030101 Beroepenclassificatie - Niet-IFIC

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.20-00.00

Bijwerking: 09/01/2014
Geldig vanaf: 01/01/2013

Verplegend, verzorgend en paramedisch personeel

Eerste categorie: code C01

Tweede categorie: code C02

Derde categorie: code C03

Vierde categorie: code C04

Vijfde categorie: code D01

Zesde categorie: code D02

Zevende categorie: code D03

Achtste categorie: code D04

Administratief personeel

Eerste categorie: code B01

Tweede categorie: code B02

Derde categorie: code B03

Vierde categorie: code B04

Vijfde categorie: code B05

Werklieden en technisch personeel

Eerste categorie: code A01

Tweede categorie: code A02

Derde categorie: code A03

Vierde categorie: code A04

Vijfde categorie: code A05

Zesde categorie: code A06

Zevende categorie: code A07

CAO 26/01/2009 - nr. 91044/CO/330

Toekenning van schaal 1.35 aan de zorgkundigen  en code = C04

In het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten werd op 26 januari 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende harmonisatie van de baremieke weddeschalen van de rustoorden voor bejaarden en van de rust- en verzorgingstehuizen met de baremieke weddeschalen voor het personeel van de privé ziekenhuizen. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 28 juni 2009 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 oktober 2009.

In hetzelfde paritair comité werd op 7 november 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten met betrekking tot de harmonisatie van de barema's van de zorgkundigen.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 11 december 2013 onder het nr. 118385/CO/330; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 7 januari 2013. 

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de beroepenclassificatie en vervolgens enkele belangrijke praktische schikkingen. Uit praktische overwegingen hebben wij de door de aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat vzw te gebruiken codes voor de beroepskwalificatie geïntegreerd in de tekst van de CAO; het gaat om de cijfers en letters in vetjes.

A. Bepalingen van de CAO van 26/01/2009

HOOFDSTUK I – Inleidende bepalingen

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de rustoorden voor bejaarden en van de rust- en verzorgingstehuizen en dagverzorgingscentra die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten.

Onder werknemers wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Artikel 2

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minimumlonen te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen.

Zij mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen welke voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

Artikel 3

De opsomming van de functies gerangschikt in verschillende hierna vastgestelde categorieën, geldt als voorbeeld en is niet beperkend.

(...)

HOOFDSTUK II – Verplegend, verzorgend en paramedisch personeel

1. Loonprogrammatie

Artikel 5

Aan het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel worden de hieronder bepaalde baremieke weddeschalen toegekend.

 

Categorie

Baremieke weddeschaal

Eerste

1.22

Tweede

1.22

Derde

1.26

Vierde

1.35

Vijfde

1.40 - 1.57

Zesde

1.43 - 1.55

Zevende

1.55 - 1.61 - 1.77

Achtste

1.55 - 1.61 - 1.77 (+2 jaar)

 

2. Beroepsindeling – Toegekende weddeschalen

Artikel 6

Het verzorgend, verplegend en paramedisch personeel wordt in acht categorieën ingedeeld volgens de hiernavolgende algemene criteria, waaraan volgende loonschalen worden toegekend:

Eerste categorie

Personeel dat niet over een brevet, een attest, een getuigschrift, diploma of anciënniteit beschikt om aanspraak te kunnen maken op een hoger barema.

(...)

Code: C01

Tweede categorie

Personeel dat geen houder is van een brevet, attest, getuigschrift of diploma afgeleverd door een onderwijsinstelling, zoals vermeld in de hogere categorieën, maar dat

- ofwel op datum van 26 mei 1992 de leeftijd bereikt had van 45 jaar en voorzover het in de voorgaande jaren een beroepsactiviteit kan bewijzen die tenminste gelik is aan het equivalent van 5 jaar voltijdse tewerkstelling in een erkend rustoord voor bejaarden, in een rust- en verzorgingstehuis of in een ziekenhuis;

- ofwel de bijscholing heeft gevolgd zoals voorzien in het ministerieel besluit van 5 april 1995;

- ofwel om reden van beroepservaring erkend wordt als verzorgende door elke bevoegde overheid, ongeacht of het hier gaat over de federale, de gemeenschaps- of de gewestoverheid.

(...)

Code: C02

Derde categorie

Personeel dat een titel heeft verworven in het kader van een kwalificerende vorming die evenwel onvoldoende is om aanspraak te kunnen maken op de schaal 1.35.

Een lijst met voorbeelden van de titels die aanleiding geven tot de toekenning van de schaal die overeenstemt met de 3de categorie wordt weergegeven in bijlage 1.

(...)

Code: C03

Vierde categorie

Personeel dat een kwalificerende titel heeft behaald op het niveau van het hoger secundair of gelijkgesteld onderwijs.

Een lijst met voorbeelden van de titels die aanleiding geven tot de toekenning van de schaal die overeenstemt met de 4de categorie wordt weergegeven in bijlage 2.

(...)

Code: C04

Commentaar: volgens de CAO van 7 november 2013 behoren de zorgkundigen aan deze categorie.

Voor de nuttige bepalingen van de CAO van 7/11/2013 zie punt B hieronder.

Vijfde categorie

Verplegend personeel houder van een brevet van ziekenhuisassistent.

(...)

Code: D01

Zesde categorie

Het verplegend personeel houder van een brevet van gebrevetteerde verpleger (A2).

(...)

Code: D02

Zevende categorie

Het personeel dat houder is van het diploma van gegradueerde (A1) in de verpleegkunde, in de kinesitherapie, in de ergotherapie, in de diëtetiek, in de logopedie, enz.

(...)

Code: D03

Achtste categorie

Verplegend personeel dat houder is van het diploma van sociale verpleegkundige of gegradueerde verpleegkundige met diploma van bijkomende specialisatie wanneer deze diploma’s vereist worden bij de aanwerving.

(...)

Code: D04

HOOFDSTUK III – Administratief personeel

1. Loonprogrammatie

Artikel 7

Aan het administratief personeel worden de hieronder bepaalde baremieke weddeschalen toegekend.

 

Categorie

Baremieke weddeschaal

Eerste

1.12

Tweede

1.22

Derde

1.50

Vierde

1.43 – 1.55

Vijfde

1.55 – 1.61 – 1.77

 

2. Beroepsindeling – Toegekende loonschalen

Artikel 8

Het administratief personeel wordt in vijf categorieën ingedeeld volgens de hiernavolgende algemene criteria, waaraan volgende loonschalen worden toegekend:

Eerste categorie

Ongeschoold: niet in het bezit van een diploma, brevet of getuigschrift.

(...)

Code: B01

Tweede categorie

Personeel houder van:

- getuigschrift lager secundair onderwijs of gelijkwaardig getuigschrift afgeleverd door de centrale examencommissie

- een diploma van een afdeling toebehorend aan de groep handel, administratie en organisatie van een cursus lager technisch secundair niveau;

- brevet van de afdeling kantoorwerk afgeleverd door een hogere secundaire beroepsschool;

- gelijkgesteld diploma behaald in avondonderwijs of sociale promotie.

Klerk, telefonist van centrale of belast met het beantwoorden van de oproepen op eigen initiatief, bediende belast met het onthaal, typist, beginnend stenotypist, bediende belast met elementaire boekhoudingswerkzaamheden, codeerder.

(...)

Code: B02

Derde categorie

Personeel houder van:

- eindgetuigschrift middelbaar onderwijs hogere graad of gelijkwaardig getuigschrift uitgereikt door de centrale examencommissie;

- een diploma van een afdeling handel, administratie en organisatie van een cursus hoger secundair technisch niveau;

- gelijkwaardig diploma behaald in avondonderwijs of sociale promotie.

Opsteller, bediende die nota’s en facturen opmaakt, typist die berichten en gewone briefwisseling verzorgt aan de hand van summiere aanwijzingen, stenotypist in één enkele landstaal, bediende van de dienst “lonen en sociale wetten” die de verschillende werkzaamheden van de dienst kan verrichten, hulpboekhouder, kassier.

(...)

Code: B03

Vierde categorie

Personeel houder van:

- een eindgetuigschrift van het economisch hoger onderwijs van het korte type;

- gelijkgesteld diploma behaald in avondonderwijs of sociale promotie.

Directiesecretaresse, stenotypist die in twee van de drie landstalen of in één landstaal en in één vreemde taal kan werken, hoofdbediende van de dienst “lonen en sociale wetten”, boekhouder, hoofdbediende van het economaat.

(...)

Code: B04

Vijfde categorie

Personeel houder van een diploma uitgereikt  door het technisch hoger onderwijs en waarvan het bezit vereist is bij de aanwerving.

Sociaal assistent

Boekhoudkundig personeel houder van een:

- eindgetuigschrift van het economisch hoger onderwijs van het korte type

- gelijkgesteld diploma behaald in avondonderwijs of sociale promotie

die de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de boekhouding in een instelling.

(...)

Code: B05

HOOFDSTUK IV – Werklieden en technisch personeel

1. Loonprogrammatie

Artikel 9

Aan het werklieden- en technisch personeel worden de hieronder bepaalde baremieke weddeschalen toegekend.

 

Categorie

Baremieke weddeschaal

Eerste

1.12

Tweede

1.12

Derde

1.22

Vierde

1.26

Vijfde

1.40

Zesde

1.59

Zevende

1.80

 

2. Beroepsindeling – Toegekende loonschalen

Artikel 10

Het werklieden- en technisch personeel worden in zeven categorieën ingedeeld, volgens het hiernavolgende schema, waaraan de volgende weddeschalen worden toegekend:

Eerste categorie

Ongeschoold: niet in het bezit van diploma, brevet of getuigschrift.

Hulparbeider, schoonmaker, nachtwaker, huisbewaarder.

(...)

Code: A01

Tweede categorie

Half geschoold: werknemer met een vorming of beroepsbekwaamheid gelijkwaardig aan het lager secundair beroepsonderwijs of onvolledig lager secundair technisch onderwijs.

Wasvrouw, helper-tuinier, strijkster, linnennaaister, helper van geschoolde arbeider.

(...)

Code: A02

Derde categorie

Geschoold: werknemer met een vorming of beroepsbekwaamheid gelijkwaardig aan het hoger secundair beroepsonderwijs of lager secundair technisch onderwijs.

Elektricien, tuinier, metselaar, schrijnwerker, loodgieter, schilder, magazinier, autobestuurder.

(...)

Code: A03

Vierde categorie

Geschoold: vorming of beroepsbekwaamheid gelijkwaardig aan het hoger secundair technisch onderwijs.

Linnennaaister, tuinier, loodgieter, schrijnwerker, elektricien, kok.

(...)

Code: A04

Vijfde categorie

Meer dan geschoold en ploegbaas: houder van een diploma van hoger secundair technisch onderwijs die een bijkomende vorming voor zijn functie heeft genoten, verantwoordelijk voor een groep werklieden en belast met de coördinatie van hun activiteiten.

Meestergast, chef van de wasserij, chef-tuinier, chef van de keuken.

(...)

Code: A05

Zesde categorie

Verantwoordelijke van de arbeiders: houder van een diploma van hogere scholing en/of specialisatie.

(...)

Code: A06

Zevende categorie

Houder van een diploma van technisch of industrieel ingenieur afgeleverd door het hoger technisch onderwijs van het lange type.

(...)

Code: A07

(...)

HOOFDSTUK VIII – Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten tot harmonisatie van de baremieke weddeschalen van de rustoorden voor bejaarden en van de rust- en verzorgingstehuizen met de baremieke weddeschalen voor het personeel van de privé ziekenhuizen vanaf het ogenblik dat de voordelen bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst effectief worden toegekend (KB van 23/10/2002 - BS van 5/11/2002).

Artikel 18

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden gericht bij een ter post aangetekende brief aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Artikel 19

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief aan de werknemers zullen toegekend worden voor zover de koninklijke en ministeriele besluiten die de financiering ervan verzekeren, zoals deze door de Regering voorzien werden, effectief op 1 oktober 2002 in werking treden, hierbij invoerend (...)

 

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, betreffende de harmonisatie van de baremieke weddeschalen van de rustoorden voor bejaarden en van de rust- en verzorgingstehuizen met de baremieke weddeschalen voor het personeel van de privé-ziekenhuizen

Op de schaal 1.26 kunnen aanspraak maken:

1. Opleiding verstrekt in de Franse Gemeenschap

1.1. De personen die houder zijn van een kwalificatiegetuigschrift uitgereikt door een onderwijsinstelling van het lager middelbaar onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap:

- het technisch, beroeps- of buitengewoon lager middelbaar onderwijs met volledig leerplan, van de studierichtingen “services aux personnes” of “services sociaux et familiaux”;

- het technisch of lager middelbaar beroepsonderwijs of de hogere middelbare overgangsafdeling in het systeem van sociale promotie, vb. “auxiliaire gériatrique”.

1.2. De personen die houder zijn van een getuigschrift van genoten opleiding uitgereikt door een instelling die niet afhangt van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, voor zover deze erkend is door een federale, communautaire of regionale voogdijminister, onder andere:

- het brevet van familiale help(st)er;

- het brevet van bejaardenhelp(st)er;

- een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokken persoon met vrucht de vorming van “auxiliaire gériatrique” heeft gevolgd, getuigschrift uitgereikt door:

                   - de FOREM te Luik;

                   - de vzw “COBEFF” te Brussel;

                   - de vzw “Actions intégrées de développement – AID” te Brussel.

2. Opleiding verstrekt in de Vlaamse Gemeenschap

2.1. De personen die houder zijn van een getuigschrift verkregen in een onderwijsinstelling met volledig leerplan of voor sociale promotie van het lager middelbaar onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap:

2.1.1. het getuigschrift van ziekenhuishelp(st)er, uitgereikt door het “Hoger Instituut voor Verpleegkunde” te Antwerpen tot en met het schooljaar 1970-1971;

2.1.2. het kwalificatiegetuigschrift van de opleiding personenzorg uitgereikt door het buitengewoon secundair onderwijs.

2.2. De personen die houder zijn van een getuigschrift van genoten opleiding uitgereikt door een instelling die niet afhangt van het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, voor zover deze erkend is door een federale, communautaire of regionale voogdijminister.

2.2.1. Overeenkomstig artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 1988 en de wijzigende besluiten ervan tot regeling van de erkenning en subsidiëring van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de opleidingscentra voor gezins- en bejaardenhelpsters:

·  de personen die houd(st)er zijn van een bekwaamheidsattest van gezins- en bejaardenhelp(st)er uitgereikt door een erkend opleidingscentrum;

·  alle personen die beschikken over een inschrijvingsbewijs van gezins- en bejaardenhelp(st)er uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap.

2.2.2. De opleiding verzorging-onderhoud en bejaardenverzorgster georganiseerd door het “Vormingscentrum Bassevelde” tot en met de cyclus 1993-1995.

2.2.3. De kwalificatie logistiek helper in de bejaardenzorg, uitgereikt door de vzw “WEB”, Werkervaringsbedrijven te Turnhout, voor de opleidingscyclus 1993-1994.

2.2.4. Het getuigschrift van ziekendienster-bejaardenhulp en ziekendienster van het OCMW, voorheen COO, te Hasselt, uitgereikt voor 26 mei 1992.

3. Opleiding verstrekt in de Duitse Gemeenschap

3.1. De personen die houder zijn van een getuigschrift verkregen in een inrichting voor lager middelbaar onderwijs met volledig leerplan of voor sociale promotie georganiseerd of gesubsidieerd door de Duitse Gemeenschap.

3.2. De personen die houder zijn van een getuigschrift van genoten opleiding uitgereikt door een instelling die niet afhangt van het onderwijs van de Duitse Gemeenschap, voor zover deze erkend is door een federale, communautaire of regionale voogdijminister, onder andere:

- het getuigschrift van gezins- en bejaardenhelp(st)er, uitgereikt door de FOREM en de “Krankenflegevereinung in der deutschprachigen Gemeinschaft Belgiens – KPVDB” vzw;

- het diploma van bejaardenhelp(st)er uitgereikt door het Nationaal Ministerie voor Volksgezondheid en Gezin.

4. De personen die met vrucht de bijscholing voor het personeel dat tewerkgesteld is in een rustoord (georganiseerd volgens de richtlijnen van het ministerieel besluit van 5 april 1995, artikel 2, §4) hebben gevolgd.

5. De personen die houder zijn van een buitenlands diploma dat door het onderwijs als evenwardig wordt erkend.

 

 

Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, betreffende de harmonisatie van de baremieke weddeschalen van de rustoorden voor bejaarden en van de rust- en verzorgingstehuizen met de baremieke weddeschalen voor het personeel van de privé-ziekenhuizen

Op de schaal 1.35 kunnen aanspraak maken:

1. De personen die houder zijn van een kwalificatiegetuigschrift, diploma, brevet of bekwaamheidsattest uitgereikt door een onderwijsinstelling van het hoger middelbaar onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, in de volgende richtingen:

- technisch onderwijs met volledig leerplan, onder andere: nursingsaspirante, opvoeding, sociale technieken, “Assistant(e) en gériatrie”;

- beroepsonderwijs met volledig leerplan, onder andere: familiale of sanitaire hulp, kinderverzorging;

- middelbaar hoger onderwijs voor sociale promotie, onder andere: “auxiliaire polyvalent(e) des services à domicile et en collectivités”, opvoeder.

2. De personen die houder zijn van een kwalificatiegetuigschrift of bekwaamheidsattest uitgereikt door een onderwijstinstelling van het hoger middelbaar onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap:

Technisch

2.1.1. Nursingsaspirante, bijzondere jeugdzorg;

2.1.2. 7de jaar jeugdzorg, leefgroep-(en)werking-bijzondere jeugdzorg, leefgroepwerking.

Beroeps

2.1.3. Familiale of sanitaire hulp, kinderverzorging, verzorging, nursing hostess;

2.1.4. Logistieke helper, verzorger(ster) residentiële- en thuishulp – systeem alternerend leren;

2.1.5. 7de jaar personenzorg

2.1.6. Begeleider-animator voor bejaarden

3. De personen die houder zijn van een kwalificatiegetuigschrift of bekwaamheidsattest uitgereikt door een onderwijsinstelling van het hoger middelbaar onderwijs “Familien-und Sanitätshilfe” georganiseerd of gesubsidieerd door de Duitse Gemeenschap.

4. De personen die houder zijn van:

a) een attest waaruit blijkt dat men geslaagd is in het eerste jaar verpleegassistente of gebrevetteerde verpleegster;

b) een attest waaruit blijkt dat men geslaagd is in:

- het eerste jaar graduaat verpleegkunde;

- het tweede jaar graduaat logopedie, kinesitherapie, ergotherapie, orthopedagogie, arbeidstherapie;

- het tweede jaar licentiaat kinesitherapie of logopedie.

5. De personen die houder zijn van een buitenlands diploma dat door het onderwijs als evenwaardig wordt erkend.

 B. Bepalingen van de CAO van 7/11/2013

 Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en werknemers van de hierna volgende instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten:

(...)

- de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen en de dagverzorgingscentra;

(...)

Onder werknemers wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Artikel 2

§1. Het bestaande barema 1.35 wordt op uniforme wijze toegekend aan alle werknemers die beschikken over een definitieve registratie als zorgkundige (of, in voorkomend geval, beschikken over een voorlopige registratie als zorgkundige), zoals bepaald door het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vastelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen, en door het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige of in voorkomend geval, beschikken over een voorlopige registratie als zorgkundige, en die effectief de functie van zorgkundige uitoefenen zoals omschreven in de hogervermelde koninklijke besluiten.

§2. Onder het barema 1.35 wordt verstaan wat volgt:

(...)

- in de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen en de dagverzorgingscentra, het barema bedoeld in artikel 6, 4e categorie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26/01/2009, betreffende de harmonisatie van de baremieke weddenschalen van de rusthuizen voor bejaarden en de rust- en verzorgingstehuizen met het baremieke weddenschalen van het personeel van de private ziekenhuizen (KB 28/06/2009, BS 01/10/2009).

(...)

Commentaar: voor de bepalingen van de CAO van 26/01/2009, zie punt A. 

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan gunstigere voorwaarden die reeds bestaan, noch aan de vrijheid van partijen om die in de toekomst overeen te komen.

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd.  Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013, (...)

Zonder afbreuk te doen aan artikel 4 creëert onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst slechts rechten vanaf de bovenvermelde data van inwerkingtreding.

Artikel 6

De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bekomen in de huidige collectieve arbeidsovereenkomst slechts aan de werknemers toegekend worden voor zover de Regering volledig uitvoering geeft enerzijds wat de ziekenhuizen en PVT's betreft aan de beslissing van de Algemeen Raad van het RIZIV d.d. 14 oktober 2013 en anderzijds wat de ROB, RVT en dagverzorgingscentra betreft, het engagement zoals verwoord in het akkoord dd. 24 oktober 2012 tussen de bevoegde Ministers en de representatieve werknemersorganisaties.

(...)

C. Praktische schikkingen

Krachtens art. 15 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, moet voor iedere werknemer op de individuele rekening worden vermeld:

- de functie die hij hoofdzakelijk uitoefent bij de werkgever;

- de beroepskwalificatie die hem door de werkgever wordt toegekend, overeenkomstig de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, of overeenkomstig de bepalingen van de besluiten waarbij forfaitaire lonen worden bepaald voor de toepassing van de wetgeving op de Sociale Zekerheid.

De aangeslotenen van Group S - Sociaal Secretariaat, vzw worden bijgevolg verzocht zowel de functie (omschrijving) als de beroepskwalificatie (code) te vermelden op het identiteitsformulier van iedere nieuw aangeworven werknemer en ons tevens iedere wijziging dienaangaande in de loop van de tewerkstelling mede te delen.


Historiek
01/01/2013 31/12/2999 030101 Beroepenclassificatie - Niet-IFIC
01/01/2009 31/12/2012 030101 0301 Beroepenclassificatie
01/10/2002 31/12/2008 030101 03 Beroepenclassificatie
01/10/2002 30/09/2002 030101 03 Beroepenclassificatie
18/12/1995 30/09/2002 030101 03 Beroepenclassificatie