04010302 Berekeningswijze van de anciniteit van de werknemers die met succes een vorming tot verpleegkundige voltooid hebben

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00

Bijwerking: 19/02/2004
Geldig vanaf: 01/10/2003

De baremieke anciënniteit van de werknemer is de in de vorige functie verworven baremieke anciënniteit, maar geplafonneerd tot de anciënniteit die hij zou hebben kunnen doen gelden als hij zijn loopbaan in de nieuwe loonschaal had aangevat, dus rekening houdend met de aanvangsleeftijd in deze loonschaal.

Indien deze wijze van berekening tot een vermindering van de bezoldiging van de werknemer leidt, zal deze in de nieuwe baremaschaal van een baremieke anciënniteit genieten juist boven het bedrag van de bezoldiging die hij in de oude baremaschaal ontving.

CAO 27/10/2003

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 27 oktober 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de berekeningswijze van de anciënniteit van de werknemers die met succes een vorming tot verpleegkundige voltooid hebben.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 7 juni 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juli 2004.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten en die behoren tot de zogenaamde “federale” gezondheidssectoren, met name de privé-ziekenhuizen, de rustoorden voor bejaarden en de rust- en verzorgingstehuizen (ROB-RVT), de diensten voor thuisverpleging, de autonome revalidatiecentra en de bloedtransfusiecentra van het Belgische Rode Kruis.

Onder “werknemers” wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Artikel 2

De werknemer en werkgever kunnen, na het succesvol voltooien door de werknemer van een opleiding tot verpleegkundige, overeenkomen tot een functiewijziging van de werknemer.

Er moet dan een schriftelijk bijvoegsel aan de bestaande arbeidsovereenkomst opgesteld en ondertekend worden door de werkgever en werknemer, dat verplichtend volgende elementen vermeldt:

- de nieuwe functie van verpleegkundige;

- de nieuwe baremaschaal en desgevallend de overeenstemmende categorie;

- de nieuwe baremieke anciënniteit, zoals bepaald in artikel 3 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst;

- de datum van inwerkingtreding van dit bijvoegsel.

Artikel 3

De baremieke anciënniteit van de werknemer, bedoeld in huidige collectieve arbeidsovereenkomst, is de in de vorige functie verworven baremieke anciënniteit, maar geplafonneerd tot de anciënniteit die hij zou hebben kunnen doen gelden als hij zijn loopbaan in de nieuwe loonschaal had aangevat, dus rekening houdend met de aanvangsleeftijd in deze loonschaal.

Indien deze wijze van berekening tot een vermindering van de bezoldiging van de werknemer leidt, zal deze in de nieuwe baremaschaal van een baremieke anciënniteit genieten juist boven het bedrag van de bezoldiging die hij in de oude baremaschaal ontving.

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2003.

Zij wordt afgesloten voor onbepaalde tijd en kan te allen tijde door ieder der ondertekenende partijen worden opgezegd mits een vooropzeg van drie maanden bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten gericht.


Historiek
01/10/2003 31/12/2999 04010302 Berekeningswijze van de anciniteit van de werknemers die met succes een vorming tot verpleegkundige voltooid hebben