1005 Loopbaansparen

Om de werknemers en de werkgevers een oplossing voor het verlofbeheer aan te reiken naar aanleiding van de gevolgen van de Covid-19-crisis, hebben de sociale partners besloten een kader-cao te sluiten die de invoering moet vergemakkelijken van het loopaansparen dat door de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk is ingevoerd.

Deze overeenkomst heeft als doel de ondernemingen een instrument aan te reiken om de problematiek van de "overblijvende" verlofdagen te regelen die zich na de Covid-19-crisis zou kunnen stellen.

1. Procedure tot invoering van het loopbaansparen

Om gebruik te kunnen maken van het wettelijk stelsel van loopbaansparen, moet deze maatregel eerst worden geactiveerd.

De vraag naar activering gebeurt in eerste instantie op het niveau van de sector via een aanhangigmaking bij de Voorzitter van het bevoegde paritaire (sub)comité. 

Vanaf het moment van de aanhangigmaking heeft de sector 6 maanden de tijd om een sectorale cao uit te werken. 

Wordt er binnen die periode van 6 maanden geen sectorale cao gesloten, dan kunnen de ondernemingen die onder de betrokken sector ressorteren, beslissen om de maatregel zelf te activeren door het sluiten van een ondernemingscao.

2. Sectoraal inhoud

In het Paritair Comité voor het verzekeringswezen werd op 4 mei 2020 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het tijdsparen (nr. 158712/CO/306).

Om de werknemers en de werkgevers een oplossing voor het verlofbeheer aan te reiken naar aanleiding van de gevolgen van de Covid-19-crisis, hebben de sociale partners besloten een kader-cao te sluiten die de invoering moet vergemakkelijken van het loopaansparen dat door de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk is ingevoerd.

Deze overeenkomst heeft als doel de ondernemingen een instrument aan te reiken om de problematiek van de "overblijvende" verlofdagen te regelen die zich na de Covid-19-crisis zou kunnen stellen.

2.1. Tijdsparen

Het stelsel van tijdsparen laat toe dat de werknemer tijd spaart om later tijdens de duur van zijn dienstbetrekking als verlof op te nemen, meer bepaald in de loop van de vijf volgende jaren.

In deze kader-cao wordt met het begrip 'tijd' bedoeld: de conventionele verlofdagen toegekend op sectoraal of ondernemingsniveau (inclusief de ADVdagen) en die vrij te bepalen zijn door de werknemer, en die in de loop van 2020 en 2021 moesten worden opgenomen.

2.2. Vrijwilligheid

Het tijdsparen berust op het beginsel van de vrije keuze van de werknemer: geen enkele werknemer kan worden verplicht om deel te nemen aan een stelsel van tijdsparen.

2.3.Modaliteiten

De sociale partners van de onderneming moeten de modaliteiten met betrekking tot deze arbeidsovereenkomst vastleggen in een op ondernemingsniveau te sluiten collectieve arbeidsovereenkomst.

Die overeenkomst moet ten minste de volgende zaken preciseren:

• welke tijdsperiodes kunnen worden opgespaard;
• de periode waarbinnen deze opgespaard kunnen worden (5 jaar);
• de wijze van opname van deze dagen door de werknemer tijdens deze periode van 5 jaar;
• de waardering van het spaartegoed bij een eventuele uitbetaling;
• het beheer van het tijdsparen (door de werkgever of door een externe instelling) en de garanties voor de werknemer;
• de vereffening.

2.4. Garanties voor de werknemer

Wanneer de werkgever zelf instaat voor het beheer van het stelsel van tijdsparen, dient hij verplicht in de nodige betalingswaarborgen te voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau die de modaliteiten vastlegt.

De werknemer heeft recht op de volledige uitbetaling van zijn spaartegoed op het moment dat de dienstbetrekking bij de werkgever een einde neemt of volgens specifieke voorwaarden die in de onderneming worden afgesproken.

De sector laat geen overdraagbaarheid van het spaartegoed tussen de ondernemingen toe.