding
01/01/2019 31/12/2020 48 Beroepsopleiding
01/01/2017 31/12/2018 48 01 Beroepsopleiding
01/01/2015 31/12/2016 48 01 Beroepsopleiding
01/01/2014 31/12/2014 48 01 Beroepsopleiding
01/01/2012 31/12/2013 48 01 Beroepsopleiding
01/09/2010 31/12/2011 48 01 Beroepsopleiding
01/09/2009 31/08/2010 48 01 Beroepsopleiding
01/01/2007 31/08/2009 48 01 Beroepsopleiding