Nationaal akkoord 2023-2024

09/11/2023

In het Paritair Subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie werd 16 oktober 2023 een nationaal akkoord 2023-2024 afgesloten.

We geven u hierna een overzicht van de inhoud van dit akkoord. 

Koopkrachtpremie

Uiterlijk op 15 december 2023 kennen de ondernemingen die in 2022 een hoge winst of een uitzonderlijk hoge winst hebben behaald een koopkrachtpremie in de vorm van papieren of elektronische consumptiecheques toe aan hun arbeiders.

Opgelet! De keuze voor koopkrachtpremies op papieren drager moet geregeld worden in een ondernemings-cao indien er een syndicale afvaardiging is of, bij gebrek aan een syndicale afvaardiging, in een individueel schriftelijk akkoord met elke arbeider.

  • Een onderneming heeft hoge winst behaald als het bedrijfsresultaat in 2022 met minimum 15% is gestegen ten aanzien van het gemiddelde bedrijfsresultaat in 2019 tot en met 2021, maar minder is dan 50 %. Bedrag van de premie:

    • 250 euro als het bedrijfsresultaat in 2022 met minimum 15% is gestegen ten aanzien van het gemiddelde bedrijfsresultaat in 2019 tot en met 2021;
    • 500 euro als het bedrijfsresultaat in 2022 met minimum 25% is gestegen ten aanzien van het gemiddelde bedrijfsresultaat in 2019 tot en met 2021.
  • ​Een onderneming heeft een uitzonderlijk hoge winst behaald als het bedrijfsresultaat in 2022 met minimum 50% is gestegen ten aanzien van het gemiddelde bedrijfsresultaat in 2019 tot en met 2021. Bedrag van de premie: 750 euro

“Winst in 2022”: het bedrijfsresultaat van het boekjaar 2022 (code 9901 op de jaarrekening) en dit op het niveau van de juridische entiteit. Indien het boekjaar niet overeenstemt met een kalenderjaar, wordt gekeken naar de winst gerealiseerd in het boekjaar dat afsluit in 2022.

In het geval van een fusie of overname wordt het bedrijfsresultaat, zowel van het jaar 2022 als het gemiddelde van de jaren 2019 tot en met 2021, van de verschillende entiteiten samengevoegd om de berekening uit te voeren. Bij het ontbreken van gegevens voor een van de entiteiten (gebrek aan neerlegging, aankoop van een bedrijfstak, enz.), wordt alleen rekening gehouden met de gegevens van de overnemer.

Plafond: maximum 15 % van de winst (code 9901) in 2022 mag besteed worden aan de koopkrachtpremie. Bij overschrijding geldt proratisering van het beschikbare bedrag onder de gerechtigden.

De koopkrachtpremie wordt toegekend onder volgende cumulatieve voorwaarden:

  • De arbeider moet minstens 1 dag in dienst zijn geweest van de onderneming in oktober 2023. Uitzendkrachten die 1 dag effectief tewerkgesteld geweest zijn in oktober 2023, openen het recht op een koopkrachtpremie. Deze premie zal berekend worden op de zelfde manier als voor de vaste werknemers;
  • De premie wordt berekend pro rata de effectieve en gelijkgestelde werkdagen in de onderneming die de koopkrachtpremie toekent, tijdens de referteperiode die loopt van 1 oktober 2022 tot 30 september 2023. (ratio= effectief + gelijkgestelde dagen/215);
  • Voor een volledige koopkrachtpremie volstaan 215 gewerkte en gelijkgestelde dagen.

Voor deeltijdse arbeiders wordt de premie berekend op basis van het aantal effectief gewerkte en gelijkgestelde uren bij de werkgever die de koopkrachtpremie toekent, tijdens de referteperiode die loopt van 1 oktober 2022 tot 30 september 2023 (formule: aantal effectief gewerkte en gelijkgestelde uren/1634).

Onder gelijkgestelde dagen/uren wordt in het kader van deze overeenkomst verstaan de gelijkstellingen zoals die zijn opgenomen in art. 10 van de cao “sectoraal systeem ecocheques” van 25 juni 2014 geregistreerd onder het nummer 123.003/CO/149.01 (KB van 24 maart 2015 gepubliceerd in het BS op 9 april 2015).

De toepassing van de pro rata regeling kan er niet toe leiden dat het toe te kennen bedrag hoger is dan de bedragen die volgens de hoogte van de winst in 2022 zijn bepaald.

De eventueel door de onderneming reeds toegekende koopkrachtpremie mag in rekening gebracht worden op de sectorale koopkrachtpremie.

Engagementsverklaring jongerenlonen

De sociale partners engageren zich om de loondegressiviteit voor jongeren niet opnieuw in te voeren, met uitzondering van jobstudenten.

Bestaanszekerheid

  • Indexering en verlenging van alle aanvullende vergoedingen met 15,58 % op 1 januari 2024, met uitzondering van de tussenkomst in de kosten kinderopvang.
  • Verlenging van de bestaande regeling van de tussenkomst in kosten kinderopvang vanaf 1 januari 2025 tot 31 december 2026.

Mobiliteit

  • Vanaf 1 november 2023 wordt de fietsvergoeding opgetrokken naar € 0,27/km. De fietsvergoeding kan in geen geval lager zijn dan de tussenkomst van de werkgever in privé-vervoer.
  • Aanbeveling derde betalerssysteem.
  • Vanaf 1 januari 2024 wordt maandelijks bij de loonfiche een detail gevoegd van het aantal per dag afgelegde kilometers die in aanmerking komen voor de uitbetaling van de mobiliteitsvergoeding.
  • Vanaf 1 januari 2024 wordt het mobiliteitsverlof berekend per voltooide schijf van 27.000 km per jaar. Een mobiliteitsdag, zoals bepaald in artikel 10 § 2 van het Nationaal Akkoord 2019- 2020 wordt toegekend telkens wanneer 27.000 km is afgelegd. De teller wordt op 0 gezet op 1 januari van elk jaar. De opgebouwde dagen worden opgenomen in overleg binnen de 12 maanden nadat ze verworven zijn. Mogelijkheid om deze dag mobiliteitsverlof om te zetten in een gelijkwaardig voordeel mits een cao op ondernemingsvlak in ondernemingen met een vakbondsafvaardiging of een schriftelijk akkoord tussen werkgever en arbeider in ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging.
  • Er wordt een werkgroep opgericht die het gehele spectrum van mobiliteit omvat, met inbegrip van het tijdsaspect en van de werknemers met een vaste plaats van tewerkstelling, en alle mogelijke oplossingen behandelt. De werkgroep moet tegen eind 2024 tot conclusies komen.
  • Bij de RSZ wordt een aanvraag ingediend om het maximale vrijgestelde bedrag van de mobiliteitsvergoeding te verhogen in functie van de evolutie van de afgevlakte gezondsheidsindex.

Functieclassificatie

  • Installeren van een classificatiecommissie bestaande uit experten inzake functieclassificatie van de verschillende organisaties met als doel onder meer het actualiseren van de functiecategorieën, de omschrijvingen van deze categorieën, ...
  • Deze classificatiecommissie dient haar werkzaam heden af te ronden voor 31 december 2024, waarna de gemaakte afspraken zullen worden omgezet in een collectieve arbeidsovereenkomst inzake functieclassificatie, en dit voor 30 juni 2025.

Vorming en opleiding 

  • Opleidingsrechten:

    • Berekend per VTE
    • Voor ondernemingen < 20 werknemers is er een recht op vorming:
      • Collectief recht: vanaf 2024 3 dagen per kalenderjaar
      • Individueel recht:
        • Vanaf 2024: 1 dag per kalenderjaar
        • Vanaf 2026: 2 dagen per kalenderjaar
    • Voor ondernemingen vanaf 20 werknemers is er een recht op vorming:
      • lndividueel recht:

        • Vanaf 2024: 3 dagen per kalenderjaar
        • Vanaf 2026: 4 dagen per kalenderjaar
        • Vanaf 2028: 5 dagen per kalenderjaar
    • Van deze dagen:
      • mag er 1 dag per jaar opgenomen  worden in uren, de andere dagen mogen opgenomen worden in blokken van minimum 4 uur vanaf 2025
      • mogen er 2 dagen per jaar opgenomen worden in uren, de andere dagen mogen opgenomen worden in blokken van minimum 4 uur vanaf 2026.
  • Het premiekrediet wordt als volgt toegekend:
    • Voor ondernemingen met minder dan 20 werknemers verhoogt het premiekrediet naar € 22 vanaf 2024.
    • Voor ondernemingen vanaf 20 werknemers verhoogt het premiekrediet naar € 18 vanaf 2024.
    • Deze verhoging geldt tot 30 juni 2025 en wordt geëvalueerd voor 31 december 2025.
    • Toolboxmeetings en infosessies fabrikanten die niet voldoen aan de voorwaarden tot erkenning van opleiding in het kader van premiekrediet, komen niet in aanmerking voor uitbetaling van de opleidingspremie.
    • Een kader voor online-opleidingen wordt uitgewerkt in de nationale werkgroep van Volta.
    • Opleidingen buiten de werkuren (als het niet anders kan) komen in aanmerking voor premiekrediet, deze uren worden beschouwd als arbeidstijd en geven recht op de betaling van het normale loon, zonder evenwel aanleiding te geven tot de betaling van een eventueel overloon.
  • Het initiatief rond het ILA (Individual Learning Account) wordt opgevolgd en besproken binnen de nationale werkgroep van Volta.
  • De sociale partners engageren zich om het gesprek aan te vatten inzake de evolutie van Volta vzw naar een loopbaanfonds.
  • Risicogroepen: verlenging van de cao tot 31 december 2025.
  • Scholingsbeding: opleidingen waarvoor aan de werkgever een premie werd betaald door Volta en verplichte opleidingen worden uitgesloten van de toepassing van het scholingsbeding. Verlenging van de cao tot 31 december 2025.
  • Naast de bepalingen van het sectorale bedrijfsopleidingsplan, wijzen de sociale partners erop dat de bepalingen van de Arbeidsdeal betreffende het opleidingsplan voor de bedrijven met minstens twintig werknemers onverminderd van toepassing blijven.

Anciënniteitsverlof

Invoering van een suppletief recht van 1 dag anciënniteitsverlof bij 25 jaar anciënniteit in de onderneming vanaf 2024. 

SWT

De sociale partners tekenen op sectoraal vlak in op alle NAR-kader collectieve arbeidsovereenkomsten rond SWT (tot 30 juni 2025), inclusief de bepalingen omtrent de mogelijkheid tot vrijstelling van beschikbaarheid (tot 31 december 2026).

Tijdskrediet en landingsbanen

  • De sociale partners tekenen op sectoraal vlak in op de NAR-kadercao inzake landingsbanen: de leeftijd wordt op 55 jaar gebracht voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 voor arbeiders die hun arbeidsprestaties verminderen met 1/5 of met 1/2de in het kader van een landingsbaan na 35 jaar loopbaan of in een zwaar beroep.
  • Verlenging van de Vlaamse aanmoedigingspremies.

Ongezond en gevaarlijk werk

De werkgroep die werd opgericht wordt verdergezet. Deze maakt werk van een collectieve arbeidsovereenkomst die de huidige collectieve arbeidsovereenkomst inzake premie voor ongezond en gevaarlijk werk herziet. Hierbij zal rekening worden gehouden met de beginselen van preventie, risico-analyse en overleg.

Sectoraal engagement

De sociale partners verklaren dat ze zich zullen inschakelen in intersectorale communicatie-acties met betrekking tot 8 mei: verdraagzaamheid, inclusie en tegen extremisme. 

Arbeidsorganisatie

  • Verlenging van de cao van 3 juli 2023 betreffende overuren van 1 januari 2024 tot 30 juni 2025.
  • Verlenging van de cao van 3 juli 2023 betreffende nieuwe arbeidsregelingen van 1 januari 2024 tot 30 juni 2025.

Outplacement

Verlenging van de cao van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025.

Vakbondsafvaardiging

De tekst van de CAO betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen zal worden verfijnd.  Indien er zich problemen voordoen met betrekking tot de werking van de syndicale afvaardiging en er na overleg met de regionale secretarissen op ondernemingsniveau geen oplossing bereikt wordt, kan de meest gerede partij dit probleem voorleggen aan de woordvoerders van de betrokken patronale en/of werknemersorganisaties. De woordvoerders nemen samen het initiatief om binnen een termijn van één maand na deze melding gesprekken op ondernemingsniveau te starten en hierbij persoonlijk aanwezig te zijn om te zoeken naar een oplossing voor het gestelde probleem.

Sociale vrede

De sociale vrede in de sector wordt verzekerd tijdens de duurtijd van het akkoord.  

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.