0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen

Paritair (sub-)Comité nr.:
201.00.00-00.00

Bijwerking: 28/02/2020
Geldig vanaf: 01/08/2017
Geldig tot: 22/10/2019

Ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen (bedragen op 01/03/2019)

Leeftijd

Werknemers met een vast contract Studenten

Anciënniteit na

Anciënniteit na

0 maand

6 maanden

1 jaar

0 maand

6 maanden

1 jaar

16 jaar

1.164,30 EUR

1.194,52 EUR

1.228,68 EUR

1.164,30 EUR

1.194,52 EUR

1.228,68 EUR

17 jaar

1.264,10 EUR

1.296,90 EUR

1.334,00 EUR

1.264,10 EUR

1.296,90 EUR

1.334,00 EUR

18 jaar

1.625,72 EUR

1.625,72 EUR

1.625,72 EUR

1.363,90 EUR

1.399,29 EUR

1.439,31 EUR

19 jaar

1.625,72 EUR

1.668,86 EUR

1.668,86 EUR

1.463,70 EUR

1.501,68 EUR

1.544,63 EUR

20 jaar

1.625,72 EUR

1.669,41 EUR

1.688,03 EUR

1.563,49 EUR

1.604,06 EUR

1.649,94 EUR

21 jaar

1.663,29 EUR

1.706,45 EUR

1.755,26 EUR

1.663,29 EUR

1.706,45 EUR

1.755,26 EUR

22 jaar

 

 

1.755,26 EUR

   

1.755,26 EUR

Ondernemingen die 20 werknemers en meer tewerkstellen (bedragen op 01/03/2019)

Leeftijd

Werknemers met een vast contract Studenten

Anciënniteit na

Anciënniteit na

0 maand

6 maanden

1 jaar

0 maand

6 maanden

1 jaar

16 jaar

1.171,98 EUR

1.202,19 EUR

1.236,34 EUR

1.171,98 EUR

1.202,19 EUR

1.236,34 EUR

17 jaar

1.272,43 EUR

1.305,23 EUR

1.342,31 EUR

1.272,43 EUR

1.305,23 EUR

1.342,31 EUR

18 jaar

1.625,72 EUR

1.625,72 EUR

1.625,72 EUR

1.372,89 EUR

1.408,28 EUR

1.448,28 EUR

19 jaar

1.625,72 EUR

1.668,86 EUR

1.668,86 EUR

1.473,34 EUR

1.511,32 EUR

1.554,26 EUR

20 jaar

1.625,72 EUR

1.668,86 EUR

1.688,03 EUR

1.573,80 EUR

1.614,37 EUR

1.660,23 EUR

21 jaar

1.674,25 EUR

1.717,41 EUR

1.766,20 EUR

1.674,25 EUR

1.717,41 EUR

1.766,20 EUR

22 jaar

 

 

1.766,20 EUR

   

1.766,20 EUR

In het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel werd op 4 september 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (registratienummer 142102/CO/201).

Wij geven u hierna de nuttige bepalingen van deze CAO en de historiek van de bedragen. De tekst wordt aangevuld met enige commentaar.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van  het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel behoren.

§2. Onder “bedienden” wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2

§1. Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers tewerkstelt, moet men het gemiddelde berekenen van de tewerkstelling tijdens het 4de kwartaal van het 'kalenderjaar -2' en het lste tot en met het 3de kwartaal van het 'kalenderjaar-i'. Het gemiddelde wordt verkregen door het totaal aantal werknemers in dienst op het einde van ieder van de bedoelde kwartalen te delen door het aantal kwartalen waarvoor een aangifte werd ingediend.

§2. Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen aantal het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het eerste burgerlijk kwartaal waarvoor betrokken onderneming een aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend.

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing:

  • op de bedienden die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende een periode welke minder dan een kalendermaand bedraagt;
  • op de personen die zijn tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd.

HOOFDSTUK II - Beginselen

Artikel 4

Op 1 augustus 2017 is het volgend gemiddeld minimum maandinkomen van toepassing:

a. Ondernemingen met minder dan 20 werknemers

1. Werknemers met een vast contract

Leeftijd % -6 maanden anciënniteit +6 maanden anciënniteit +12 maanden anciënniteit
22 jaar       1.687,10 EUR
21 jaar 100 % 1.598,71 EUR 1.640,19 EUR 1.687,10 EUR
20 jaar   1.562,59 EUR 1.604,06 EUR 1.622,48 EUR
19 jaar   1.562,59 EUR 1.604,06 EUR 1.604,06 EUR
18 jaar   1.562,59 EUR 1.562,59 EUR 1.562,59 EUR
17 jaar 76 % 1.215,02 EUR 1.246,54 EUR 1.282,20 EUR
16 jaar en minder 70 % 1.119,10 EUR 1.148,13 EUR 1.180,97 EUR

2. Studenten

Leeftijd % -6 maanden anciënniteit +6 maanden anciënniteit +12 maanden anciënniteit
22 jaar       1.687,10 EUR
21 jaar 100 % 1.598,71 EUR 1.640,19 EUR 1.687,10 EUR
20 jaar 94 % 1.502,79 EUR 1.541,78 EUR 1.585,87 EUR
19 jaar 88 % 1.406,86 EUR 1.443,37 EUR 1.484,65 EUR
18 jaar 82 % 1.310,94 EUR 1.344,96 EUR 1.383,42 EUR
17 jaar 76 % 1.215,02 EUR 1.246,54 EUR 1.282,20 EUR
16 jaar en minder 70 % 1.119,10 EUR 1.148,13 EUR 1.180,97 EUR

b. Ondernemingen met 20 of meer werknemers

1. Werknemers met een vast contract

Leeftijd % -6 maanden anciënniteit +6 maanden anciënniteit +12 maanden anciënniteit
22 jaar       1.697,62 EUR
21 jaar 100 % 1.609,24 EUR 1.650,73 EUR 1.697,62 EUR
20 jaar   1.562,59 EUR 1.604,06 EUR 1.622,48 EUR
19 jaar   1.562,59 EUR 1.604,06 EUR 1.604,06 EUR
18 jaar   1.562,59 EUR 1.562,59 EUR 1.562,59 EUR
17 jaar 76 % 1.223,02 EUR 1.254,55 EUR 1.290,19 EUR
16 jaar en minder 70 % 1.126,47 EUR 1.155,51 EUR 1.188,33 EUR

2. Studenten

Leeftijd % -6 maanden anciënniteit +6 maanden anciënniteit +12 maanden anciënniteit
22 jaar       1.697,62 EUR
21 jaar 100 % 1.609,24 EUR 1.650,73 EUR 1.697,62 EUR
20 jaar 94 % 1.512,69 EUR 1.551,69 EUR 1.595,76 EUR
19 jaar 88 % 1.416,13 EUR 1.452,64 EUR 1.493,91 EUR
18 jaar 82 % 1.319,58 EUR 1.353,60 EUR 1.392,05 EUR
17 jaar 76 % 1.223,02 EUR 1.254,55 EUR 1.290,19 EUR
16 jaar en minder 70 % 1.126,47 EUR 1.155,51 EUR 1.188,33 EUR

Commentaar: De jaarlijkse overzichten vindt u terug in onze sectorale documentatie Hfdst. 0404.

Artikel 5

Voor het bediendenpersoneel dat met onvolledige dienstbetrekking is tewerkgesteld, wordt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, bepaald in artikel 4, berekend naar rata van de duur van de maandelijkse arbeidsprestatie.

Artikel 6

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “gemiddeld minimum maandinkomen” verstaan:

  • het maandloon dat is gewaarborgd door de loonschalen welke zijn vastgesteld door het paritair comité, de ondernemingsovereenkomsten of de individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden. In het maandloon moet zowel het vaste als het veranderlijke gedeelte worden begrepen ;
  • de tegenwaarde per maand van de premies en andere voordelen, eventueel in natura betaald, welke worden toegekend krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten, ondernemingsovereenkomsten, individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden of de gebruiken.

Artikel 7

Worden evenwel uitgesloten voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen:

  • de aanvullingen voor overwerk bepaald door artikel 29, §1, van de arbeidswet van 16 maart 1971;
  • de voordelen welke worden bedoeld in de bepalingen van artikel 19, §2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ;
  • de premies of vergoedingen welke worden uitgekeerd wegens werkelijke door de bedienden gedragen kosten;
  • de wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden toegekend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst zoals ziekteuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid, enkel en dubbel vakantiegeld.

Commentaar:

De voordelen bedoeld in de bepalingen van artikel 19 §2 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 28 november 1969 en die relevant zijn voor het onderhavige paritair comité zijn de volgende:

  1. de sluitingsvergoeding ten belope van een bedrag toegekend aan de werknemer per jaar anciënniteit in de onderneming en het totaal bedrag vermeld in artikel 23 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, die wordt uitgekeerd aan werknemers in geval van sluiting van de onderneming die hen tewerkstelt onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3, van voormelde wet van 26 juni 2002 en de sluitingsvergoeding die aan werknemers wordt toegekend in geval van de stopzetting van de activiteiten van de natuurlijke persoon of van de vereniging die hen tewerkstelt, voor zover de natuurlijke persoon of de onderneming aan de voorwaarden voldoet bedoeld in artikel 3 van voornoemde wet van 26 juni 2002, ten belope van dezelfde bedragen als bedoeld in artikel 23 van bovenvermelde wet van 26 juni 2002;
  2. de aan de werknemers verschuldigde vergoedingen, wanneer de werkgever zijn wettelijke, contractuele of statutaire verplichtingen niet nakomt, met uitzondering nochtans van de vergoedingen, verschuldigd naar aanleiding van:
    a. de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever;
    b. de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor personeelsafgevaardigden;
    c. de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor syndicale afgevaardigden;
    d. de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk akkoord;
  3. (...)
  4. de bedragen die gelden als terugbetaling van de kosten die de werknemer heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven, alsook de kosten die ten laste van zijn werkgever vallen;
  5. de voordelen toegekend in de vorm van arbeidsgereedschap of werkkleding;
  6. de bedragen die de werkgever aan de werknemer betaalt ten einde zich te kwijten van zijn verplichting om arbeidsgereedschap of werkkleding te bezorgen of om te zorgen voor kost en inwoning, wanneer de werknemer ver van zijn woning tewerkgesteld is;
  7. de bedragen die aan de werknemer worden toegekend wegens hun aansluiting bij een vakorganisatie ten belope van het bedrag door de Minister van Sociale Voorzorg bepaald;
  8. (...)
  9. (...)
  10. de vergoeding voor de periode van arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week, alsook de vergoeding verschuldigd voor de periode van arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 12bis en nr. 13bis;
  11. het verschaffen van eetmalen beneden de kostprijs in het bedrijfsrestaurant;
  12. (...)
  13. de vergoeding overeenstemmmend met het loon voor de feestdag of vervangingsdag tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid;
  14. de volgende geschenken:
    a. de geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons, geschenkcheques genaamd, als ze een totaal bedrag van 35 EUR per jaar per werknemer en 35 EUR per jaar voor elk kind ten laste van deze werknemer niet overschrijden en toegekend worden naar aanleiding van het Sinterklaasfeest, Kerstmis of Nieuwjaar;
    b. de geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques die aan de werknemer worden overhandigd wanneer hij een eervolle onderscheiding ontvangt als ze een totaal bedrag van 105 EUR per jaar per werknemer niet overschrijden;
    c. de geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques die aan een werknemer worden overhandigd ter gelegenheid van zijn pensionering als ze een bedrag van 35 EUR niet overschrijden per volledig dienstjaar dat de werknemer bij de betrokken werkgever in dienst is en met een totaal bedrag van tenminste 105 EUR en maximum 875 EUR;
    d. de geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons die aan een werknemer worden overhandigd ter gelegenheid van zijn huwelijk of van het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning, voor zover het toegekend bedrag geen 200 EUR per werknemer overschrijdt.
  15. het voordeel betreffende het persoonlijk en individueel gebruik van een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever;
  16. de kilometervergoeding toegekend door de werkgever aan de werknemer voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, voor een bedrag van maximaal 0,145 EUR per kilometer (bedrag op 01/01/2010);
  17. (...)
  18. het voordeel opgeleverd door opties op aandelen, zoals bepaald bij artikel 42 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, behalve indien de prijs van de uitoefening van de optie lager is dan de op het ogenblik van het aanbod geldende waarde van de aandelen waarop de optie betrekking heeft.
  19. de vermindering, ten laste van de werkgever, van de normale prijs van de gefabriceerde of verkochte producten, of diensten geleverd door de werkgever, op voorwaarde dat de hoeveelheid van de aan elke werknemer verkochte producten of geleverde diensten het normale verbruik van het gezin van de werknemer niet overschrijdt. De werkgever moet kunnen aantonen dat hij zijn werknemers op deze voorwaarde heeft gewezen.
  20. de tussenkomsten van de werkgever ten beloop van maximum 60 % van de aankoopprijs (exclusief BTW) die door de werknemers wordt betaald voor de aankoop van een geheel van persoonlijke computer. Randapparatuur en printer, internetaansluiting en internetabonnement, alsook de voor de bedrijfsvoering dienstige software in het kader van een door de werkgever georganiseerd plan, zonder dat die werkgever op enig ogenblik zelf eigenaar van de voormelde elementen mag zijn, in zover zij niet meer bedragen dan 1.250 EUR per aanbod en als de in het koninklijk besluit van 25 maart 2003 tot wijziging van het KB/WIB 92 en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 396 van de programmawet van 24 december 2002 voorwaarden vervuld zijn.
  21. de stortingen bedoeld in artikel 38, § 3ter, eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, verricht door de werkgevers met het oog op de toekenning aan hun personeelsleden of aan hun rechtverkrijgende(n) van buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdig overlijden, de premies voor aanvullende hospitalisatieverzekering zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 april 1993 betreffende de bijdrage op de premies terzake van een aanvullende verzekering voor hospitalisatie, die door de werkgever in het voordeel van zijn personeel worden ten laste genomen, alsmede de premies voor aanvullende voordelen in geval van arbeidsongeschiktheid.

HOOFDSTUK III - Toepassingsmodaliteiten

Artikel 8

§1. Op het ogenblik van de betaling van de eindejaarspremie wordt een afrekening opgemaakt van de betaalde maandlonen alsook van de andere toegekende voordelen, waarvan sprake in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gedurende de voorafgaande twaalf maanden of het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden.

§2. Wanneer de afrekening waarvan sprake in §1 lager is dan het totaal van de maandbedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen dat wordt gewaarborgd door deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode waarvoor de afrekening vermeld in §1 werd opgemaakt, wordt het verschil als complement betaald op het ogenblik van de betaling van de eindejaarspremie.

§3. In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst vóór de in dit artikel voorziene datum wordt de gebeurlijke aanpassing gedaan op het ogenblik zelf van de beëindiging.

Commentaar :

De afrekening van de betaalde maandbezoldigingen aangevuld met de andere in aanmerking komende voordelen (zoals de eindejaarspremie bv.) wordt jaarlijks verricht bij de betaling van de eindejaarspremie, dit is ten laatste tussen 15 en 31 december van elk jaar. Het is ook dan dat er een eventuele aanpassing moet gebeuren.

Ingeval de arbeidsovereenkomst een einde neemt vóór de datum van betaling van de eindejaarspremie in de onderneming, moeten de afrekening en de eventuele aanpassing plaats vinden op het ogenblik van de beëindiging van het contract.

Artikel 9

§1. Voor de bedienden die volledig of gedeeltelijk met een veranderlijk loon worden betaald, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van de laatste twaalf maanden of het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden.

§2. Voor de bepalingen van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt geen rekening gehouden met onvolledige werkmaanden.

(...)

HOOFDSTUK V – Slotbepalingen

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 augustus 2017.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (125194/co/201).

Artikel 12

Zij is gesloten voor een onbepaalde tijd en mag slechts worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Historiek van de bedragen

Datum Aanpassing Ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen Ondernemingen die 20 werknemers en meer tewerkstellen
01/08/2017 Conventionele verhoging: +20 EUR (Sectoraal akkoord 2017-2018) tabel GMMI tabel GMMI
01/04/2018 Indexatie: +2 % tabel GMMI tabel GMMI
01/03/2019 Indexatie: +2 % tabel GMMI tabel GMMI

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
04/09/2017
Registratienr
142102
Geldig van
01/08/2017
Geldig tot
22/10/2019
Neerleggingsdatum
19/09/2017
Registratiedatum
19/10/2017
Onderwerp
gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
BS Bericht van neerlegging
03/11/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/04/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
22/05/2018
Keywords
LONEN

Historiek
01/03/2024 31/12/2050 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
01/02/2023 29/02/2024 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
01/12/2022 31/01/2023 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
01/10/2022 30/11/2022 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
01/07/2022 30/09/2022 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
17/12/2020 30/06/2022 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
17/12/2020 30/11/2021 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
23/10/2019 16/12/2020 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
01/08/2017 22/10/2019 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2015 31/07/2017 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2012 31/12/2014 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/09/2005 31/12/2011 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/05/2004 31/08/2005 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/09/2001 30/04/2004 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/07/2001 31/08/2001 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/1999 30/06/2001 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen