Retroactieve verhoging sectorbarema’s ingevolge VIA6

17/06/2021

Hogere sectorbarema’s, afschaffing haard-/standplaatsvergoeding, en hoger sectoraal minimumloon

In uitvoering van het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit (VIA6) stijgen de sectorale baremabedragen en het gewaarborgd maandloon in het paritair comité 319.01 . Dit werd bedongen in een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst die op 8 juni werd gesloten en aansluitend op 15 juni werd geregistreerd.

U vindt de nieuwe baremabedragen als bijlage bij deze nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (eerste link onderaan dit artikel). Het betreffen de actuele bedragen, en zijn weinig verrassend onderworpen aan het sectorale indexatiemechanisme.
Samen met deze verhoging beslisten de sociale partners om de haard- en standplaatsvergoeding af te schaffen.
Tevens werd het sectoraal gewaarborgd minimumloon verhoogd naar 22.679,64 euro/jaar (= actueel bedrag
gekoppeld aan de spilindex 109.34 (basis 2013), onderworpen aan indexatie). Merk op dat dit sectoraal gewaarborgd minimumloon hoger ligt dan het L4-barema bij nul en één jaar baremieke anciënniteit. Ietwat merkwaardig heeft een werknemer in die situaties bijgevolg recht op dat hogere sectoraal gewaarborgd minimuminkomen dan de barema baremabedragen.

Het betreffen jaarbedragen.  Het geïndexeerde maandloon is gelijk aan het door twaalf gedeelde geïndexeerde jaarloon, waarbij alle decimalen worden verwaarloosd.
Om de uurlonen te bepalen, moeten de jaarlonen gedeeld worden door een getal dat het resultaat vormt van de vermenigvuldiging van de wekelijkse arbeidsduur met 52, hetzij door het getal 1976 bij toepassing van de 38u-week, hetzij door het getal 2080 bij toepassing van de 40u-week. Het uurloon wordt berekend met inbegrip van de honderdsten.

Toepassingsgebied en andere modaliteiten blijven ongewijzigd

Alle andere toepassingsmodaliteiten van de bestaande sectorale minimumverloning bleven ongewijzigd. Bijvoorbeeld de toeslagen en het indexatiemechanisme. Ook het toepassingsgebied bleef ongewijzigd. Voormelde verhogingen gelden bijgevolg enkel voor de PC319.01-voorzieningen die erkend en gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap volgens de normen van de bevoegde voogdijoverheid (VAPH of het Agentschap Jongerenwelzijn).

Retroactieve inwerkingtreding

De cao treedt retroactief in werking, met ingang van 1 maart 2021. Looncorrecties zijn dus normaliter vereist.
 

Bronnen:

- collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2021 betreffende de loonvoorwaarden in uitvoering van via 6.

- collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2021 inzake de uitwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2001 betreffendede toevoeging van een artikel 4, '7 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 2000 betreffende de toekenning van een haard- of standplaatsvergoeding

-