070503 Arbeidsduurvermindering in het kader van de eindeloopbaanproblematiek en bijkomende aanwerving - Instellingen gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.04.00-00.00

Bijwerking: 29/04/2013
Geldig vanaf: 01/01/2001

Voltijdse werknemers:

vanaf 1/01/2001: 55 jaar en ouder: vermindering van arbeidstijd: 32 u

vanaf 1/01/2002: 50 jaar en ouder: vermindering van arbeidstijd: 34 u

vanaf 1/01/2003: 45 jaar en ouder: vermindering van arbeidstijd: 36 u

Deeltijdse werknemers: pro rata

De vermindering van de arbeidstijd wordt gerealiseerd onder de vorm van betaalde compensatiedagen: 12 dagen/jaar bij vermindering per schijf van 2 uur/week (5-dagenweek)

In het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten werd op 28 februari 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeidsduurvermindering in het kader van de eindeloopbaanproblematiek en bijkomende aanwerving.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 14 november 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 januari 2003.

Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 3 mei 2002, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 17 juni 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2003.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gesubsidieerd door het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, en/of door de Franse Gemeenschapscommissie en/of door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Onder werknemers dient verstaan: het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Artikel 2

§1. Vanaf 1 januari 2001 heeft het voltijds personeel dat de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, het recht om zijn arbeidstijd te verminderen tot 32 uren.  Het voltijds personeel waarvan sprake heeft recht op een vrijstelling van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, onder de vorm van zes uren vrijstelling, maar blijft steeds beschouwd als een werknemer met een contractuele voltijdse arbeidsovereenkosmt.

§2. Het maandloon van de werknemer blijft onveranderd alsof de werknemer zijn arbeidsduur niet zou verminderd hebben.  De uurlonen worden dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 3

§1. Vanaf 1 januari 2002 heeft het voltijds personeel dat de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, het recht om zijn arbeidstijd te verminderen tot 34 uren.  Het voltijds personeel waarvan sprake heeft recht op een vrijstelling van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd, onder de vorm van twee uren vrijstelling, maar blijft steeds beschouwd als een werknemer met een contractuele voltijdse arbeidsovereenkomst. 

§2. Het maandloon van de werknemer blijft onveranderd alsof de werknemer zijn arbeidsduur niet zou verminderd hebben.  De uurlonen worden dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 4

§1. Vanaf 1 januari 2003 heeft het voltijds personeel dat de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, het recht om zijn arbeidstijd te verminderen tot 36 uren.  Het voltijdse personeel waarvan sprake heeft recht op een vrijstelling van zijn gemiddelde wekelijkse arbeidstijd, onder de vorm van twee uren vrijstelling, maar blijft steeds beschouwd als een werknemer met een contractuele voltijdse arbeidsovereenkomst.

§2.  Het maandloon van de werknemer blijft onveranderd alsof de werknemer zijn arbeidsduur niet zou verminderd hebben.  De uurlonen worden dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 5

§1. De deeltijdse tewerkgestelde werknemers hebben recht op de evenredige toekenning van arbeidsduurvermindering met behoud van loon zoals bepaald in de artikelen 2, 3 en 4, in verhouding tot hun gemiddelde contractuele arbeidsduur per week

§2. Het maandloon van de werknemer blijft onveranderd alsof de werknemer zijn arbeidsduur niet zou verminderd hebben.  De uurlonen worden dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 6

De arbeidsduurvermindering waarvan sprake gaat gepaard met een compenserende aanwerving waarvan de modaliteiten bepaald worden door een rechtspersoon paritair samengesteld en waarvan de statuten medegedeeld worden aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

HOOFDSTUK II - Toepassingsmodaliteiten

Artikel 7

De vermindering van de arbeidstijd, voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gerealiseerd onder de vorm van betaalde compensatiedagen.  Elke compensatiedag omvat het gemiddeld aantal prestatie-uren per dag overeenkomstig de individuele arbeidsovereenkomst.

Artikel 8

Het aantal compensatiedagen per jaar, in het stelsel van de 5-dagenweek, is op basis van het gemiddeld aantal prestatie-uren per dag overeenkomstig de individuele arbeidsovereenkomst, vastgesteld op:

* 12 dagen bij vermindering per schijf van twee uur van de wekelijkse arbeidsduur.

Het aantal bijkomende compensatiedagen per jaar, in het stelsel van de 6-dagenweek, is vastgesteld op:

* 14,5 dagen bij vermindering per schijf van twee uur van de wekelijkse arbeidsduur.

Artikel 9

In het kalenderjaar dat de werknemer de respectievelijke leeftijd van 45, 50 of 55 jaar heeft bereikt, wordt het compensatieverlof met behoud van loon toegepast in verhouding vanaf de eerste dag van de maand waarin de werknemer voornoemde leeftijd bereikt.

Artikel 10

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van deze CAO, kunnen op ondernemingsniveau bij collectieve arbeidsovereenkomst andere modaliteiten terzake bedongen worden.  Modaliteiten waarbij compensatie gegeven wordt in kleinere eenheden dan een volledig uur zijn niet toegelaten.

HOOFDSTUK III - Slotbepalingen

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de rechten die de werknemers bezitten op de datum van haar ondertekening.

Artikel 12

(...)

Commentaar: het artikel 12 van de CAO van 28/02/2001 werd afgeschaft door de CAO van 3/05/2002.

Artikel 13

De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief zullen worden toegekend aan de werknemer voor zover de regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, ieder voor wat hen betreft, het punt 5, paragraaf 2 van het akkoord van 29 juni 2000 integraal uitvoeren.  De niet- of de laattijdige tenlasteneming van de kost door een betoelagende overheid die het akkoord van 29 juni 2000 getekend heeft mag geen aanleiding geven tot de niet- of laattijdige uitvoering van deze CAO in de instellingen gefinancieerd door een andere betoelagende overheid dat dit akkoord getekend heeft.  De partijen komen eveneens overeen deze overheden te informeren over de goede uitvoering van deze overeenkomst.

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd.  Zij treedt in werking op 1 januari 2001 en kan worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend door middel van een aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritir Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.


Historiek
01/01/2001 31/12/2999 070503 Arbeidsduurvermindering in het kader van de eindeloopbaanproblematiek en bijkomende aanwerving - Instellingen gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest