02 Bevoegdheid van het paritair comité

Paritair (sub-)Comité nr.:
140.01.02-00.00

Bijwerking: 31/03/2010
Geldig vanaf: 19/02/2010

De bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek wordt vastgesteld in een koninklijk besluit van 7 mei 2007 dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007.

Hieronder volgen een beschrijving van de bevoegdheid van de officieuze subsector van de bijzondere autobusdiensten (140.01.02) en enkele praktische schikkingen

Zie onze sectorale documentatie Hfdst. 02 betreffende het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek (PC 140).

Voorheen werd het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek officieus onderverdeeld in diverse subsectoren waaronder de “bijzondere autobusdiensten” (140.02).

Vanaf 19 februari 2010 wordt bij koninklijk besluit van 22 januari 2010 tot oprichting van de paritaire subcomités voor het vervoer en de logistiek (B.S.  van 9 februari 2010) het Paritair Subcomité voor autobussen en autocars (140.01) opgericht.

Het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, te weten de ondernemingen voor het vervoer met autobussen en autocars, met uitzondering van de stadsautobussen

Tengevolge van de oprichting van dit officieel paritair subcomité wordt de vroegere officieuze subsector van de bijzondere autobusdiensten (140.02) nu de officieuze subsector 140.01.02 : Bijzondere autobusdiensten

De koninklijke besluiten van 7 mei 2007 en van 22 januari 2010 geven geen definitie van bijzondere autobusdiensten. Evenmin staat er een definitie in de CAO die gesloten zijn in het paritair comité  en die specifiek van toepassing zijn op de subsector van de openbare autobusdiensten.  

Het begrip autobus wordt echter gedefinieerd in artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Een autobus of autocar is nl. elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van personen, die noch een personenauto, noch een auto voor dubbel gebruik, noch een minibus is. Als men bovendien weet dat deze laatste drie categorieën van voertuigen ten hoogste acht plaatsen mogen bevatten zonder die van de bestuurder, dan weet men dat iedere auto met negen plaatsen of meer, die van de bestuurder niet meegerekend, een autobus of autocar is. Het begrip autobus is voorbehouden voor het geregeld vervoer of bijzondere vormen van geregeld vervoer van personen.

In de besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en autocars vindt men vervolgens de definitie van geregeld bijzonder vervoer. Onder geregeld bijzonder vervoer verstaat men het gemeenschappelijk vervoer van bepaalde categorieën van personen met uitsluiting van andere reizigers, volgens een frequentie en in een bepaalde relatie, waarbij reizigers aan de eindpunten en eventueel onderweg, op vooraf gekende stopplaatsen, kunnen in en uitstappen. Daarbij kunnen er vastgestelde dienstregelingen en tarieven moeten worden nageleefd. Het geregeld karakter van een geregelde bijzondere dienst wordt niet beïnvloed door het feit  dat de organisatie van het vervoer aangepast is aan de veranderlijke behoeften van de belanghebbenden

Vallen dus onder de subsector van de bijzondere autobusdiensten:

Als voorbeeld kan worden gegeven het heen-terug vervoer van de werknemers naar hun onderneming  of het heen-terug vervoer van scholieren naar hun school.

Het komt vaak voor dat één en dezelfde onderneming zowel activiteiten uitoefent die gerekend moeten worden tot de subsector van de openbare autobusdiensten, als andere die gerekend moeten worden tot de subsector van de bijzondere autobusdiensten of tot de subsector van de autocarondernemingen. In dat geval geldt als eerste en belangrijkste regel: de bijzaak volgt de hoofdzaak. Wie hoofdzakelijk activiteiten uitoefent waarvoor men valt onder de subsector van de bijzondere autobusdiensten, valt ook voor de nevenactiviteiten onder die subsector. Wanneer men echter voor de afzonderlijke activiteiten afzonderlijk personeel tewerkstelt, dan kunnen eventueel meerdere subsectoren naast elkaar bevoegd zijn ieder voor een deel van het arbeiderspersoneel.  

De bovenstaande tekst moet u in staat stellen na te gaan of het paritair comité voor het vervoer en de logistiek bevoegd is voor uw onderneming en of u daarbij valt onder de subsector van de bijzonder autobusdiensten. Wij herhalen dat het paritair comité uitsluitend bevoegd is voor uw arbeiders.

Werkgevers die bijdrageplichtig zijn aan het Sociaal Fonds voor werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten hebben een inschrijvingsnummer bij de RSZ dat voorafgegaan wordt door kengetal 085.

Ingeval u de mening toegedaan bent dat het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en/of de subsector van de bijzondere autobusdiensten niet of niet langer bevoegd is voor uw onderneming, gelieve dan contact te nemen met onze diensten.


Historiek
19/02/2010 31/12/2999 02 Bevoegdheid van het paritair comité
26/06/1981 18/02/2010 02 Bevoegdheid van het paritair comité