40 Deeltijdse arbeid

Paritair (sub-)Comité nr.:
152.01.00-00.00

Bijwerking: 22/02/2023
Geldig vanaf: 01/05/1991

Minimale wekelijkse arbeidsduur: tussen 2, 3, 4 of 8 uren (in functie van het aantal leerlingen: kleuter- en lager onderwijs en internaten), 2 of 4 uren (secundair en hoger onderwijs).

Minimale dagelijkse arbeidsduur/per prestatie: 1 uur (in functie van het aantal leerlingen: kleuter- en lager onderwijs en internaten), 2 uren (secundair en hoger onderwijs).

In het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs werd op 25 juni 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de deeltijdse arbeid in uitvoering van de artikelen 182 en 189 van de programmawet van 22 december 1989 (KB van 26 september 1991, BS 26 oktober 1991).

1. Minimale wekelijkse arbeidsduur

In toepassing van het artikel 182, 2°, van de programmawet van 22 december 1989 mag de wekelijkse arbeids­duur van de deeltijds tewerkgestelde werknemer niet lager liggen dan de volgende minima:

1) in de instellingen voor kleuter- en lager onderwijs en in de internaten:

  • van 1 tot 50 leerlingen : 2 uren,
  • van 51 tot 180 leerlingen : 3 uren,
  • van 181 tot 300 leerlingen : 4 uren,
  • van 301 tot 400 leerlingen : 8 uren ;

2) in de instellingen voor secundair en hoger onderwijs :

  • van 1 tot 300 leerlingen : 4 uren,
  • van 301 tot 400 leerlingen : 8 uren.

Wat betreft de onderwijsinstellingen waarvan de schoolbevolking 400 eenheden overschrijdt kan een collec­tieve arbeidsovereenkomst tot afwijking van het artikel 182, 2° van de programmawet van 22 december 1989 gesloten en voorgelegd worden ter advies van het paritair comité.

Onder onderwijsinstelling wordt begrepen :

  • wat secundair- en hoger onderwijs betreft, een administratieve entiteit die valt onder de verantwoordelijk­heid van een instellingshoofd;
  • voor kleuter- en lager onderwijs, elke lokale vestigingsplaats.

Zo het personeelslid tewerkgesteld wordt in verschillende onderwijsinstellingen, die gevestigd zijn op eenzelfde campus en afhangen van eenzelfde inrichtende macht, waarmee het een arbeidsovereenkomst gesloten heeft, zullen de schoolbevolkingen opgesteld worden.

2. Minimale dagelijkse arbeidsduur/per prestatie 

In toepassing van het artikel 189 van de programmawet van 22 december 1989 mag de duur van elke werk­periode niet korter zijn dan volgende minima :

  • in de instellingen voor kleuter- en lager onderwijs en in de internaten : 1 uur;
  • in de instellingen voor secundair en hoger onderwijs : 2 uren.

Onder onderwijsinstelling wordt begrepen :

  • wat secundair- en hoger onderwijs betreft, een administratieve entiteit die valt onder de verantwoordelijk­heid van een instellingshoofd;
  • voor kleuter- en lager onderwijs, elke lokale vestigingsplaats.

Zo het personeelslid tewerkgesteld wordt in verschillende onderwijsinstellingen, die gevestigd zijn op eenzelfde campus en afhangen van eenzelfde inrichtende macht, waarmee het een arbeidsovereenkomst gesloten heeft, zullen de schoolbevolkingen opgesteld worden.


Historiek
01/05/1991 31/12/2050 40 Deeltijdse arbeid