0602 Attractiviteitspremie

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.30-00.00

Bijwerking: 10/11/2020
Geldig vanaf: 01/01/2020
Geldig tot: 28/02/2020

Voor een voltijdse werknemer: attractiviteitspremie voor 2020: loon van oktober 2020 x 12 x 0,53% + 661,26 EUR

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 30 juni 2006 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van de attractiviteitspremie. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 oktober 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 november 2008.

Zij werd gewijzigd door:

  • een CAO van 10 maart 2008;
  • een CAO van 13 juli 2011 (KB 26/11/2012 - BS 16/01/2013).  Artikel 4, laatste alinea wordt vanaf 1 juli 2011 aangepast.

Wij geven u hierna de tekst van deze CAO.

 

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van:

  • de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn;
  • de psychiatrische verzorgingstehuizen;
  • de initiatieven van beschut wonen;
  • de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen en de dagverzorgingscentra;
  • de revalidatiecentra;
  • de thuisverpleging;
  • de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;
  • de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;
  • de medisch-pediatrische centra;
  • de wijkgezondheidscentra.

Onder "werknemers" wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 10 van het akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren voor de privé-sector van 26 april 2005.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomsten leggen de regels vast die op de in artikel 1 beoogde werknemers inzake attractiviteitspremie van toepassing zijn en dit voor het jaar 2006 en volgende jaren.

Artikel 4
Het bedrag van de attractiviteitspremie bestaat uit een veranderlijk gedeelte en een geïndexeerd forfaitair gedeelte:

  1. Het veranderlijke gedeelte begraagt 0,53 % van het geïndexeerde brutojaarloon van de betrokken werknemer. Onder geïndexeerd brutojaarloon wordt verstaan: de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerde baremiek brutoloon, aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.
  2. Het forfaitair gedeelte wordt vastgesteld op 161,41 EUR. Vanaf 2008 wordt dit forfaitair bedrag verhoogd met 312 EUR (zijnde een totaal van 473,41 EUR). Vanaf 2009 wordt dit forfaitair bedrag verhoogd met 360 EUR (zijnde een totaal van 521,41 EUR).

Het bedrag van het forfaitair gedeelte van het in aanmerking genomen jaar wordt bekomen door het forfaitair gedeelte toegekend tijdens het vorig jaar te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.  Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het vorig jaar.  Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.

Deze forfaitaire basisbedragen zijn vastgesteld op basis van de index 113,87 van 1 november 2004 (basis 1996 op 100 %). 

Commentaar:

Het veranderlijke gedeelte: alhoewel niet uitdrukkelijk voorzien en tot nu toe niet overeengekomen op paritair niveau, raden de federaties aan om het bedrag van de maandpremie van de werknemers van 45 jaar en ouder bij het maandbedrag van oktober te voegen. Gelieve aan uw loonberekenaar te laten weten of u het bedrag van de maandpremie "einde loopbaan" wenst toe te voegen aan het maandbedrag van oktober.

Het forfaitair gedeelte: bedrag voor 2020: 661,26 EUR.

Voor een voltijdse werknemer zal de attractiviteitspremie voor 2020 als volgt berekend worden: loon van oktober 2020 x 12) x 0,53%) + 661,26 EUR. 

Artikel 5

§1. Het volledig bedrag van de premie wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze, bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

De referentieperiode is de periode, gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op een negende van de overeenkomstig de bepalingen van de in artikel 4 toegekende premie.

Op ondernemingsniveau kunnen afwijkende gunstigere regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die betrekking hebben op de referentieperiode, in voege blijven.

Onder maand wordt verstaan, iedere verbintenis welke is aangegaan voor de zestiende dag van de lopende maand.

§2. Als de werknemer de gehele premie niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de premie vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.

§3. Het bedrag van de premie voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

Artikel 6

De premie wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van het laatste kwartaal van het in aanmerking genomen jaar of in de maand waarin de werknemer uit dienst treedt.

Artikel 7

§1. De premie is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties, verricht in het raam van een studentencontract, of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de premie ontvangt.

§2. De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de premie van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de premie.

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2006. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzegtermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

Artikel 9

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft, met uitzondering van de serviceflats, de collectieve arbeidsovereenkomsten van 7 december 2000 op, houdende respectievelijk de toekenning van een premie van 148,74 EUR en van 12,67 EUR, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 14 januari 2002.

§2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft, voor wat betreft de thuisverpleging, de collectieve arbeidsovereenkomsten van 7 december 2000 op, houdende respectievelijke de toekenning van een premie van 148,74 EUR en van 12,67 EUR, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 14 november 2002.

§3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft, voor wat betreft de Diensten voor het Bloed van het Belgische Rode Kruis, de collectieve arbeidsovereenkomsten van 7 december 2000 op, houdende respectievelijk de toekenning van een premie van 148,74 EUR en van 12,67 EUR, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 19 juni 2003 en 22 juni 2003.

§4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft, voor wat betreft de wijkgezondheidscentra, de artikels 3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2002 op, houdende respectievelijk de toekanning van een premie van 147,74 EUR en van 12,67 EUR, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 juli 2004.

Artikel 10

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige overeenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers, voor zover de regering de ten laste neming van de kost verzekert volgens de bepalingen van de punten 1 en 10 van het Sociaal Akkoord betreffende de Federale Gezondheidssectoren (privé sector) van 26 april 2005.


Historiek
01/01/2022 31/12/2050 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2021 31/12/2021 0602 Attractiviteitspremie
01/03/2020 31/12/2020 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2020 28/02/2020 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2019 31/12/2019 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2018 31/12/2018 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2017 31/12/2017 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2016 31/12/2016 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2015 31/12/2015 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2014 31/12/2014 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2013 31/12/2013 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2012 31/12/2012 0602 Attractiviteitspremie
01/07/2011 31/12/2011 0602 Attractiviteitspremie
01/07/2011 31/12/2011 0602 Attractiviteitspremie
01/10/2010 30/06/2011 0602 Attractiviteitspremie
01/07/2011 30/06/2011 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2009 30/09/2010 0602 Attractiviteitspremie
01/01/2008 31/12/2008 0602 Attractiviteitspremie