040101 Bezoldigingsvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
219.00.00-00.00

Bijwerking: 22/03/2022
Geldig vanaf: 09/11/2021

De loonvoorwaarden (regels, bedragen en premies) worden in het hoofdstuk omschreven.

In het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controle en gelijkvormingheidstoesting werd op 31 oktober 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het sectoraal minimumbarema (nr.143054/CO/219). De tekst van deze cao werd verbeterd door een beslissing van 29 maart 2018.

In het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controle en gelijkvormingheidstoesting werd op 9 november 2021 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende koopdracht 2021-2022 (nr. 168636/CO/219).

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de bezoldigingsvoorwaarden.

Voor de minimumbarema's en de verdere evolutie van de minimumwedden, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

1. CAO Koopkracht 2021-2022

1.1. Loonsverhoging

Op 1 januari 2022 worden alle effectieve en baremieke  brutolonen van de bedienden verhoogd met 0,4%.

1.2. Niet-recurrente enveloppe2021-2022

Voor de periode 2021-2022 wordt bovendien aan de ondernemingen ten uitzonderlijke titel een eenmalige enveloppe ter beschikking gesteld overeenstemmend met een totale werkgevers kost van 250 EUR per bediende (dit is het equivalent van een bruto premie van 200 EUR).

De besteding van deze eenmalige enveloppe wordt op ondernemingsvlak bepaald in paritair overleg volgens de in cao beschreven procedure. De toekenning moet  in elk geval gebeuren tijdens de duurtijd van dit akkoord.
Kan desgevallend worden afgesproken om deze eenmalige enveloppe in te vullen door de toekenning van een coronapremie (corona-consumptiecheques).

Indien de hieronder beschreven procedure niet leidt tot een akkoord over een alternatieve invulling tegen uiterlijk 31 maart 2022, wordt aan de bedienden een eenmalige bruto premie betaald van 200 EUR bruto tegen uiterlijk 31 maart 2022.

1.3. Sectorale minimumlonen

1.3.1. Ondernemingen die op 1 januari 2016 de bruto maandlonen met 20 EUR hebben verhoogd

A. Technische functies

Klasse 1 2 3 4 5
BL 1.984,09 EUR 2.083,29 EUR 2.369,75 EUR 2.877,62 EUR 3.285,97 EUR
L1 2.004,68 EUR 2.113,11 EUR 2.404,07 EUR 2.916,45 EUR 3.333,32 EUR
L3 2.052,75 EUR 2.182,71 EUR 2.484,23 EUR 3.006,99 EUR 3.443,80 EUR
L5 2.155,77 EUR 2.331,84 EUR 2.655,95 EUR 3.201,03 EUR 3.680,50 EUR
L10 2.327,45 EUR 2.580,40 EUR 2.942,19 EUR 3.524,44 EUR 4.075,08 EUR
L15 2.430,45 EUR 2.729,54 EUR 3.113,92 EUR 3.718,48 EUR 4.311,81 EUR
L20 2.533,45 EUR 2.878,68 EUR 3.285,66 EUR 3.912,53 EUR 4.548,55 EUR
L25 2.602,12 EUR 2.978,10 EUR 3.400,17 EUR 4.041,87 EUR 4.706,35 EUR
EL 2.670,79 EUR 3.514,62 EUR 3.514,62 EUR 4.171,26 EUR 4.864,18 EUR

B. Support functies

Klasse 1 2 3 4
BL 1.946,61 EUR 2.094,86 EUR 2.243,12 EUR 2.411,76 EUR
L1 1.985,10 EUR 2.136,30 EUR 2.287,52 EUR 2.459,55 EUR
L3 2.147,23 EUR 2.335,34 EUR 2.523,46 EUR 2.746,74 EUR
L5 2.242,09 EUR 2.451,79 EUR 2.661,47 EUR 2.914,74 EUR
L10 2.309,40 EUR 2.534,40 EUR 2.759,41 EUR 3.033,93 EUR
L15 2.361,59 EUR 2.598,47 EUR 2.835,37 EUR 3.126,37 EUR
L20 2.404,27 EUR 2.650,85 EUR 2.897,41 EUR 3.201,87 EUR
L25 2.461,47 EUR 2.720,35 EUR 2.979,21 EUR 3.300,07 EUR
EL 2.518,67 EUR 2.789,82 EUR 3.060,99 EUR 3.398,28 EUR

1.3.2.  Ondernemingen die op 1 januari 2016 de bruto maandlonen met 10 EUR hebben verhoogd en de resterende 10 EUR hebben omgezet in ander gelijkwaardig voordeel

A. Technische functies

Klasse 1 2 3 4 5
BL 1.973,06 EUR 2.072,27 EUR 2.358,72 EUR 2.866,61 EUR 3.274,94 EUR
L1 1.993,66 EUR 2.102,09 EUR 2.393,05 EUR 2.905,44 EUR 3.322,29 EUR
L3 2.041,72 EUR 2.171,68 EUR 2.473,21 EUR 2.995,97 EUR 3.432,78 EUR
L5 2.144,74 EUR 2.320,84 EUR 2.644,95 EUR 3.190,01 EUR 3.669,50 EUR
L10 2.316,42 EUR 2.569,39 EUR 2.931,16 EUR 3.513,42 EUR 4.064,06 EUR
L15 2.419,42 EUR 2.718,52 EUR 3.102,92 EUR 3.707,45 EUR 4.300,77 EUR
L20 2.522,44 EUR 2.867,65 EUR 3.274,65 EUR 3.901,50 EUR 4.537,52 EUR
L25 2.591,08 EUR 2.967,09 EUR 3.389,14 EUR 4.030,87 EUR 4.695,32 EUR
EL 2.659,77 EUR 3.066,50 EUR 3.03,62 EUR 4.160,24 EUR 4.853,16 EUR

B. Support functies

Klasse 1 2 3 4 5
BL 1.973,06 EUR 2.072,27 EUR 2.358,72 EUR 2.866,61 EUR 3.274,94 EUR
L1 1.993,66 EUR 2.102,09 EUR 2.393,05 EUR 2.905,44 EUR 3.322,29 EUR
L3 2.041,72 EUR 2.171,68 EUR 2.473,21 EUR 2.995,97 EUR 3.432,78 EUR
L5 2.144,74 EUR 2.320,84 EUR 2.644,95 EUR 3.190,01 EUR 3.669,50 EUR
L10 2.316,42 EUR 2.569,39 EUR 2.931,16 EUR 3.513,42 EUR 4.064,06 EUR
L15 2.419,42 EUR 2.718,52 EUR 3.102,92 EUR 3.707,45 EUR 4.300,77 EUR
L20 2.522,44 EUR 2.867,65 EUR 3.274,65 EUR 3.901,50 EUR 4.537,52 EUR
L25 2.591,08 EUR 2.967,09 EUR 3.389,14 EUR 4.030,87 EUR 4.695,32 EUR
EL 2.659,77 EUR 3.066,50 EUR 3.03,62 EUR 4.160,24 EUR 4.853,16 EUR

2. CAO van 31/10/2027

2.1. Toepassingsgebied

Werkgevers en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing.

2.2. Voorwerp

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot voorwerp het instellen van sectorale minimumlonen op basis van de sectorale functieclassificatie.

2.3. Opbouw van het minimumbarema

De sectorale functieclassificatie en de inschaling van de concrete functies worden geregeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2013 met registratienummer 116230/CO/219, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 19 maart 2015, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 9 april 2015.

Het toepasselijke minimumloon voor de bedienden is afhankelijk van de uitgeoefende functie. Hiertoe worden de functies ingedeeld in functiegroepen en in klassen.

Het sectoraal classificatiemodel is opgebouwd uit twee functiegroepen: supportfuncties en technische functies.

Voor de supportfuncties zijn er vier klassen en voor de technische functies zijn er vijf klassen.

De bediende wordt ingeschaald op basis van de functie-inhoud die hij gewoonlijk en hoofdzakelijk uitoefent.

Indien de bediende gelijktijdig functies uitoefent die behoren tot verschillende klassen, bevelen de sectorale sociale partners aan dat de ondernemingen op hun niveau afspraken maken omtrent de wijze waarop het minimumloon wordt vastgesteld.

Indien dergelijke afspraken op ondernemingsvlak reeds bestaan, blijven deze integraal van kracht.

Voor elke klasse binnen een functiegroep wordt een overeenstemmend minimumbarema ingevoerd met een beginloon (BL) en een eindloon (EL).

Tussen het begin loon en het eindloon worden 7 tussenliggende minimumlonen vastgesteld.

De toepasselijke minimumlonen evolueren op basis van de verworven beroepservaring zoals bepaald in hoofdstuk IV en V.

2.4. Definitie van de periodes van beroepservaring(1)

Worden gelijkgesteld met beroepservaring: alle periodes, met een maximum van in totaal 60 maanden waarin een persoon professionele activiteiten heeft verricht in een ander statuut dan dat van werknemer, zoals onder meer als ambtenaar, zelfstandige, stagiair,... en waardoor deze persoon een klaarblijkelijk voordeel heeft verworven in termen van technische competenties voor de uitoefening van de functie.

De werknemer dient aan de werkgever de nodige bewijzen over te maken van de periodes van beroepservaring en van de periodes waarvoor hij een gelijkstelling vraagt.

De periodes vermeld kunnen niet gelijktijdig voor eenzelfde tijdsperiode in aanmerking genomen worden.

De tewerkstelling en professionele activiteiten verricht in het buitenland worden mee in aanmerking genomen.

De periodes van beroepservaring worden uitgedrukt in volledige maanden. Een begonnen maand telt hierbij als een volledige maand.

(1) de volledige periode waarin een persoon tewerkgesteld is met een arbeidsovereenkomst en dit ongeacht de aard en de omvang van deze arbeidsovereenkomst (voltijds, deeltijds, voor bepaalde duur of onbepaalde duur, als uitzendkracht,... ).

2.5. Periodes van beroepservaring die in aanmerking komen voor het vaststellen van het minimumloon

De periodes  van beroepservaring, zoals gedefinieerd in hoofdstuk IV, worden volledig in aanmerking genomen indien deze verworven zijn binnen de sector(2).

    Artikel 6

    De periodes van beroepservaring, zoals gedefinieerd in hoofdstuk IV, worden voor de helft in aanmerking genomen indien deze niet verworven zijn binnen de sector. Deze periodes kunnen de in aanmerking te nemen beroepservaring met maximum 5 jaar verhogen.

    In afwijking hierop wordt er voor periodes van relevante beroepservaring geen begrenzing toegepast.

    De relevantie van de beroepservaring wordt vastgesteld op basis van de functie-inhoud of het kennisdomein (bv. boekhouding, elektriciteit liften,... ) waarin de werknemer effectief werkzaam is geweest.

    De werknemer die de toepassing van §2 vraagt, dient de nodige bewijzen voor te leggen van deze tewerkstellingsperiodes, de functie-inhoud en het kennisdomein waarbinnen hij actief was en dit voorafgaand aan de indiensttreding.

    De werkgever beoordeelt de relevantie van deze beroepservaring en dit uiterlijk op de datum van indiensttreding. De in aanmerking genomen beroepservaring dient schriftelijk vastgesteld te worden. Deze vaststelling heeft enkel en alleen gevolgen voor het bepalen van de sectorale minimumlonen.

    De werkgever verschaft aan de syndicale delegatie informatie over de algemene wijze waarop hij de relevantie van de jaren beroepservaring buiten de sector beoordeelt.

    De syndicale delegatie is bevoegd in geval van een geschil over de toepassing van het begrip beroepservaring. Indien het geschil niet binnen een redelijke termijn kan worden opgelost, wordt een beroep gedaan op de tussenkomst van de regionale vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties. Als deze tussenkomst geen einde stelt aan het geschil, wordt de sectorale verzoeningsprocedure gevolgd. Het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing is bevoegd om het geschil te beslechten.

    (2) De periodes van beroepservaring verricht bij:

    • ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing;
    • ondernemingen die deel uitmaken van een economische groep waartoe een onderneming behoort die ressorteert onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing;
    • buitenlandse ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing zouden ressorteren indien ze in België zouden gevestigd zijn.

    2.6. Inschaling en evolutie van het minimumloon

    De bediende heeft recht op een minimumloon overeenstemmend met zijn functie en met zijn beroepservaring zoals vastgesteld in hoofdstuk IV en V. De toepasselijke minimum maandlonen zijn opgenomen in bijlage 1 en 2.

    Het beginloon (BL) wordt toegekend aan de bediende met minder dan 1 jaar beroepservaring.

    • Het loon L1 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 1 jaar beroepservaring heeft verworven.
    • Het loon L3 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 3 jaar beroepservaring heeft verworven.
    • Het loon L5 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 5 jaar beroepservaring heeft verworven.
    • Het loon L10 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 10 jaar beroepservaring heeft verworven.
    • Het loon L15 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 15 jaar beroepservaring heeft verworven.
    • Het loon L20 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 20 jaar beroepservaring heeft verworven.
    • Het loon L25 wordt toegekend aan de bediende vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 25 jaar beroepservaring heeft verworven.

    Vanaf de maand volgend op de maand waarin hij 30 jaar beroepservaring heeft verworven, wordt aan de bediende het eindloon (EL) toegekend.

    De minimumlonen worden op 1 april van elk jaar geïndexeerd volgens de modaliteiten voorzien in artikel 9, §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni en 27 september 1999 betreffende het Nationaal Akkoord 1999-2000 met registratienummer 53277/CO/219, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 januari 2004, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2004.

    2.7. Overgangsbepaling

    Dit hoofdstuk voorziet in een afwijking van hoofdstuk IV en V voor bedienden tewerkgesteld binnen de sector, zoals gedefinieerd in artikel 5, op het moment van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

    Voor deze bedienden is de verworven beroepservaring gelijk aan de opgebouwde anciënniteit binnen de onderneming waarvoor ze werken. Onder "anciënniteit" wordt verstaan: de periode waarin de werknemer ononderbroken in dienst is gebleven van dezelfde onderneming.

    Deze beroepservaring wordt bijkomend verhoogd met de helft van de periode gelegen tussen de datum van hun 21ste verjaardag en het moment van indiensttreding in de onderneming die hen tewerkstelt.

    De periode van beroepservaring overeenkomstig §2 en §3 wordt uitgedrukt in volledige maanden, waarbij een begonnen maand als een volledige maand telt.

    De aldus vastgestelde beroepservaring komt in aanmerking voor de bepaling en evolutie van de minimumlonen zoals bepaald in hoofdstuk VI.

    Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

    Datum CAO
    09/11/2021
    Registratienr
    168636
    Geldig van
    09/11/2021
    Geldig tot
    -
    Neerleggingsdatum
    24/11/2021
    Registratiedatum
    02/12/2021
    Onderwerp
    Koopkracht 2021-2022
    BS Bericht van neerlegging
    22/12/2021
    Algemeen verbindend verklaring
    Gevraagd
    Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
    27/04/2022
    Gepubliceerd in het B.St. van
    15/06/2022
    Keywords
    LONEN, GESCHENKEN-, SPORT- EN CULTUURCHEQUES, EENMALIGE PREMIE, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, MINIMUMUUR- EN MAANDLONEN, REËLE LONEN, LOONSVERHOGINGEN, LOONNORM, ALLE PREMIES EN VERGOEDINGEN VOOR DE ACTIEVE WERKNEMER, GESCHENKEN-, SPORT- EN CULTUURCHEQUES, EENMALIGE PREMIE, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING
    Tekst aangepast op
    05/12/2021

    Datum CAO
    31/10/2017
    Registratienr
    143054
    Geldig van
    01/01/2018
    Geldig tot
    -
    Neerleggingsdatum
    06/11/2017
    Registratiedatum
    28/11/2017
    Onderwerp
    sectoraal minimumbarema
    BS Bericht van neerlegging
    08/12/2017
    Algemeen verbindend verklaring
    -
    Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
    29/06/2018
    Gepubliceerd in het B.St. van
    26/07/2018
    Keywords
    LONEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET

    Historiek
    09/11/2021 31/12/2050 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/01/2018 30/09/2019 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/10/2017 31/12/2017 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/01/2017 30/09/2017 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/01/2016 31/12/2016 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/07/2014 31/12/2015 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/01/2011 30/06/2014 040101 Bezoldigingsvoorwaarden
    12/04/2010 31/12/2010 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/01/2010 11/04/2010 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden
    01/01/2007 31/12/2009 040101 0401 Bezoldigingsvoorwaarden