Protocolakkoord 2023-2024

05/01/2024

Op 15 december 2023 werd een protocolakkoord 2023-2024 afgesloten voor de groene sectoren (landbouw (PC 144), tuinbouw (PC 145) en tuinaanleg (PC 145.04)) alsook een cao inzake de toekenning van een koopkrachtpremie.

Wij geven u hierna een overzicht van de inhoud van deze akkoorden. 

Koopkracht, lonen en premies

Koopkrachtpremie

1. Land- en tuinbouw met uitzondering van tuinaanleg:

Toepassingsgebied:

  • Arbeiders en bedienden.
  • Niet van toepassing op gelegenheidswerknemers.
  • De cao heeft een suppletief karakter en is bijgevolg niet van toepassing op de werkgevers en hun werknemers die een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau afsluiten betreffende de koopkrachtpremie die gunstiger is dan wat op het niveau van de sector wordt bepaald.

Definities en bedragen:

Onder hoge winst wordt verstaan:

  • ondernemingen die gebruik maken van de forfaitaire belastingaangifte of die geen jaarrekening neerleggen: hoge winst wordt gedefinieerd als een omzet in 2022 die groter is dan nul. Bedrag = minimum 200 euro.
  • ondernemingen die geen gebruik maken van de forfaitaire belastingaangifte en die een jaarrekening neerleggen: hoge winst wordt gedefinieerd als een positieve operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het boekjaar dat afgesloten wordt in 2022. Bedrag = minimum 250 euro.

Onder uitzonderlijk hoge winst wordt verstaan:

  • ondernemingen die gebruik maken van de forfaitaire belastingaangifte of die geen jaarrekening neerleggen: uitzonderlijk hoge winst in 2022 wordt gedefinieerd als een omzet in 2022 die minstens anderhalve keer de omzet van 2021 bedraagt. Bedrag = minimum 400 euro.
  • ondernemingen die geen gebruik maken van de forfaitaire belastingaangifte en die een jaarrekening neerleggen: een uitzonderlijk hoge winst wordt gedefinieerd als een operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het boekjaar dat afgesloten wordt in 2022 die minstens anderhalve keer de operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het voorgaande boekjaar bedraagt. Bedrag = minimum 400 euro.

Plafond: indien bij de ondernemingen die geen gebruik maken van de forfaitaire fiscale aangifte de som van de uit te betalen premies meer bedraagt dan 50 % van de netto winst van 2022, wordt de premie verhoudingsgewijs verminderd tot de som van de uit te betalen premies deze 50 % bereikt.

Toekenningsmodaliteiten:

De voorziene bedragen zijn van toepassing op de werknemers die in een referteperiode die loopt van 1 november 2022 tot en met 31 oktober 2023 meer dan 6 weken tewerkgesteld zijn geweest en die op 31 oktober 2023 in dienst zijn.

Er wordt een pro rata toegepast op basis van het tewerkstellingsregime.

Deze premie moet uiterlijk worden uitgereikt binnen de termijn die door de Koning wordt bepaald (= uiterlijk 31 maart 2024) in de vorm van elektronische of papieren consumtiecheques.

2. Tuinaanleg (PC 145.04):

Toepassingsgebied:

  • Arbeiders en bedienden.
  • De cao heeft een suppletief karakter en is bijgevolg niet van toepassing op de werkgevers en hun werknemers die een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau afsluiten betreffende de koopkrachtpremie die gunstiger is dan wat op het niveau van de sector wordt bepaald.

Definities en bedragen:

Onder hoge winst wordt verstaan:

  • ondernemingen die geen jaarrekening neerleggen: hoge winst wordt gedefinieerd als een omzet in 2022 die groter is dan nul. Bedrag = minimum 250 euro.
  • ondernemingen die een jaarrekening neerleggen: een hoge winst wordt gedefinieerd als een positieve operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het boekjaar dat afgesloten wordt in 2022. Bedrag = minimum 250 euro.

Onder uitzonderlijk hoge winst wordt verstaan:

  • ondernemingen die geen jaarrekening neerleggen: uitzonderlijk grote winst wordt gedefinieerd als een omzet in 2022 die minstens 1,25 keer de omzet van 2021 bedraagt. Bedrag = minimum 375 euro indien de omzet van 2022 minstens 1,25 keer de omzet van 2021 bedraagt en minimum 500 euro indien de omzet van 2022 minstens 1,50 keer de omzet van 2021 bedraagt.
  • ondernemingen die een jaarrekening neerleggen: uitzonderlijk grote winst wordt gedefinieerd als een operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het boekjaar dat afgesloten wordt in 2022 die minstens 1,25 keer de operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het voorgaande boekjaar bedraagt. Bedrag =
    • minimum 375 euro indien de omzet van bedrijven zonder jaarrekening de operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het boekjaar dat afgesloten wordt in 2022 minstens 1,25 keer de operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het voorgaande boekjaar bedraagt.
    • minimum 500 euro indien de operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het boekjaar dat afgesloten wordt in 2022 minstens 1,5 keer de operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) van het voorgaande boekjaar bedraagt.

Plafond: indien de som van de uit te betalen premies meer bedraagt dan 50 % van de  netto winst van 2022, wordt de premie verhoudingsgewijs verminderd tot de som van de uit te betalen premies deze 50 % bereikt.

Toekenningsmodaliteiten:

De voorziene bedragen zijn van toepassing op de werknemers die op 31 oktober 2023 in dienst zijn.

Er wordt een pro rata toegepast op basis van het tewerkstellingsregime.

Deze premie moet uiterlijk worden uitgereikt binnen de termijn die door de Koning wordt bepaald (= uiterlijk 31 maart 2024) in de vorm van elektronische of papieren consumtiecheques.

Indexering van de lonen

Er wordt voorzien dat, wanneer de geldende formule voor de loonindexering over de periode november van x - 1 tot en met de maand mei van het jaar x een resultaat oplevert van tenminste 3 % , er op 1 juli van het jaar x een tussentijdse indexering van de lonen plaats vindt. Voor zover het resultaat kleiner is dan 3 % , wordt de indexering pas doorgevoerd op 1 januari van het jaar x +1.

Eindejaarspremie

Vanaf 1 januari 2024:

Wanneer een werknemer (arbeider of bediende) zelf zijn arbeidsovereenkomst beëindigt door middel van een opzeggingstermijn of via een verbreking van de overeenkomst, wordt de eindejaarspremie toegekend in functie van het aantal gewerkte en gelijkgestelde maanden in de referteperiode. De geldende voorwaarde van 5 jaar anciënniteit die nu bestaat voor de bedienden, wordt geschrapt.

Fietsvergoeding

Vanaf 1 januari 2024 wordt de fietsvergoeding verhoogd van 0,24 euro per km. naar 0,27 euro/km.

Sociale Fondsen Landbouw, Tuinbouw, Tuinaanleg

Bestaanszekerheid bij tijdelijke werkloosheid en ziekte

Er wordt afgesproken om de aanvullende uitkeringen bij de tijdelijke werkloosheid te harmoniseren zonder dat het globaal uitbetaalde volume stijgt. Tevens zal voorzien worden dat de aanvullende uitkeringen bij tijdelijke werkloosheid en bij arbeidsongeschiktheid rechtstreeks aan de werknemers worden toegekend. Bovendien wordt de procedure vereenvoudigd. De thans bestaande regelingen waarbij de werkgever eerst de aanvullingen toekent uit eigen middelen en nadien een terugbetaling kan bekomen bij het bevoegde sociaal fonds, worden geschrapt. Er wordt indien nodig een extra werkgeversbijdrage afgesproken die zal betaald worden aan de R.S.Z. en die tot doel heeft de nodige middelen te voorzien voor de Sociale Fondsen om de aanvullende uitkeringen bij tijdelijke werkloosheid en bij arbeidsongeschiktheid te kunnen financieren.

Er wordt in dit verband een werkgroep opgericht die tot concrete oplossingen zal komen tegen 1 april 2024. In deze werkgroep zal afgesproken worden wie de aanvullende uitkeringen rechtstreeks aan de werknemers zal toekennen. Er wordt ook nog afgesproken welke authentieke bron zal gebruikt worden om de tijdelijke werkloosheid of ziekte vast te stellen (ASR, DMFA, KSZ, ....).

Syndicale premie

Toekenning van een syndicale premie voor alle vaste werknemers vanaf 2024 in functie van het aantal maanden dat een werknemer gedurende de referteperiode verbonden was door een arbeidsovereenkomst met een werkgever.

Toekenning van een syndicale premie voor seizoenswerknemers vanaf 2024 van 1/12e van de premie voor vaste werknemers per 20 dagen tewerkstelling.

Sociaal overleg - syndicale afvaardiging

Bij de berekening van de aantal werknemers, om na te gaan of de onderneming voldoet aan de voorwaarden om over te gaan tot de installatie van een syndicale afvaardiging, wordt enkel rekening gehouden met de reguliere werknemers, zonder onderscheid tussen arbeiders en bedienden.

Indien evenwel wordt vastgesteld dat, over de vier kwartalen van de referteperiode, het aantal vaste werknemers gedaald is met tenminste 15 % in vergelijking met de vier kwartalen van x - 1 en x - 2 én dat het aantal seizoenwerknemers en/of interimkrachten over de vier kwartalen van de referteperiode gestegen is met tenminste 15 % in vergelijking met x -1 en x - 2, wordt met deze toegenomen groep van seizoenwerknemers en/of interimkrachten bij de telling van het totaal aantal werknemers rekening gehouden.

De voorwaarde dat in de onderneming tenminste 1/3 van het aantal werknemers aangesloten moet zijn bij een vakbond, wordt niet meer toegepast. Een werkgever die van oordeel is dat er minder dan 25 % gesyndiceerde werknemers zijn in zijn onderneming, kan vragen aan de voorzitter van het Paritair Comité om een onderzoek in te stellen naar het aantal aangeslotenen bij de drie vakbonden.

Eindeloopbaanregeling

Verlenging van de nationale collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) over tijdskrediet en eindeloopbaan.

Vanaf 01/01/2024: bijkomende maandelijkse vergoeding van 86,05 euro te betalen door het sociaal fonds voor werknemers van 50 jaar of ouder die hun arbeidstijd met 1/5e willen verminderen.

Voor de werknemers van tenminste 50 jaar oud die een anciënniteit hebben van minimum 20 jaar in de groene sectoren, wordt één extra dag per jaar voorzien die aan vorming moet besteed worden. De loonkost voor deze vormingsdagen wordt aan de werkgever terugbetaald vanuit de middelen die voor vorming voorzien zijn.

Outplacement

Het is de bedoeling om de bestaande regels inzake outplacement voor arbeiders, uit te breiden tot de bedienden. Het sociaal Fonds voor de Tuinaanleg en voor de Landbouw nemen 80 % van de kosten van het outplacement op zich. Het Sociaal Fonds voor de Tuinbouw neemt 60 % van de kosten op zich.

Wanneer een werknemer aanspraak kan maken op een verbrekingsvergoeding van tenminste 30 weken en er vier weken kunnen in mindering gebracht worden van de verbrekingsvergoeding teneinde het outplacement te financieren, wordt de tegenwaarde van deze vier weken in mindering gebracht van de tussenkomst van het bevoegde sociaal fonds.

De financiële impact van deze afspraken wordt besproken in een werkgroep. Dit zal gebeuren tegen 30 juni 2024.

De bestaande regels inzake outplacement worden geëvalueerd tegen einde 2024.

Omzetting ecocheques in maaltijdcheques

In elke onderneming waar maaltijdcheques bestaan voor een lager bedrag dan het reglementair voorziene maximum bedrag per dag, kunnen de sectoraal voorziene ecocheques omgezet worden in een hoger dagbedrag aan maaltijdcheques. Deze omzetting kan door middel van een cao op ondernemingsvlak. Voor ondernemingen waar geen syndicale delegatie bestaat, kan deze omzetting in de toekomst ook door een akkoord met de gewestelijke vrijgestelde van een vakbond. Het bevoegde sociaal Fonds moet omtrent deze omzetting in maaltijdcheques geïnformeerd worden tegen 15 oktober van het jaar waar in de maand december de ecocheques worden toegekend. Een omzetting moet steeds betrekking hebben op het totale bedrag dat aan ecocheques kan worden toegekend.

Plan Eerlijke Concurrentie groene sectoren

In het komende PEC zal aandacht gevraagd worden voor een vereenvoudiging en een modernisering van de administratie inzake seizoenarbeid. Er zal nagegaan worden of de plukkaart kan worden vervangen door een gemoderniseerd hulpmiddel waarbij de seizoenwerknemer het aantal dagen seizoenarbeid kan opvolgen.

Ook moet een oplossing worden uitgewerkt voor het ontbreken van het domicilie - adres bij de KSZ op vandaag.

Seizoensarbeid land- en tuinbouw (met uitzondering van tuinaanleg)

Seizoensregeling

Inzake de seizoenregeling voor de land- en tuinbouw worden de volgende afspraken gemaakt:

  • Voor de tuinbouw, wordt voor wat de witloofteelt betreft, het forfaitair dagloon waarop de sociale bijdragen worden berekend, op eenzelfde wijze bepaald als voor de groenteteelt in het algemeen. Het hoger forfaitair dagloon vanaf de 66ste dag seizoenarbeid wordt geschrapt vanaf 1 januari 2024.
  • Voor de landbouw worden de 100 halve dagen seizoenarbeid vanaf 2024 verruimd tot alle dierlijke sectoren en dit tot einde 2025. De regeling wordt geëvalueerd medio 2025.

De sociale partners zullen in verband met de twee bovenstaande punten contact opnemen met de federale minister van Sociale Zaken en met het Kernkabinet teneinde de nodige aanpassingen aan te brengen aan het ontwerp van K.B. dat de seizoenregeling regelt vanaf 1 januari 2024.

Feestdagen

Er is in het verleden een sectorale regeling uitgewerkt wat betreft de seizoenwerknemers die arbeid verrichten op een feestdag. Er is in dit verband een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend die voorziet in de toekenning van een feestdagvergoeding.

Wat daarentegen de feestdagen betreft die zich situeren na de tewerkstelling, wordt er in een werkgroep onderzocht welke mogelijkheden er zijn om aan de seizoenwerknemers en aan de werkgevers meer rechtszekerheid te geven. De werkgroep zal de toepassing in de praktijk van het art 14 van het K.B. van 18 april 1974 inzake de feestdagen onderzoeken alsook de impact van een mogelijke alternatieve regeling voor andere sectoren. Na afloop van de werkzaamheden kan aan de regering gevraagd worden om de thans bestaande regelgeving aan te passen teneinde de gewenste rechtszekerheid te doen toenemen.

De werkgroep zal deze problematiek bespreken in het voorjaar van 2024.

Arbeidsduur bedienden land- en tuinbouw (met uitzondering van tuinaanleg)

Voor de bedienden die nauw betrokken zijn bij de werkzaamheden van de arbeiders (het betreft hier bedienden die leiding geven en toezicht houden over de arbeiders), wordt het K.B. dat uitvoering geeft aan art. 23 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (= tewerkstelling tot maximum 11u/dag en 50u/week), verruimd tot deze bedienden. Er zal in dit verband contact worden opgenomen met de Fod Waso en met de federale minister van Werk teneinde het bestaande K.B. aan te passen.

Flexijobs land- en tuinbouw (met uitzondering van tuinaanleg)

Het Paritair Comité voor het Tuinbouwbedrijf zal voor de productiesectoren uit de tuinbouw laten weten aan de federale minister voor Werk en aan het Kernkabinet dat er gekozen wordt voor een opting out wat de flexijobs betreft.

Het Paritair Comité voor de Landbouw zal laten weten aan de federale minister voor Werk en aan het Kernkabinet dat er gekozen wordt voor een opting out wat de flexi jobs betreft. Deze keuze blijft geldig tenzij in de toekomst de 100 halve dagen voor de dierlijke sectoren niet zouden verlengd worden.

Loonbetaling tuinbouw (met uitzondering van tuinaanleg)

Voor seizoenwerknemers in de productiesectoren van de tuinbouw wordt vanaf 1 januari 2024 de mogelijkheid voorzien om een voorschot van het loon uit te betalen van hand tot hand en dit onder de volgende voorwaarden:

  • Het voorschot bedraagt max. 65 euro/week en dit voor maximaal 8 weken per kalenderjaar.
  • Er wordt een kwitantie opgesteld in het Ndl. of het Frans én in een taal die de werknemer begrijpt. De kwitantie wordt in twee exemplaren opgesteld.
  • De beide exemplaren worden door de werknemer ondertekend.
  • Een exemplaar is voor de wn. en één exemplaar wordt gevoegd bij de loonbon.
  • De bedragen die vermeld zijn op de kwitantie worden als voorschot vermeld op de loonbon.
  • Wanneer er geen ondertekende kwitantie bestaat, is er een onweerlegbaar vermoeden dat het voorschot niet is uitbetaald.
  • In totaal kan er maximaal 50 % van het loon per maand als voorschot worden uitbetaald.

Deze regeling wordt opgenomen in een CAO en gemeld aan de Fod Waso met het oog op de opname op de website van de Fod Waso in het hoofdstuk inzake de loonbetaling (afwijking op de girale betaling).

Deze CAO wordt afgesloten voor een periode van twee jaar en wordt stilzwijgend en automatisch verlengd telkens voor een nieuwe periode van twee jaar voor zover in de sector van tuinbouw geen flexijobs worden toegepast (en dit in het geval een volgende regering flexijobs voor de tuinbouw mogelijk zou maken zonder mogelijkheid van opting out).

Compensatieregeling voor de Bloemisterij

De compensatieregeling voor de bloemisterij die voorzien is als onderdeel van het sociaal akkoord van 22 december 2022 en die afloopt op 31 december 2024, wordt verlengd tot 30 juni 2025 onder de bestaande voorwaarden.

Het akkoord van 22 december 2022 bepaalt het volgende voor de bloemisterij:

" Voor de bloemisterij wordt er voor 2023 en 2024 een tijdelijke compensatie voorzien vanuit het WSF Tbouw.

Voor de bloemisterij wordt er 0,77 euro niet gecompenseerd (door de overheid). Er wordt voor de bloemisterij 0,47 euro gecompenseerd voor de periode tot einde 2024 (door WSF TB). Dit houdt in: 1824u/jaar x 0,47 euro/uur x 573FTE = 491 221 euro voor 12 maanden. Voor de periode 1 juli 2023 tot einde 2024 betekent dit: 736.831,15 euro. "

Fruitboomkwekerijen

Voor de fruitboomkwekerijen zal in een werkgroep de vraag onderzocht worden of deze ondernemingen desgevallend kunnen ondergebracht worden bij de subgroep voor de fruitteelt. De werkzaamheden in dit verband zullen plaatsvinden in het voorjaar van 2024.

Bijzondere afspraken voor de Tuinaanleg

In een werkgroep zal de bestaande regeling inzake de mobiliteitsvergoeding verduidelijkt en verfijnd worden zonder dat dit een meerkost voor de werkgevers heeft. Het is de bedoeling de Cao te verduidelijken met een aantal voorbeelden die in de commentaar van de tekst worden opgenomen. Deze werkgroep zal zijn werkzaamheden inplannen in het voorjaar 2024.

 

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.

Betrokken sectoren

144.00.00-01.00 , 144.00.00-02.00 , 145.00.00-00.00 , 145.00.00-01.00 , 145.00.00-02.00 , 145.01.00-00.00 , 145.03.00-00.00 , 145.04.00-00.00 , 145.05.00-00.00 , 145.06.00-00.00 , 145.07.00-00.00