01 Protocolakkoord 2011-2012

Paritair (sub-)Comité nr.:
302.00.00-00.00

Bijwerking: 23/08/2011
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 31/12/2012

Op 14 juli 2011 hebben de sociale partnes vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf het hiernavolgend protocolakkoord voor de horecasector afgesloten.

Wij geven u hierna de integrale tekst van dit protocolakkoord.

Verschillende delen van dit protocolakkoord maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor:

  • de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening;
  • de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding;
  • de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie;
  • de werknemers van een gebonden werkgever.

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

Protocolakkoord 2011-2012

Door de sociale partners vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het Hotelbedrijf werd op 14 juli 2011 volgend sociaal akkoord gesloten voor de periode 2011-2012, en dit binnen het kader van de wet van 12 april 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord en het Koninklijk besluit van 28 maart 2011 tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Dit sociaal akkoord is van toepassing op alle werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Hotelbedrijf.

De sociale partners zullen in uitvoering van dit sociaal akkoord collectieve arbeidsovereenkomsten neerleggen en vragen ze bij koninklijk besluit algemeen verbindend te verklaren.

1. Koopkracht

1.1. Koopkrachtverhoging

Met ingang van 1 januari 2012 worden de sectorale minimumlonen en de effectieve lonen verhoogd met 0,3%.

De ondernemingen, die effectieve lonen toepassen die meer dan 0,30% hoger liggen dan de minimumlonen kunnen uiterlijk tot 31.10.2011 opteren ofwel voor een verhoging van het effectieve loon met 0,30% ofwel voor een gelijkwaardig voordeel (beperkt tot 0,30%, verhoogd met de patronale lasten) ten gunste van de werknemers. In elk geval dient het sectoraal minimumloon gerespecteerd te worden.

1.2. Ecocheques

In uitvoering van het sociaal akkoord 2009-2010 wordt aan de werknemers, met uitzondering van de werknemers verbonden met een studentenovereenkomst zoals bepaald door titel VII van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, die onderworpen zijn aan de solidariteitsbijdragen en met uitzondering van die werknemers die in de referentieperiode onvoldoende prestaties (alsook gelijkgestelde periodes) hebben om bij dezelfde werkgever recht te hebben op een premie van minstens 25 EUR, een éénmalige premie toegekend van maximum 250 EUR in 2011 en een éénmalige premie van maximum 250 EUR in 2012, elke bijkomende kost van welke aard dan ook voor de werkgever inbegrepen, met uitsluiting van de administratieve kosten.

Deze premie wordt toegekend onder vorm van ecocheques zoals bedoeld in CAO’s nr. 98 en nr. 98bis van de Nationale Arbeidsraad.

Ondernemingen die vóór 30 november 2009 via een overeenkomst op ondernemingsniveau opteerden voor een gelijkwaardig voordeel, kunnen de premie in 2011 en 2012 op dezelfde of evenwaardige andere manier blijven toekennen. Ondernemingen die alsnog voor een gelijkwaardig voordeel willen opteren zoals bepaald in paragraaf 1.3 in het protocolakkoord 2009-2010, kunnen dit via een overeenkomst tussen werknemers en werkgever, uiterlijk vóór 30 november 2011.

Het gelijkwaardig voordeel moet objectief aanwijsbaar zijn in hoofde van de werknemer en mag niet meer bedragen dan 250 EUR in 2011 en 250 EUR in 2012, elke bijkomende kost van welke aard dan ook voor de werkgever inbegrepen, met uitsluiting van de administratieve kosten. Indien voor deze datum geen overeenkomst wordt bereikt, wordt de premie toegekend onder de vorm van ecocheques.

De berekening van deze premie gebeurt in hoofde van de werknemer zoals voorzien in paragrafen 1.4.1 tot en met 1.4.5 in het protocolakkoord 2009-2010.

In geval van ecocheques worden deze telkens uitbetaald in de maand december volgend op de referteperiode. Met uitzondering van gelegenheidswerknemers worden in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens de referteperiode de ecocheques toegekend bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst of uiterlijk in de maand december die volgt op de maand waarin de arbeidsovereenkomst werd beëindigd.

De nominale waarde van een ecocheque mag niet meer bedragen dan 10 EUR per cheque.

Na 2012 wordt het voordeel en de voorwaarden van toekenning bestendigd doch de sociale partners bepalen of dit al dan niet via een ecocheque zal gebeuren dan wel via een evenwaardig voordeel.

2. Invoering van een sectorale tweede pijler

De sociale partners gaan akkoord om in paritair comité 302 een sectoraal aanvullend pensioen te organiseren, zoals voorzien in de wet van 28 april 2003 op de aanvullende pensioenen. Onder de hoede van het Waarborg- en Sociaal Fonds wordt een werkgroep opgericht die de oprichting ervan voorbereidt om op 1 januari 2013 van start te kunnen gaan.

Daarbij moeten volgende voorwaarden gevolgd worden:

  • Bijdrage vanaf 1 januari 2013 van 0,5% op het bruto maandloon waarmee zowel de prestaties als alle kosten dienen gedekt te worden;
  • Vanaf 1 januari 2015 wordt deze bijdrage verhoogd met 0,5%;
  • In beide gevallen wordt de bijdrage niet aangerekend op de respectievelijke loonnorm voor 2013-2014 en 2015-2016;
  • Het pensioenfonds wordt binnen het Waarborg- en Sociaal Fonds Horeca opgericht met een zo groot mogelijke autonomie. De bijdragen worden bij voorkeur geïnd via de RSZ.
  • Minimale anciënniteit van 1 jaar bij de betrokken werkgever;
  • Ten vroegste aansluiting vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de 23ste verjaardag van de betrokken werknemer;
  • Alleen voor de door het aanvullend pensioen begunstigde werknemers moet bijdrage betaald worden;
  • Studenten [en werknemers met gecumuleerde vervangingsovereenkomsten van meer dan één jaar] worden als begunstigde uitgesloten;
  • Ondernemingen waarvoor alle of bepaalde personeelscategorieën op datum van 22 juni 2011 al een pensioentoezegging voorzien is op ondernemingsniveau, waarvan de inhoud minstens gelijkwaardig is aan de toezegging die vastgelegd werd in het sectorplan (dit betekent: een bijdrage voorziet van minstens 0,5% op 1 januari 2013 en minstens 1% op 1 januari 2015), kunnen op initiatief van deze werkgever vrijgesteld worden om de sectorale regeling in te voeren voor de reeds begunstigde personeelscategorieën.

    • Er wordt een eenvoudige procedure opgesteld om dit via een actuaris objectief vast te stellen.
    • De nog niet begunstigde personeelscategorieën worden aangesloten bij het sectoraal stelsel.
    • Indien het ondernemingsplan geen solidariteitsluik voorziet, moet dit toegevoegd worden conform de Wet op de Aanvullende Pensioenen.

3. Vorming

De sociale partners richten een opvolgingscomité op voor vormingsinspanningen, waarin de evolutie van de sectorale vorming wordt gevolgd. Er wordt ondermeer bekeken of het “European Qualifications Passport”, zoals ontwikkeld door EFFAT en Hotrec, een nuttige insteek kan zijn in het sectoraal vormingsbeleid.

4. Sociaal overleg

Het aantal syndicale vormingsdagen per jaar wordt opgetrokken tot 8.

5. Premies en vergoedingen

5.1. Om recht te hebben op een bestaanszekerheidsuitkering in geval van tijdelijke werkloosheid door gebrek aan werk ten gevolge van economische oorzaken, volstaat een anciënniteit van 6 in plaats van 9 maanden bij dezelfde werkgever, vanaf 1 september 2011.

5.2. De vergoeding voor vervoer per fiets wordt opgetrokken tot 0,21 euro per afgelegde kilometer, vanaf 1 september 2011.

6. Waarborg en Sociaal Fonds Horeca

In uitvoering van het sectoraal sociaal akkoord 2009-2010 wordt de syndicale premie verhoogd van 128 tot 135 EUR, vanaf de referteperiode 1.10.2010 tot 30.09.2011 (uitbetaling april 2012).

Aan Guidea wordt opgedragen een studie te maken om de afwezigheden omwille van langdurige ziekte (na minstens één jaar arbeidsongeschiktheid) in de sector in kaart te brengen.

7. Diversen

7.1. In uitvoering van artikel 13 van de wet van 12 april 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord, gaan de sociale partners akkoord de opzegtermijnen voor een arbeider (in geval van ontslag door de werkgever) voor zowel nieuwe als bestaande arbeidsovereenkomsten als volgt vast te leggen:

Anciënniteit Nieuwe opzegstermijnen
< 12 maanden 7 dagen
≥ 12maanden en < 5 jaar 40 dagen
≥ 5 jaar en < 10 jaar 48 dagen
≥ 10 jaar en < 15 jaar 64 dagen
≥ 15 jaar en < 20 jaar 97 dagen
≥ 20 jaar en < 27 jaar 129 dagen
≥ 27 jaar 129 dagen en 4 dagen per extra jaar anciënniteit

De verkorte opzegtermijn in kader van brugpensioen zoals voorzien in artikel 5 van de CAO wordt verdergezet.

7.2. In de CAO verplaatsingsonkosten wordt dezelfde wijze van berekening van de verplaatsingsvergoeding voor privé-vervoer gebruikt voor de vijfdagen- en de zesdagenweek. Concreet betekent dit dat een vergoeding van één vijfde van 70% van de prijs van een weekabonnement van de spoorwegen of 1/21,66 van 70% van de prijs van een maandabonnement van de spoorwegen bedraagt.

Wel kan nooit meer dan 70% van een week- of maandabonnement ontvangen worden.

7.3. De sociale partners gaan akkoord om samen een brief te schrijven aan de Minister van Sociale Zaken om wijzigingen te vragen aan de manier van berekenen van de forfaits voor verloning op dienstpercentage. Concreet moeten het probleem opgelost worden van de dubbele indexering (conventionele indexering en de aanpassing aan de evolutie van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (‘GGMMI’) wanneer het GGMMI wordt aangepast;) en moet de proratisering van de forfaitaire lonen zoals voorzien in het MB van 12/07/2007 doorgevoerd worden in alle functies.

7.4. De regionale vormingscentra kunnen initiatief nemen om na te gaan of zij een grotere rol kunnen spelen in het aanbieden van outplacement aan ontslagen werknemers van meer dan 45 jaar.

7.5. Guidea krijgt de opdracht om het bestaan van deeltijdse contracten die korter zijn dan de wekelijkse arbeidsduur van 1/3 van een voltijdse betrekking in kaart te brengen en na te gaan welke problemen dit oplevert ten aanzien van sociale zekerheidsrechten.

7.6. In artikel 7 van de CAO Arbeidsduur en Arbeidsduurvermindering wordt het woord “kalenderjaar” vervangen door het woord “jaar”. In ondernemingen zonder syndicale afvaardiging wordt hiertoe de wettelijke procedure mbt de wijziging van het arbeidsreglement toegepast; in ondernemingen met syndicale afvaardiging gebeurt dit met formeel akkoord van de syndicale afvaardiging.

8. Verlenging van CAO's

De sociale partners verbinden zich ertoe onderstaande collectieve arbeidsovereenkomsten te verlengen:

Risicogroepen: de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de inspanningen ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen (tot 30/06/2013).

Bijzondere vergoeding: de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2011 gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende een bijzondere vergoeding voor de arbeiders bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken (tot 30/06/2013).

Carenzdagen: Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 8 juli 2009, betreffende de betaling van één of meer carenzdagen per jaar (tot 30/06/2013)

Brugpensioen:

  • Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2011 gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen (tot 30/06/2013);
  • Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2009, gesloten in het P.C. voor het hotelbedrijf, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 56 jaar (tot 31/12/2012);
  • Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 56 jaar (tot 31/12/2012);
  • Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009 gesloten in Paritair comité voor het Hotelbedrijf betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen (tot 31/12/2012).

Het engagement om de vormingsparticipatie te verhogen met 5% wordt voor de komende twee jaar herbevestigd.

9. Technische werkgroepen

De sociale partners verbinden zich ertoe de werkzaamheden van de volgende werkgroepen op te starten of verder te zetten:

  • Werkgroep verbetering CAO syndicale afvaardiging;
  • Werkgroep recht op informatie in ondernemingen met minder dan 50 werknemers;
  • WerkGroup Schijnzelfstandigen;
  • Werkgroep “rol van stagiairs”.

10. Sociale vrede

De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duurtijd van onderhavige overeenkomst. Sociale voordelen die toegekend worden in uitvoering van onderhavig akkoord kunnen niet gecumuleerd worden met gelijkwaardige voordelen die reeds op het niveau van de onderneming werden toegekend.

Wanneer gunstiger voorwaarden werden toegekend op het niveau van de onderneming blijven deze gehandhaafd.

De syndicale organisaties zullen zich onthouden om op ondernemingsvlak aanvullende eisen te stellen die van die aard zouden zijn dat zij de verbintenissen van de ondernemingen die voortvloeien uit deze overeenkomst uitbreiden.


Historiek
01/01/2023 31/12/2024 01 Sectoraal akkoord 2023-2024
01/01/2019 31/12/2020 01 Sectoraal akkoord 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 01 Sectorakkoord 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 01 Protocolakkoord 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Protocolakkoord 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Protocolakkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Protocolakkoord 2009 - 2010
01/07/2005 31/12/2008 01 Protocolakkoord
01/07/2001 30/06/2005 01 Protocolakkoord
01/01/2001 30/06/2001 01 Protocolakkoord