0701 Arbeidsduur

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.04.00-00.00

Bijwerking: 20/03/1997
Geldig vanaf: 20/03/1997

38 u

In het Paritair Subcomité voor de inrichtingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn werd op 12 oktober 1987 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de verkorting van de wekelijkse arbeidsduur.  Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 6 mei 1988 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 juni 1988.  Ze werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1991, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 juli 1991 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 september 1991.

Wij geven u hierna de bepalingen van toepassing op de residuaire sector; de tussentitels werden door ons aangebracht.

Tekst CAO 12 oktober 1987

I. Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de instellingen die onder het Paritair Subcomité voor de inrich­tingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn ressorteren, met uitzondering van de revalidatiecentra.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder werkne­mers verstaan, het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

II. Verkorting van de arbeidsduur

Artikel 2

§ 1. De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur, vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, wordt tot achtendertig uur ingekort, te verdelen over vijf of zes dagen.

§ 2. Nochtans mag voor de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, de diensten voor preventieve gezondheidszorg, de kinderdagverblijven en de peutertui­nen, de diensten voor onthaalmoeders, de centra voor levens- en gezinsvragen, de centra voor maatschappelijk werk, de centra voor tele-onthaal en de centra voor forensisch welzijnswerk, het gemiddelde van 38 uur per week op jaarbasis berekend worden.  In dit geval mag, per vier achtereenvolgende weken, de grens van 160 arbeidsuren niet overschreden worden.

III. Behoud van loon

Artikel 3

De inkorting van de wekelijkse arbeidsduur bepaald in artikel 2 mag in geen geval een loonsverlaging tot gevolg hebben.

Dit betekent een automatische verhoging van de van kracht zijnde uurlonen met 5,26 %.

IV. Toepassingsmodaliteiten

Artikel 4

§ 1. De toepassingsmodaliteiten van de arbeidstijdverkorting bepaald in artikel 2, worden vastgesteld op het vlak van de individuele instelling.

§ 2. De bestaande toepassingsmodaliteiten blijven van kracht in de instellingen en diensten die, op de datum waarop deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten, de arbeidsduur reeds hebben verkort tot tenminste deze die in artikel 2 is bepaald.

V. Geldigheidsduur

Artikel 5

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking ten laatste op 1 april 1988.

(...)

Ze zal voor de instellingen die lid zijn van de Belgische Confederatie der private verzorgingsinstellingen in werking treden op de dag dat de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst sluit tot vermindering van de wekelijkse arbeidsduur voor de ondernemingen die ressorteren onder een paritair comité dat geen collectieve arbeidsovereenkomst heeft gesloten ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1987 - 1988, ondertekend op 7 november 1986.

§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door elk van de ondertekenende partijen, mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de inrichtingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn.


Historiek
20/03/1997 31/12/2999 0701 Arbeidsduur