1902 Zeevissersfonds

Paritair (sub-)Comité nr.:
143.00.00-00.00

Bijwerking: 15/09/2021
Geldig vanaf: 03/12/2015

Naam en adres

Zeevissersfonds: Vijverstraat 47 bus 3 8400 Oostende.

Doel

  • Toekennen van vergoeding wegens overheveling naar de wachtlijst ingevolge verminderde arbeidsgeschiktheid en andere sociale voordelen bepaald bij CAO;
  • bijdragen innen ten laste van het bedrijf dat ressorteert onder het kennummer 019;
  • vorming organiseren in uitvoering van interprofessionele of sectoriële akkoorden;
  • financieren van de vzw OVIS;
  • financieren en organiseren van de vakopleiding van de werknemers en jongeren;
  • financieren en verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen;
  • financieren en organiseren van de opleiding van de werknemers, werkzoekenden, werklozen of andere doelgroepen;
  • financieren en organiseren van specifieke maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid;
  • nemen van maatregelen ter bevordering van de naleving van sociale verplichtingen;
  • toekennen van andere sociale voordelen;
  • toekennen van andere voordelen door de overname van bepaalde kosten inzake de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk;
  • inrichter van het sectoraal sociaal pensioenplan;

Bijdragen

Bedrag

  • 4,70% van de forfaitaire lonen zoals voorzien door de berekening van de Rijkdsdienst voor Sociale Zekerheid bijdragen;
  • deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing dat meer bedraagt dan het bedrag van de fictieve bedrijfsvoorheffing zoals in art. 275, 4° WIB 92 is vastgelegd.

Geïnd door:

De bijdragen worden door de RSZ geïnd.

In het Paritair Comité voor de zeevisserij werd op 9 juni 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot wijziging en coördinatie van de statuten van het Zeevissersfonds. Zij werd geregistreerd onder het nummer 108594/CO/143.

Deze CAO werd gewijzigd door:

  • de cao van 23 oktober 2014 (nr. 124304/CO/143);
  • de cao van 3 december 2015 (nr. 132028/CO/143);
  • de cao van 28 april 2017 (nr. 139632/CO/143).

Tekst van de CAO van 9 juni 2011

Titel I - Oprichting

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de reders die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zeevisserij en op sommige werknemers die zij tewerkstellen of tewerkgesteld hebben.

Artikel 2

In het raam van het protocol van akkoord van 10 februari 1983, nader gepreciseerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1983 betreffende de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling, verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1985, wordt met ingang van 1 oktober 1986 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd het "Zeevissersfonds", waarvan de statuten hierna zijn vasgesteld.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, zal de Rijkdsdienst voor Sociale Zekerheid verzocht worden de bijdragen, bedoeld onder artikel 10, te innen. De bijdragen vermeld onder artikel 10bis worden rechtstreeks geïnd door het "Zeevissersfonds".

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 1986 en is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door elk van de partijen met een opzegging van een jaar, te betekenen per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité.

Titel II - Statuten

Hoofdstuk I - Benaming, zetel, doel

Artikel 1

Overeenkomstig de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, wordt voor het varend personeel van zeevisserij een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, "Zeevissersfonds" genaamd en hierna "het fonds" genoemd.

Artikel 2

De zetel van het fonds is gevestigd te 8400 Oostende, Vijverstraat 47 bus 3.

Artikel 3

Het fonds heeft tot doel:

a) aan de personen die op grond van een overeenkomst op basis van art. 4 van de Wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser tewerkgesteld zijn bij een reder, voordelen toe te kennen zoals is bepaald bij artikel 4.
b) bijdragen te innen ten laste van het bedrijf dat ressorteert onder het kennummer 019 van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
c) de vorming te organiseren in uitvoering van interprofessionele of sectoriële akkoorden
d) het financieren van de vzw Ondersteuningsfonds voor visserij in transitie (OVIS), die instaat voor het financieren van projecten die kaderen in, voldoen aan de voorwaarden van en in overeenstemming zijn met de bepalingen die zijn vastgesteld en die van toepassing zijn op de visserij- en aquacultuursector
- ingevolge Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
- betreffende de opleidingssteun, steun voor kmo's toegang tot financiering te geven, steun voor onderzoek en ontwikkeling, innovatiesteun voor kmo's en steun voor kwetsbare werknemers en werknemers met een handicap, in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 651/201 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
- ingevolge Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad;
- betreffende de Richtsnoeren van de Europese Commissie voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector (2015/C217/01).
e) financieren en organiseren van de vakopleiding van de werknemers en jongeren.
f) financieren en verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen.
g) financieren en organiseren van de opleiding van de werknemers, werkzoekenden, werklozen of andere doelgroepen.
h) financieren en organiseren van specifieke maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid.
i) nemen van maatregelen ter bevordering van de naleving van sociale verplichtingen.
j) toekennen van andere sociale voordelen overeenkomstig artikel 58 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser en het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003.
k) toekennen van andere voordelen door de overname van bepaalde kosten inzake de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
l) de taak van inrichter van het sectoraal sociaal pensioenplan zoals bepaald in de WAP te vervullen. De opdracht tot inrichting van het sectoraal pensioenplan omvat:
- de invoering, wijziging of opheffing van een sectoraal sociaal pensioenplan;
- de organisatie van alle noodzakelijke mededelingen naar de pensioeninstelling, de solidariteitsinstelling, de werkgevers, de aangeslotenen, de begunstigden of de rechthebbenden;
- de organisatie van de financiering;
- de uitvoering van elke verplichting opgelegd door de wetgeving en haar uitvoeringsbesluiten.

Artikel 4

De hierna opgesomde voordelen worden, onder de gestelde voorwaarden, aan de bij artikel 3, a, bedoelde zeevissers toegekend.
a) Vergoeding wegens overheveling naar de wachtlijst ingevolge verminderde arbeidsgeschiktheid. Deze vergoeding wordt uitgekeerd door het fonds of door bemiddeling van de door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening erkende uitbetalinginstellingen. Met het oog hierop ontvangen deze instellingen de nodige sommen van het fonds. Het fonds mag evenwel de nodige sommen voor de uitkering aan de uitbetalinginstellingen voorschieten.
Deze laatsten zijn verantwoordelijk voor de hun toevertrouwde sommen.
b) Andere sociale voordelen bepaald bij CAO.

Hoofdstuk II - Beheer

Artikel 5

Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, samengesteld uit minstens zes leden, waarvan de helft wordt aangeduid door de werkgeversvertegenwoordigers en de andere helft door de werknemersvertegenwoordigers in het Paritair Comité voor de zeevisserij.

De leden worden door het Paritair Comité voor de zeevisserij onder de gewone of plaatsvervangende leden ervan aangesteld.

Het mandaat eindigt tezelfdertijd als hun functie als lid van het Paritair Comité voor de zeevisserij. In geval hun mandaat in het Paritair Comité voor de zeevisserij eindigt, blijven de leden van de raad van beheer in functie tot het nieuw samengesteld Paritair Comité voor de zeevisserij, overgaat tot de aanstelling van de raad van beheer.

Bij overlijden of ontslagname van een beheerder, voorziet het Paritair Comité voor de zeevisserij in de vervanging door de aanduiding van een lid van het Paritair Comité voor de zeevisserij dat behoort tot dezelfde vertegenwoordiging als de overleden of uitgetreden beheerder.

Artikel 6

Ieder jaar duidt de raad van beheer uit zijn midden een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris aan.

Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap dienen om het jaar waargenomen te worden door leden van de werkgevers, dan wel leden van de werknemersvertegenwoordiging. De categorie waartoe de voorzitter en de ondervoorzitter behoren, wordt voor het eerste jaar bij loting aangeduid.

De secretaris wordt altijd aangeduid in de andere vertegenwoordiging dan deze waartoe de voorzitter en de ondervoorzitter behoren.

Artikel 7

De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de voorzitter.

De voorzitter is er toe gehouden minstens ieder kwartaal en telkens tenminste twee leden van de raad van beheer erom verzoeken de raad bijeen te roepen.

De oproepingen vermelden de beknopte agenda.

De verslagen van de vergaderingen worden opgemaakt door de secretaris en ondertekend door alle aanwezige beheerders.

De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

De stemming is geldig indien zij uitgebracht wordt door tenminste één lid van iedere vertegenwoordiging, op voorwaarde dat het tot stemming gebrachte punt duidelijk vermeld wordt op de agenda van de bijeenroeping tot de vergadering.

De beheerders mogen niet deelnemen aan de beraadslaging of de stemming betreffende aangelegenheden waarbij zij persoonlijk betrokken zijn. Hun onthouding wordt in de verslagen opgetekend.

Artikel 8

De raad van beheer heeft als opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede werking.

Hij heeft de meest uitgebreide machten voor het beheer en het beheren van het fonds en voor de verwezenlijking van zijn doel. Hij mag namelijk alle contracten sluiten en ondernemingen aannemen; alle roerende en onroerende goederen die nodig zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel, kopen, verkopen, ruilen, huren en verhuren; alle leningen op korte of lange termijn aangaan; toestemmen in hypotheken op de onroerende goederen van het fonds; alsook alle voorrechten, alle private of officiële subsidies, tegemoetkomingen en legaten aanvaarden; alle subrogaties en borgstellingen toestaan of aanvaarden, van alle zakelijke of uit verbintenissen voortspruitende rechten, evenals van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, beslagen of andere beletsels; de dadelijke uitwinning toestaan; laten pleiten, als eiser of als verweerder voor alle rechtbanken; alle vonnissen uitvoeren of doen uitvoeren; dadingen aangaan; compromissen aangaan. De rechtsvorderingen, zowel als eiser en als verweerder, worden ingeleid of verdedigd in naam van het fonds door de raad van beheer, op vervolging en benaarstiging van de voorzitter of van de beheerder die daartoe afgevaardigd wordt.

De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden aan één of meerdere van haar leden of zelfs aan derden overdragen.

Voor al de andere handelingen dan die waarvoor door de raad bijzondere opdracht werd gegeven, volstaan, opdat het fonds geldig tegenover derden zou vertegenwoordigd zijn, de gezamenlijke handtekeningen van twee beheerders, één van elke vertegenwoordiging, zonder dat deze beheerders van enige beraadslaging, machtiging of bijzondere machtiging moeten laten blijken.

De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat, en zij gaan ten gevolge van hun beheer geen enkele persoonlijke verplichting aan ten opzichte der verbintenissen van het fonds.

Hoofdstuk III - Financiering

Artikel 9

Het fonds beschikt over de overeengekomen bijdragen gestort door de in atikel 3, b, bedoeld bedrijf.

Artikel 10

Vanaf 1 oktober 2004 wordt het bedrag van de bijdragen van de werkgevers vastgesteld op 4,70 pct. van de forfaitaire lonen zoals voorzien door de berekening van de Rijkdsdienst voor Sociale Zekerheid bijdragen.

Artikel 10bis

Het fonds beschikt tevens over de bijdrage gelijk aan het deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing dat meer bedraagt dan het bedrag van de fictieve bedrijfsvoorheffing zoals in art. 275, 4° WIB92 is vastgelegd.

De financiering van de in art. 3, d vermelde doelstelling aan de in art. 3, d vermelde entiteit wordt bepaald op 33 pct. van de te ontvangen bijdrage bedoeld onder art. 10bis, eerste lid.

Artikel 11

De bijdragen, bedoeld onder artikel 10, zijn om het kwartaal verschuldigd en worden geïnd door bemiddeling van de R.S.Z. en overgemaakt aan het fonds.

Artikel 11bis

De bijdragen onder artikel 10bis dienen door de reder of zijn aangestelde, gestort aan het fonds, uiterlijk de 15de van de maand volgend op deze waarop de bijdrage betrekking heeft.

Artikel 11ter

Op de verschuldigde bijdragen die niet werden betaald binnen de door artikel 11bis vastgestelde termijn, is de werkgever een verwijlinterest verschuldigd waarvan het percentage overeenstemt met wat is voorzien voor de sociale zekerheidsbijdragen in toepassing van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid van de werknemers. De verwijlinterest is van rechtswege verschuldigd vanaf het verstrijken van de door artikel 11bis vastgestelde termijn, tot op de dag waarop de bijdragen werden betaald.

Artikel 12

De beheerskosten van het fonds omvatten inzonderheid:

1° kosten van inning en invordering der bijdragen;
2° kosten van uitkering der prestaties;
3° kosten van controle zoals is bepaald bij hoofdstuk IV van de Wet van 7 januari 1958.

Zij worden gedekt:
a) door de intresten van de kapitalen, welke door middel van de storting der bijdragen gevormd worden, de bijdrageopslagen en door de meerwaarden gerealiseerd op beleggingen en de evolutie van de latente meerwaarden in het werkingsjaar.
b) door de opbrengst van een inhouding op de bijdragen, zoals bedoeld in artikel 10, waarvoor het percentage bepaald wordt op 5 pct. Dit percentage komt voor 1/3de ten goede aan het eigenlijk beheer van het fonds en voor 2/3de aan de uitbetalinginstellingen.
c) door een opbrengst van een inhouding op de bijdragen, zoals bedoeld in artikel 10bis, waarvoor een percentage bepaald wordt op 15 pct. Dit percentage wordt aangewend voor het beheer van het fonds.

Artikel 13

Het bedrag van de beheerskosten kan slechts gewijzigd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Comité voor de zeevisserij, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Hoofdstuk IV - Balans en rekeningen

Artikel 14

Het maatschappelijk jaar neemt een aanvang op 1 januari van elk jaar.
Het eerste maatschappelijk jaar neemt een aanvang op 1 januari 1986.

Artikel 15

Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de zeevisserij voorgelegd.

Artikel 16

De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december van elk jaar afgesloten. De afsluiting en de balans dienen boekhoudkundig voldoende omschreven te worden, zodat de bijdragen bedoeld onder artikel 10, 10bis en 11ter het voorwerp uitmaken van afzonderlijke posten binnen de begroting, jaarrekeningen en balans.

Het beheersorgaan alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de Wet van 7 januari 1958 door het Paritair Comité voor de zeevisserij aangewezen revisor of accountant, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht betreffende het verlopen jaar.

De balans, samen met hoger bedoelde schriftelijke jaarlijkse verslagen, dienen uiterlijk tijdens de maand juni ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de zeevisserij te worden voorgelegd.

Hoofdstuk V - Ontbinding, vereffening

Artikel 17

Het fonds wordt ontbonden door het paritair comité ingevolge een gebeurlijke opzegging zoals voorzien in artikel 4 van Titel I van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Het paritair comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na aanzuivering van het passief en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming die in overeenstemming is met het doel waartoe het fonds werd opgericht.

Het paritair comité duidt eveneens de vereffenaars aan.

Tekst van de CAO van 23 oktober 2014

I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de reders die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zeevisserij en op de werknemers die zij tewerkstellen of tewerkgesteld hebben

II. Voordelen

Artikel 2 - Bemanningstransport

Artikel 3 , 1 ste lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst Nr. 103311/CO/143 van 13 januari 2011 wordt uitgebreid als volgt:

Wat betreft art 48 van genoemde wet van 3 mei 2003 neemt het Zeevissersfonds de verplichting over inzake betaling van de transportkosten van de in het buitenland ontscheepte zeevisser om op kosten van de reder van het vissersschip naar zijn woonplaats te worden teruggebracht Het Zeevissersfonds kan eveneens tussenkomen in de kosten voor het transport van de woonplaats van de zeevisser naar de buitenlandse haven van inscheping.

Artikel 3 - Het arbeidsongevallenonderzoek

In uitvoering van art.3 f (financieren en verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen) van de gecoördineerde statuten van het Zeevissersfonds CAO Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 neemt het Zeevissersfonds de kosten ten laste voor de onderzoeken die gebeuren in het kader van arbeidsongevallen en het opmaken van preventiemaatregelen.

Artikel 4 - Medische keuring en gezondheidsbeoordeling

Overeenkomstig art.6 §3 van de wet van 03 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomsten wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser zijn de kosten van de geneeskundige onderzoeken ten laste van de reder.

In uitvoering van art.3 f (financieren en verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen) van de gecoördineerde statuten van het Zeevissersfonds CAO Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 neemt het Zeevissersfonds de kosten ten laste voor de onderzoeken uitgevoerd door de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Artikel 5 - Opleidingskost

In uitvoering van art.3 e (financieren en organiseren van de vakopleiding van de werknemers en jongeren) van de gecoördineerde statuten van het Zeevissersfonds CAO Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 kan het Zeevissersfonds bepaalde kosten verbonden aan opleiding ten laste nemen.

Artikel 6 - Veiligheid aan boord

In uitvoering van art. 3 f (financieren en verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen) van de gecoördineerde statuten van het Zeevissersfonds CAO Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 kunnen ten laste van het Zeevissersfonds projecten worden uitgewerkt in het kader van de veiligheid (Previs).

Artikel 7 - Stageprojecten

In uitvoering van art. 3 g (financieren en organiseren van de opleiding van de werknemers, werkzoekenden, werklozen of andere doelgroepen) van de gecoördineerde statuten van het Zeevissersfonds CAO Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 kan het Zeevissersfonds de kosten van stageprojecten ten laste nemen .

Artikel 8 - Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk

In uitvoering van art.3 k (toekennen van andere voordelen door de overname van bepaalde kosten inzake de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk) van de gecoördineerde statuten van het Zeevissersfonds CAO Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 neemt het Zeevissersfonds de kosten ten laste voor de EDPBW voor de erkende zeevissers.

Artikel 9 - Beheersvergoeding

Artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 wordt uitgebreid als volgt:

d) Aan de uitbetalingsinstellingen wordt een bijkomende beheers vergoeding voorzien van 5% op het totaal bedrag dat zij voor het fonds uitbetalen, t.t.z. op de wachtvergoeding, bestaanszekerheidsvergoeding en op de sociale premie.

Artikel 10 - Onkostenvergoeding

Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst Nr. 108594/CO/143 van 09 juni 2011 wordt uitgebreid als volgt:

Het mandaat dat de beheerders uitoefenen is onbezoldigd. 
Voor de beheerders kan het Zeevissersfonds een kostenvergoeding per beheersopdracht toekennen die de kosten dekt van o.a. de verplaatsing, parking, verblijf, het voorbereidend werk en andere uitgaven.

III. Opzeggingsmodaliteiten

Artikel 11 - Duur en opzeggingsmodaliteiten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 23 oktober 2014 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen met een opzeggingstermijn van een jaar, te betekenen per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
28/04/2017
Registratienr
139632
Geldig van
16/03/2017
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
15/05/2017
Registratiedatum
31/05/2017
Onderwerp
wijziging van de statuten van het 'Zeevissersfonds'
BS Bericht van neerlegging
12/06/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/11/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
18/12/2017
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
03/12/2015
Registratienr
132028
Geldig van
03/12/2015
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
22/12/2015
Registratiedatum
03/03/2016
Onderwerp
wijziging van de statuten van het Zeevisserfonds (108594/CO/143)
BS Bericht van neerlegging
15/03/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/12/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
27/01/2017
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
23/10/2014
Registratienr
124304
Geldig van
23/10/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
27/10/2014
Registratiedatum
24/11/2014
Onderwerp
wijziging van de statuten van een fonds voor bestaanszekerheid
BS Bericht van neerlegging
03/12/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
28/04/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
16/06/2015
Keywords
VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING)

Datum CAO
20/05/2021
Registratienr
165354
Geldig van
01/01/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
14/06/2021
Registratiedatum
15/06/2021
Reikwijdte
Reders
Onderwerp
Voordelen toegekend overeenkomstig de statuten van het Zeevissersfonds
BS Bericht van neerlegging
24/06/2021
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/09/2021
Gepubliceerd in het B.St. van
06/10/2021
Keywords
VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, AANWERVING, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), WELZIJN OP HET WERK, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, AANWERVING, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), VEILIGHEID OP HET WERK, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN / VERHUISVERGOEDING
Tekst aangepast op
18/06/2021

Historiek
03/12/2015 31/12/2999 1902 Zeevissersfonds
23/10/2014 02/12/2015 1902 Zeevissersfonds
09/06/2011 22/10/2014 1902 Zeevissersfonds
01/07/2006 08/06/2011 1902 Zeevissersfonds
01/07/2006 30/06/2006 1902 Zeevissersfonds - Verplichtingen
01/04/2005 30/06/2006 1902 Zeevissersfonds - Verplichtingen