040503 Haard- en standplaatstoelage - Instellingen gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.04.00-00.00

Bijwerking: 29/04/2013
Geldig vanaf: 01/01/2001

Voor de actuele bedragen, zie Hfdst. 040203.

In het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten werd op 28 februari 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van een haard- of standplaatstoelage.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 2 april 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 juni 2003.

Wij geven u hierna de nuttige bepalingen van deze CAO.  Voor de "Verklaring op erewoord", verwijzen wij u naar de tekst van de CAO (klik op nummer 57823).  Voor de actuele bedragen van de haardtoelage en de standplaatstoelage, zie Hfdst. 040203.

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en gesubsidieerd worden door het Brussels Hoodstedelijk Gewest, en/of de Franse Gemeenschapscommissie en/of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Onder werknemers wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Artikel 2

§1. Een haardtoelage wordt toegekend:

1° aan de gehuwde, of het personeelslid dat wettelijk samenwoont, behalve wanneer de toelage aan hun echtgenoot of echtgenote of partner wordt toegekend.

Onder "samenwonende" wordt verstaan: twee personen die onder hetzelfde dak samenleven zonder graad van bloedverwantschap en die huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeeenschappelijk regelen.  Het bewijs wordt geleverd via attestering door de gemeentelijke administratie.

2° aan de werknemers die één of meer kinderen ten laste hebben voor wie hun kinderbijslagen worden toegekend en uitbetaald, behalve als zij samenwonen met een werknemer of werkneemster die de haardtoelage geniet.

§2. Zijn uitgesloten van het voordeel van de haardtoelage de werknemers van wie de echtgenoot of de echtgenote, of de wettelijk samenwonende partner, op wie deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing is, dit voordeel geniet, welk zijn (haar) statuut ook weze.

§3. Als beide echtgenoten, of de 2 personen die wettelijk samenwonen, werknemers zijn van een instelling, bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de haardtoelage toegekend aan degene die het laagste loon geniet.

Bij gelijke jaarbedragen kunnen de echtgenoten of wettelijk samenwonenden met wederzijds akkoord bepalen wie van beiden begunstigde zal zijn van de haardtoelage.

§4.  Nochtans, wanneer één van de echtgenoten of personen die wettelijk samenwonen of beiden, zonder de eventueel toe te kennen haardtoelage in aanmerking te nemen, het gewaarborgd minimumloon, van toepassing in de instellingen bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, genieten, wordt de haardtoelage toegekend aan degene die het hoogste loon heeft, indien deze laatste er recht op heeft overeenkomstig de bepalinen van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bij gelijke jaarbedragen kunnen de echtgenoten of personen die wettelijk samenwonen met wederzijds akkoord bepalen wie van beiden begunstigde zal zijn van de haardtoelage.

§5. Voor de toepassing van §§ 3 en 4 wordt verstaan onder loon, de toegekende jaarbedragen (100 %) welke voorkomen in de uitgewerkte loonschalen zoals deze zijn vastgesteld voor volledige arbeidsprestaties.

§6. De bepalingen van §§ 2, 4 en 5 zijn eveneens van toepassing op de werknemers die samenwonen en die voldoenn aan de voorwaarden, vermeld in §1, 2°.

§7. De verrefening van de haardtoelage is afhankelijk van een verklaring op erewoord, opgesteld door de werknemer volgens model, als bijlage gevoegd bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, en toegestuurd in twee exemplaren aan de personeelsdienst van de instellingen, bedoeld bij artikel 1.

Artikel 3

Een standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemers die geen haardtoelage bekomen.

Artikel 4

Het jaarlijks bedrag van de haardtoelage of van de standplaatstoelage word vestgesteld als volgt (aan 100 %):

1° jaarlijkse lonen welke 639.049 BEF / 15.841,61 EUR niet te boven gaan:

                Haardtoelage                Standplaatstoelage

29.040 BEF of 719,88 EUR            14.520 BEF ou 359,94 EUR

2° jaarlijkse lonen welke hoger zijn dan 639.049 BEF of 15.841,61 EUR doch 728.556 BEF of 18.060,43 EUR niet te boven gaan:

                Haardtoelage                Standplaatstoelage

14.520 BEF of 359,94 EUR            7.260 BEF of 179,97 EUR

Artikel 5

De bezoldiging van de werknemer van wie het jaarlijks loon 639.049 BEF of 15.841,61 BEF te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen ware zijn jaarlijks loon gelijk aan dit bedrag.  In voorkomend geval wordt het verschil hem toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haardtoelage of van een gedeeltelijke standplaatstoelage.

De bezoldiging van de werknemer van wie het jaarlijks loon 728.556 BEF of 18.060,43 EUR te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen ware zijn jaarlijks loon gelijk aan dit bedrag.  In voorkomend geval wordt het verschil hem toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haardtoelage of van een gedeeltelijke standplaatstoelage.

Onder bezoldiging moet worden verstaan het loon, verhoogd met de volledige of gedeeltelijke haardtoelage of de volledige of gedeeltelijke standplaatstoelage, verminderd met de afhouding voor de samenstelling van het overlevingspensioen (cf. de afhouding voor het Rijkspersoneel).

Artikel 6

De haardtoelage en de standplaatstoelage, alsook de grenslonen vastgesteld voor de toekenning ervan, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen.  Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 102,02 - basis 1988 (cfr. 138,01 - basis 1981).

Artikel 7

De haardtoelage of de standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemers met onvolledige arbeidsprestaties, naar rato van deze arbeidsprestaties.

Het in aanmerking te nemen loon is het loon dat wat zou worden toegekend indien de deeltijdse betrekking van de werknemer een voltijdse betrekking was.

Artikel 8

De haardtoelage of de standplaatstoelage wordt betaald terzelfder tijd als het loon van de maand waarop zij betrekking heeft.

Zij wordt betaald in dezelfde mate en volgens dezelfde modaliteiten als het loon wanneer dit niet voor een volledige maand is verschuldigd.

Wanneer zich in de loop van een maand een feit voordoet dat het recht op de haard- of standplaatstoelage wijzigt, zoals het is bepaald bij de artikel 2 en 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt het voordeligste stelsel voor de volledige maand toegepast.

Artikel 9

De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief zullen worden toegekend aan de werknemers voor zover de regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, ieder voor wat  hen betreft, het punt 5, paragraaf 1 van het akkoord van 29 juni 2000 integraal uitvoeren.  De niet- of de laattijdige tenlasteneming van de kost door de een der betoelagende overheid die het akkoord van 29 juni getekend heeft mag geen aanleiding geven tot de niet- of laattijdige uitvoering van deze CAO in de instellingen gesubsidieerd door een andere betoelagende overheid die dit akkoord getekend heeft.  Zij komen eveneens overeen deze overheden te informeren over de goede uitvoering van deze overeenkomst.

(...)

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur.  Zij kan worden opgezegd door elk der partijen mits een opzeggingstermijn van zes maanden betekend bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

BIJLAGE BIJ DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 28 FEBRUARI 2001 TOT TOEKENNING VAN EEN HAARD- OF STANDPLAATSTOELAGE AAN SOMMIGE WERKNEMERS

(...)

Commentaar: voor de bepalingen van de "Verklaring op erewoord", klik op het nummer van de CAO: 57823.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
28/02/2001
Registratienr
57823
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
26/04/2001
Registratiedatum
06/07/2001
Onderwerp
toekenning van een haard- of standplaatstoelage
BS Bericht van neerlegging
28/07/2001
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
02/04/2003
Gepubliceerd in het B.St. van
04/06/2003
Keywords
LONEN

Historiek
01/01/2001 31/12/2999 040503 Haard- en standplaatstoelage - Instellingen gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest