0701 Arbeidsduur

Paritair (sub-)Comité nr.:
145.00.00-00.00, 145.01.00-00.00, 145.03.00-00.00, 145.05.00-00.00, 145.06.00-00.00, 145.07.00-00.00

Bijwerking: 03/03/2014
Geldig vanaf: 01/01/2014

Wekelijkse arbeidsduur: 38 uur gemiddeld per week op jaarbasis. 

Minimale dagelijkse arbeidsduur per prestatie: 3 uren. 

Rusttijden: 11 uren (12 uren jonge werknemers). 

Pauzes: 15 minuten na 6 uren prestaties (regels jonge werknemers). 

In het paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf werd op 9 januari 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake de organisatie van de arbeidsduurregeling van 38 uren per week (nr. 119546/CO/145). 

Deze CAO is niet van toepassing op:

  • de ondernemingen die parken en tuinen aanleggen en onderhouden (PC 145.04);
  • de gelegenheidswerknemers. 

1. Wekelijkse arbeidsduur

1.1. Algemeen 

De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uren gemiddeld per week. Deze arbeidsduur van 38 uren per week wordt bereikt als een gemiddelde op jaarbasis.

De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur blijft behouden op 38 uren.

Er wordt in elke individuele onderneming afgesproken: 

  • of men de normale wekelijks arbeidsduur van 40 uren met de 12 onbetaalde compensatiedagen;
  • of de normale wekelijkse arbeidsduur van 39 uren met 6 onbetaalde compensatiedagen behoudt;
  • dan wel of de normale arbeidsduur per week bepaald wordt op 38 uren zonder compensatiedagen.

1.2. Referteperiode 

In toepassing van artikel 26bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt de referteperiode waarin de gemiddelde wekelijks arbeidsduur van 38 uren bereikt wordt, vastgesteld op een jaar.

Het jaar neemt een aanvang op 1 oktober en eindigt op 30 september van het daaropvolgend kalenderjaar.

Voor de groenteteelt, de witloofteelt, de champignon - en fruitteelt neemt de referteperiode een aanvang op 1 april en loopt zij af op 31 maart van het daaropvolgend jaar.

Op ondernemingsvlak kan in het arbeidsreglement een andere referteperiode van een jaar worden opgenomen en dit geldt voor alle werkgevers die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst vallen.

Gedurende deze referteperiode van een jaar, kan de gemiddelde arbeidsduur van 38u/week overschreden worden in uitvoering van het KB van 28 september 2003 genomen in uitvoering van artikel 23 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (zie hoofdstuk 0702). 

1.3. Regeling in geval van onbetaalde compensatiedagen 

Voor zover geopteerd wordt voor een arbeidsregeling met onbetaalde compensatiedagen, gelden de volgende regels:

  • De werknemers die het ganse jaar in dienst zijn van dezelfde werkgever hebben recht op 6 (39uren/week) of 12 (40 uren/week) compensatiedagen; de deeltijdse werknemers hebben dit recht in verhouding tot hun arbeidsduurregime.
  • De werknemers die in de loop van het jaar in dienst komen of uit dienst zijn gegaan, hebben recht op één of twee compensatiedagen per schijf van twee maanden die zij in de onderneming in dienst waren.
  • Voor de vaststelling van het aantal compensatiedagen wordt rekening gehouden met de effectieve prestaties, met de periodes van jaarlijkse vakantie, de feestdagen en met alle schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die recht geven op een betaling van gewaarborgd loon ten laste van de werkgever.
  • De compensatiedagen worden opgenomen overeenkomstig de in dit verband tussen de werkgever en de werknemer op ondernemingsvlak gemaakte afspraken.
  • Voor zover alle compensatiedagen niet integraal zijn opgenomen in het betrokken jaar, worden de resterende verworven compensatiedagen verder uitgeput in de loop van het eerste kwartaal van het nieuwe jaar.

2. Minimale dagelijkse arbeidsduur/per prestatie

De duur van elke arbeidsperiode mag niet minder dan 3 uren bedragen.

3. Rusttijden

De werknemers hebben recht op elf opeenvolgende uren (twaalf uren voor jonge werknemers) rust in de loop van elke periode van vierentwintig uur, tussen de stopzetting en de hervatting van de arbeid.

De duur van de rustonderbrekingen voegt zich bij de zondagsrust of de inhaalrust voor de tewerkstelling van een werknemer op zondag, zodat de werknemers een arbeidsonderbreking van 35 opeenvolgende uren genieten.

Er kan worden afgeweken van deze verplichte regels ofwel bij de wet (werken uitgevoerd om het hoofd te bieden aan een voorgevallen of dreigend ongeval, dringende werken aan machines en materiaal, onvoorziene noodzakelijkheid, ezv) ofwel bij een cao die algemeen verbindend werd verklaard.

In dit paritair comité, is er geen afwijking voorzien.

4. Pauzes

De werknemers mogen zes uren zonder onderbreking werken. Wanneer de arbeidstijd per dag zes uren overschrijdt, hebben zij recht op een pauze waarvan de duur en de toepassingsmodaliteiten moeten vastgelegd worden hetzij door cao (sectorale of onderneming) hetzij bij KB.

In dit paritair comité werden geen modaliteiten voorzien. Bij gebrek aan cao of KB, hebben dus de werknemers ten minste recht op een kwartier pauze ten laatste op het ogenblik waarop de duur van de prestaties zes uren bereikt.

De jonge werknemers mogen slechts gedurende vierenhalf uren zonder onderbreking werken. Wanneer de arbeidstijd per dag vierenhalf uur overschrijdt, hebben zij recht op een half uur rust. Wanneer de arbeidstijd zes arbeidsuren per dag overschrijdt, hebben zij recht op één uur rust per dag, waarbij een half uur in één keer moet genomen worden.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/01/2014
Registratienr
119546
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
29/01/2014
Registratiedatum
18/02/2014
Onderwerp
arbeidsduur
BS Bericht van neerlegging
10/03/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
26/10/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
15/12/2015
Keywords
ARBEIDSDUUR IN UREN, ARBEIDSDUURVERMINDERING, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT

Historiek
01/01/2014 31/12/2999 0701 Arbeidsduur
01/10/2002 31/12/2013 0701 Arbeidsduur
01/01/1997 30/09/2002 0701 Arbeidsduur