0705 4301 Vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00

Bijwerking: 28/07/2004
Geldig vanaf: 01/06/2001
Geldig tot: 30/09/2005

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 21 mei 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een Koninklijk Besluit van 14 januari 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 januari 2002

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 21 mei 2001.

 

A. CAO van 21 mei 2001

Artikel 1

 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van :

 

-        de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn;

-        de psychiatrische verzorgingstehuizen;

-        de samenwerkingsverbanden voor de oprichting en het beheer van initiatieven van beschut wonen;

-        de rusthuizen voor bejaarden;

-        de rust- en verzorgingstehuizen;

-        de serviceflats en dienstencentra die verzorging verlenen ten gunst van bejaarden;

-        de revalidatiecentra;

-        de thuisverpleging;

-        de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België.

 

Onder werknemers wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Artikel 2

 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 4 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000.

Artikel 3

 

Vallen onder de toepassing van deze overeenkomst, het verplegend, verzorgend personeel dat effectief verplegende en verzorgende taken uitvoert, evenals het verplegend en verzorgend personeel dat hen omkadert en het gelijkgesteld personeel.

 

Het verplegend en verzorgend personeel is het personeel waarop de loonschaal van het verzorgend personeel van toepassing is, die is vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst en de protocollen van akkoord.

 

Onder gelijkgesteld personeel wordt verstaan, de andere werknemers die elke maand, en dit gedurende de referentieperiode van 12 maand voorafgaand aan de mededeling van de keuze door de werknemer zoals voorzien in art. zeven, 2 van de 5 onregelmatige prestaties (zondag, zaterdag, feestdag, nachtdienst of onderbroken diensten) verrichten.

 

Vb : Mevr. Verbruggen, 48 jaar, werkt elke zaterdag sinds tenminste 12 maanden voor de mededeling van haar keuze; zij is geen lid van het gelijkgesteld personeel.

Mr. Derijcke, 52 jaar, werkt 1 zondag en verricht 1 nachtdienst per maand sinds tenminste 12 maanden voor de mededeling van zijn keuze : hij is lid van het gelijkgesteld personeel.

 

De vakantie en ziekteperiodes worden geneutraliseerd. Worden dus gelijkgesteld met periodes tijdens welke 2 onregelmatige prestaties worden uitgevoerd, de maand hoofdvakantie en de maand(en) tijdens dewelke de werknemer afwezig is geweest gedurende een ononderbroken periode van minstens 7 kalenderdagen omwille van arbeidsongeschiktheid (ziekte, ongeval, arbeidsongeval, beroepsziekte,…)

 

Ingeval van arbeidsongeschiktheid met een duur van minder dan 7 opeenvolgende kalenderdagen, is het vastgestelde uurrooster doorslaggevend om de onregelmatige prestaties te beoordelen.

 

Wanneer met toepassing van het 3 en 4 lid meer dan 6 maanden in de referentieperiode van 12 maanden geneutraliseerd worden, wordt de referentieperiode met evenveel maanden verlengd als nodig om na te gaan of in 6 niet geneutraliseerde maanden de 2 van de 5 onregelmatige prestaties verricht werden.

 

Vb Mr. Derijcke, 52 jaar, heeft op 1 juni 2001 zijn keuze gemaakt. Hij was ziek van 1 november 2000 tot 31 mei 2001. Men zal dus moeten teruggaan tot 1 mei 2000 om na te gaan of hij gedurende 12 maanden 2 onregelmatige prestaties van verschillende aard heeft verricht van de 5 bestaande.

Artikel 4

 

§1 Vanaf 1 augustus 2001 heeft het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, recht op toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm van 96 betaalde uren van vrijstelling van prestaties per jaar, toegekend volgens de modaliteiten van artikel acht.

 

Voor de deeltijdse werknemers wordt het aantal uren van vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule :  X = 96 x Y/Z

 

waarbij :

X = aantal uren vrijstelling van prestaties

Y = contractuele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer

Z = de sectorale of instellingsconventionele wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer.

 

§2 Het personeel bedoeld in art drie, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn contractuele wekelijkse arbeidstijd. Als tegenwaarde hiervan heeft het personeelslid recht op een premie, gelijk aan 5.26% berekend op zijn loon.

 

§3 De voltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst.

 

§4 De deeltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidstijd behouden.

Artikel 5

 

§1 Vanaf 1 december 2002 heeft het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, recht op toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm van 192 uren van vrijstelling van prestaties per jaar, met inbegrip van de uren van vrijstelling van prestaties bedoeld in artikel 4 en toegekend volgens de modaliteiten van artikel 8.

 

Voor de deeltijdse werknemers wordt het aantal uren van vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule   X = 192 x Y/Z

 

waarbij :

X = aantal uren vrijstelling van prestaties

Y = contractuele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer

Z = de sectorale of instellingsconventionele wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer.

 

§2 Het personeel bedoeld in art 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn contractuele wekelijkse arbeidstijd. Als tegenwaarde hiervan heeft het personeelslid recht op een premie, gelijk aan 10.52% berekend op zijn loon.

 

§3 De voltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst.

 

§4 De deeltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidstijd behouden.

Artikel 6

 

§1 Vanaf 1 december 2003 heeft het voltijds personeel, bedoeld in artikel 3, dat de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, recht op toekenning van vrijstelling van prestaties van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd onder de vorm van 288 uren van vrijstelling van prestaties per jaar, met inbegrip van de uren van vrijstelling van prestaties bedoeld in artikel 4 en 5 en toegekend volgens de modaliteiten van artikel 8.

 

Voor de deeltijdse werknemers wordt het aantal uren van vrijstelling van prestaties berekend volgens de formule :  X = 288 x Y/Z

 

waarbij :

X = aantal uren vrijstelling van prestaties

Y = contractuele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer

Z = de sectorale of instellingsconventionele wekelijkse arbeidsduur voor een voltijdse werknemer.

 

§2 Het personeel bedoeld in art 3, kan evenwel opteren voor het behoud van prestaties conform zijn contractuele wekelijkse arbeidstijd. Als tegenwaarde hiervan heeft het personeelslid recht op een premie, gelijk aan 15.78 % berekend op zijn loon.

 

§3 De voltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers met een voltijdse arbeidsovereenkomst.

 

§4 De deeltijdse werknemers die in uitvoering van deze overeenkomst vrijgesteld zijn van prestaties, blijven steeds beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidstijd behouden.

Artikel 7

 

De werkgever moet aan de betrokken werknemer, in de loop van de 3° maand voorafgaand aan de maand waarin de werknemer de leeftijd van respectievelijk 45, 50 of 55 jaar bereikt, de keuze, zoals voorzien in de artikelen 3 tot 6, voorleggen. Wat de eerste toepassing betreft op 1 augustus 2001, moet de werkgever in de loop van de 2° maand, met name in juni 2001 de keuze geven aan de werknemer. De werknemer heeft 1 maand om zijn keuze aan zijn werkgever mede te delen. De vrijstelling van prestaties of de toekenning van de premie gaat in vanaf de 1° dag van de maand waarin de voornoemde leeftijden worden bereikt. De werknemer heeft het recht om bij elke leeftijdssprong (50 en 55 jaar) zijn keuze te bepalen. De optie tot uitkering van een toeslag kan bij een volgende leeftijdssprong omgezet worden in vrijstelling van prestaties. Vanaf 50 jaar is een combinatie van vrijstelling van prestaties en uitkering van een premie mogelijk.

Artikel 8

 

§1 De vrijstelling van prestaties, voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst worden gerealiseerd onder de vorm van volle dagen.

 

§2 Op ondernemingsniveau kan de modaliteit van toekenning van vrijstelling van prestaties onder de vorm van volle dagen gewijzigd worden door middel van wijziging van het arbeidsreglement in de instellingen met een ondernemingsraad of syndicale delegatie kan enkel worden afgeweken via collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau. Modaliteiten waarbij vrijstelling van prestaties gegeven wordt in kleinere eenheden dan een volledig uur zijn evenwel niet toegelaten.

 

 

Artikel 9

 

De vrijstelling van prestaties toegekend overeenkomstig artikel 8 wordt per kalendermaand genomen en op voorhand vastgelegd in het werkrooster.

 

Op ondernemingsniveau kunnen in het arbeidsreglement andere modaliteiten terzake bedongen worden.

Artikel 10

 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten betreffende de arbeidsduurvermindering in het kader van de eindeloopbaanproblematiek.

 

Artikel 11

 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 2001. Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

 

Artikel 12

 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds van compensatiedagen genieten gelijkwaardig met deze zoals omschreven in artikelen 4, 5 en 6 van onderhavige overeenkomst, in uitvoering van een collectieve arbeidsduurvermindering beneden de 38 uur per week.

 

Artikel 13

 

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige overeenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers voorzover de regering in uitvoering van het federaal meerjarenplan van 01/03/2000, voor elke leeftijdscategorie telkens ten gepaste tijde, de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.

 

 


Historiek
01/10/2005 31/12/2999 0705 Vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan en toekenning van bijkomend verlof t.v.v. bepaalde werknemers
01/06/2001 30/09/2005 0705 4301 Vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaan