1901 Fonds voor bestaanszekerheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
139.00.00-00.00

Bijwerking: 19/01/2017
Geldig vanaf: 01/01/2017
Geldig tot: 31/12/2020

In het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart werd op 29 november 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van de statuten. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 25 april 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei 2004.

Zij werd gewijzigd door:

Artikel 1.

Overeenkomstig de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, heeft het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de statuten hierna worden bepaald.

Artikel 2

Overeenkomstig de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" genaamd.

Artikel 3

De maatschappelijke zetel van het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" is gevestigd te 2030 Antwerpen, Straatsburgdok Noordkaai 2. Hij kan bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart worden overgebracht naar elke andere plaats in België.

Artikel 4

Het fonds heeft tot doel: overeenkomstig de wet van 7 januari 1958 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 66 van 4 november 1997, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, registratie op 25 november 1997 onder het nummer 46237/CO/300 te voorzien in:
1. het financieren, toekennen en uitkeren van sociale voordelen aan bepaalde personen;
2. het financieren en organiseren van de vakopleiding van de werknemers en van de jongeren;
3. het financieren en organiseren van de opleiding van de werknemers, werkzoekenden, werklozen of andere  doelgroepen;
4. het financieren en verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen;
5 .het financieren en organiseren van specifieke maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid;
6. het nemen van maatregelen ter bevordering van de naleving van sociale verplichtingen;
7. het vervullen van de rol van inrichter van het aanvullend pensioen in de zin van de wet van 26 april 2003 met betrekking tot aanvullende pensioenen voorzien door een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 5 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de huidige en gewezen werknemers (onder "werknemers" wordt zowel de mannelijke als de vrouwelijke werknemer bedoeld) van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart.

Artikel 6

De aard, het bedrag, de modaliteiten van toekenning en uitkering van de voordelen bedoeld in artikel 4 worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Artikel 7

In geen geval mag de betaling van de in artikel 4 bedoelde voordelen aan de werknemers afhankelijk worden gesteld van de storting van de door de werkgever verschuldigde bijdragen.

Artikel 8

Het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair samengesteld uit 6 leden, waarvan 3 voorgedragen door de werkgeversorganisaties en 3 voorgedragen door de werknemersorganisaties.
De leden van de raad van bestuur worden aangewezen door het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart onder de effectieve en plaatsvervangende leden van dit paritair comité.

Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart. In dat geval wordt het lid wiens mandaat een einde nam, vervangen door een lid die tot dezelfde organisatie behoort.

Artikel 9

Ieder jaar duidt de raad van bestuur in zijn midden een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris aan. Voor het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap wordt een beurtregeling toegepast onder de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers.
De functie van secretaris kan door de raad van bestuur aan derden worden toevertrouwd. De secretaris, bedoeld in het vorige lid, kan enkel met een adviserende stem aan de vergaderingen van de raad van bestuur deelnemen.

Artikel 10

De raad van bestuur vergadert op bijeenroeping van de voorzitter. De voorzitter is gehouden tenminste ieder kwartaal en telkens wanneer ten minste twee bestuurders, elk behorend tot een andere organisatie, erom verzoeken, de raad van bestuur bijeen te roepen. De oproepingen vermelden de agenda.
De verslagen worden opgemaakt door de secretaris en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.
Uittreksels uit deze verslagen worden ondertekend door de voorzitter of door twee bestuurders, zijnde een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties en een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties.
De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.
De stemming is slechts geldig indien ten minste één lid van iedere organisatie eraan heeft deelgenomen en op voorwaarde dat het ter stemming gebrachte punt duidelijk werd vermeld op de agenda van de vergadering of indien het dringend moet worden behandeld.

Artikel 11

De raad van bestuur heeft tot opdracht het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking. Hij bezit de meest uitgebreide machten inzake beheer en bestuur.
De raad van bestuur treedt in rechte op uit naam van het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" op vervolging en benaarstiging van de voorzitter of van de daartoe afgevaardigd bestuurder.
De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden overdragen.
Voor de andere akten dan die waarvoor door de raad van bestuur bijzondere opdrachten werden gegeven, volstaat, opdat het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" geldig vertegenwoordigd zou zijn tegenover derden, de gezamenlijke handtekening van twee bestuurders, zijnde één vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties, zonder dat deze bestuurders van enige beraadslaging of machtiging moeten laten blijken.
De bestuurders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan tengevolge van hun bestuur, met betrekking tot de verbintenissen van het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart".

Artikel 12

Het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" beschikt over de bijdragen verschuldigd door de in artikel 5 bedoelde werkgevers.
Deze bijdragen en eventuele andere inkomsten worden per sociaal voordeel geboekt.

Artikel 13

Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart onderzoekt jaarlijks, zo vlug mogelijk na 1 januari, of het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" nog voldoende kapitaal in reserve heeft om zijn normale verplichtingen tijdens het begonnen kalenderjaar te kunnen nakomen. Indien wordt vastgesteld dat het kapitaal in reserve volstaat om die verplichtingen na te komen, worden de op 31 december van het voorgaand kalenderjaar van kracht zijnde bijdragen gehandhaafd voor de duur van het begonnen kalenderjaar.
Indien wordt vastgesteld dat het kapitaal in reserve niet volstaat om die verplichtingen na te komen, worden de in voorgaand lid bedoelde bijdragen verhoogd om te voldoen aan de normale verplichtingen van het begonnen kalenderjaar.

Artikel 14

De in artikel 5 bedoelde werkgevers moeten de in artikel 12 bedoelde bijdragen storten op de bankrekening van het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" of op een door de raad van bestuur bepaalde financiële instelling, binnen de termijnen vastgesteld voor de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid.

De niet binnen de vastgestelde termijnen betaalde bijdragen worden verhoogd met 10 pct. van het onbetaalde bedrag. Bovendien is een nalatigheidsintrest verschuldigd, berekend aan de rentevoet die wordt toegepast door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Teneinde de verschuldigde bijdragen tijdig te kunnen berekenen en aan de werkgevers mede te delen, stuurt de werkgever per kwartaal aan het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" een aangifte van de arbeidsprestaties, de uitbetaalde lonen en/of vergoedingen van de in artikel 5 bedoelde werknemers.

De aangifte dient elektronisch te worden ingediend volgens een procedure vastgelegd door de Raad van Bestuur.

Deze aangiften moeten uiterlijk de 20ste kalenderdag na het verstrijken van het kwartaal in het bezit zijn van het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart".

Op eenvoudige vraag van het "Fonds voor de rijnen binnenscheepvaart" moet de werkgever alle gegevens, nodig voor een goede werking, over hemzelf, zijn werknemers verstrekken.

Bij het niet verstrekken van de nodige inlichtingen en bescheiden en het niet naleven van de termijn voor loonsaangifte is er een administratieve sanctie van 49,58 EUR per aan te geven werknemer verschuldigd; deze sanctie kan nooit lager zijn dan 123,95 EUR.

Op 1 januari van ieder jaar kan de Raad van Bestuur de administratieve sanctie aanpassen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen;

Voor de onbetaalde bijdragen, en ook voor de hierboven vermelde bijdrageverhogingen, nalatigheidintresten en administratieve sancties is geen enkele ingebrekestelling vereist. Zij worden met alle rechtsmiddelen gevorderd.

De raad van bestuur mag, met inachtneming van bijzondere omstandigheden, geheel of gedeeltelijke kwijtschelding van bijdrageverhogingen en/of administratieve sancties verlenen.

Artikel 15

Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en wordt afgesloten op 31 december.

Artikel 16

Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart voorgelegd.

Artikel 17

Op 31 december worden de rekeningen van het voorbije jaar afgesloten. De afsluiting en de balans en jaarrekening dienen op rekenplichtig gebied voldoende omschreven te zijn.
De raad van bestuur en ook de met toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart aangewezen revisor of accountant, brengen jaarlijks schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het voorbije kalenderjaar.
De balans en jaarrekening, samen met het in vorig lid bedoeld jaarlijks verslag, moeten uiterlijk tijdens de maand juni van het daarop volgende jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart worden voorgelegd.

Artikel 18

Het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" kan enkel worden ontbonden in geval van opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart wijst in dat geval de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldiging en stelt de bestemming vast die aan het vermogen van het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" wordt gegeven, overeenkomstig het doel waartoe het "Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart" is opgericht.

Artikel 19

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 4 juni 1999 van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 december 2001, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 november 2001, alsook alle wijzigingen die erin zijn aangebracht.

Artikel 20

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Elk van de ondertekende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
08/12/2016
Registratienr
136863
Geldig van
01/01/2017
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
12/12/2016
Registratiedatum
09/01/2017
Onderwerp
wijziging van de statuten van een het Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart
BS Bericht van neerlegging
18/01/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
30/08/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
09/10/2017
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
10/10/2016
Registratienr
136287
Geldig van
10/10/2016
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
31/10/2016
Registratiedatum
05/12/2016
Onderwerp
betaling werkgeversbijdragen aan het 'Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart'
BS Bericht van neerlegging
19/12/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
30/08/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
22/09/2017
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
24/09/2009
Registratienr
95880
Geldig van
01/10/2009
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
30/09/2009
Registratiedatum
19/11/2009
Onderwerp
wijziging van de statuten van een fonds voor bestaanszekerheid
BS Bericht van neerlegging
30/11/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/06/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
10/08/2010
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/2021 31/12/2050 1901 Fonds voor bestaanszekerheid: statuten
01/01/2017 31/12/2020 1901 Fonds voor bestaanszekerheid
10/10/2016 31/12/2016 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/10/2009 09/10/2016 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2007 30/09/2009 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2007 31/12/2006 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/2002 31/12/2006 1901 19 Fonds voor bestaanszekerheid
01/01/1999 31/12/2001 1901 19 Oprichting van een vormingscomité en risicogroepen