142.01 Nationaal akkoord 2019-2020

04/07/2019

In het Paritair Comité voor de terugwinning van metalen werd op 26 juni 2019 een nationaal akkoord 2019-2020 gesloten.

Hier zijn de kernpunten:

1. Koopkracht:

Vanaf 1 juni 2019 worden alle sectorale minimum-en effectieve brutolonen verhoogd met 0,8%.

2. Jaarlijkse premie:

  • Vanaf 1 juli 2019 wordt aan elke voltijdse tewerkgestelde arbeider met een volledige referteperiode een jaarlijkse premie toegekend van 150 EUR bruto. Ze wordt berekend in verhouding tot de effectieve en gelijkgestelde dagen tijdens de referteperiode.
  • De ondernemingen kunnen de jaarlijkse premie op een alternatieve manier invullen via een recurrente ondernemingsenveloppe (zie het omgeschrevende procedure in de CAO).

3. Sociaal fonds:

Vanaf 1 juli 2019 worden de aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid en ziekte, alsook de aanvullende vergoeding voor oudere zieken geïndexeerd.

4. Vervoerkosten:

Vanaf 1 oktober 2019 wordt de werkgeverstussenkomst in de kosten van het openbaar vervoer verhoogd naar 80%.

5. Collectief recht op vorming:

Vanaf 1 juli 2019 wordt er een collectief recht op vorming en opleiding van 1 dag per arbeider per kalenderjaar toegekend.

6. SWT:

De sociale partners zijn overeengekomen om op sectoraal vlak in te tekenen op alle NAR-kader collectieve arbeidsovereenkomst rond SWT, inclusief de bepaling omtrent de mogelijkheid tot vrijstelling van beschikbaarheid.

7. Tijdskrediet en landingsbanen:

  • Vanaf 1 juli 2019 kan het recht op voltijds tijdskrediet en halftijdse loopbaanvermindering met motief tot 36 maanden voor de zorg van een kind jonger dan 8 jaar, uitgebreid worden tot 51 maanden, mits een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak en dit voor onbepaalde duur.
  • Vanaf 1 juli 2019 kan het recht op voltijds tijdskrediet en halftijdse loopbaan vermindering met motief tot 12 maanden, voor het volgen van een opleiding uitgebreid worden tot 36 maanden, mits een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak.
  • De leeftijd wordt op 55 jaar gebracht voor de periode 2019-2020 voor arbeiders die hun arbeidsprestaties verminderen met 1/5 in het kader van landingsbaan en na 35 jaar loopbaan of in een zwaar beroep.
  • De leeftijd wordt op 57 jaar gebracht voor de periode 2019-2020 voor arbeiders die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking in het kader van een landingsbaan na 35 jaar loopbaan of in een zwaar beroep.

8. Klein verlet:

  • Vanaf 1 juli 2019 kunnen de arbeiders hun recht op klein verlet, in geval van een overlijden, opnemen gedurende een periode van 30 dagen vanaf de dag voorafgaand aan het overlijden.
  • Het aantal dagen klein verlet verhoogd van 3 naar 5 dagen in geval van overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e), van een door de arbeider opgevoed kind, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de arbeider.

9. Anciënniteitsverlof:

De éénmalige jubileumdag na 10 jaar anciënniteit wordt vanaf 1 juli 2019 omgezet in een recurrente dag anciënniteitsverlof vanaf 20 jaar anciënniteit. Deze dag komt bovenop de bestaande dagen anciënniteitsdagen vanaf 15 jaar en 30 jaar.

10. Interne grens van de arbeidsduur en referteperiode:

Vanaf 1 juli 2019 tot 30 juni 2021 kan de interne grens van de arbeidsduur opgetrokken worden van 143 uren naar maximum 180 uren en kan de referteperiode worden verlengd van een trimester tot 6 maanden, mits een CAO op ondernemingsvlak met alle vakorganisaties vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis, met alle vakorganisaties vertegenwoordigd in het PSC.

11. Beschikbaarheidstijd chauffeurs:

  • Sociale partners engageren zich tot het installeren van een systeem van beschikbaarheidstijd voor chauffeurs.
  • De beschikbaarheidstijd wordt betaald aan 100% en is beperkt tot 1 uur per werkdag.
  • Er wordt een ARAB-vergoeding ingevoerd voor chauffeurs. De modaliteiten van deze ARAB-vergoeding zullen door de sociale partners worden uitgewerkt, rekening houdend met de bestaande wetgeving.

 

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.