Werknemers die worden aangesteld als pleegouder hebben per jaar recht op 6 dagen verlof voor het vervullen van verplichtingen die verband houden met de pleegzorg.
Wie zijn pleegouders?
Pleegouders worden aangesteld door de rechtbank, door een erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van Jeugdhulp of door het Comité voor bijzondere jeugdzorg.
Het gezin van die personen is het pleeggezin.
Om welke redenen mogen zij op het werk afwezig zijn?
De pleegouders mogen afwezig zijn voor gebeurtenissen in verband met de toestand van de plaatsing waarvoor hun aanwezigheid vereist is én op voorwaarde dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst onmogelijk maakt.
Deze gebeurtenissen zijn:
a) alle types van hoorzittingen bij gerechtelijke en administratieve overheden die bevoegdheid uitoefenen ten opzichte van het onthaalgezin;
b) de contacten van de onthaalouder of van het onthaalgezin met de ouders van de geplaatste persoon of met derden die voor hen belangrijk zijn;
c) de contacten met de plaatsingsdienst.
De werknemer mag afwezig zijn om andere redenen op voorwaarde dat hij een attest voorlegt van de bevoegde plaatsingsdienst waarin er wordt verduidelijkt waarom het recht op verlof noodzakelijk is en voor zover de aangehaalde reden niet reeds gedekt is door het verlof om dwingende redenen. Zo zal bijvoorbeeld bij hospitalisatie van het pleegkind, de werknemer zich moeten beroepen op het verlof om dwingende redenen en niet op het pleegzorgverlof.
Hoeveel dagen mogen de pleegouders afwezig zijn?
Het pleegzorgverlof voorziet 6 dagen afwezigheid per kalenderjaar en per pleeggezin, niet per werknemer. Als het pleeggezin uit twee werknemers bestaat die allebei aangesteld zijn als pleegouder, dan moeten zij de 6 dagen met elkaar delen.
Op welke vergoeding heeft de werknemer recht?
De werknemer die afwezig is om een geplaatste persoon op te vangen heeft recht op een door de RVA betaalde vaste dagvergoeding van 113,68 EUR (geïndexeerd op 01/06/2017) per afwezigheidsdag en per gezin. De vergoeding wordt één keer per maand betaald.
Welke formaliteiten moet de werknemer vervullen?
T.a.v. de werkgever:
De werknemer die pleegzorgverlof wenst moet zijn werkgever hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen en, indien mogelijk, twee weken op voorhand.
De werknemer moet hem een aantal documenten bezorgen:
1. de officiële beslissing van zijn aanstelling als pleegouder door de bevoegde instelling;
2. op verzoek van de werkgever, het bewijs van de gebeurtenis die zijn afwezigheid op het werk wettigt;
3. als er twee werknemers werden aangesteld als pleegouder, dan moeten zij een attest voorleggen in verband met de onderlinge verdelingswijze van de verlofdagen.
T.a.v. de RVA:
De werknemer die deze vergoeding wenst, moet daartoe een aanvraag indienen bij het kantoor van de RVA bevoegd voor het gebied waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft.
Deze aanvraag moet worden gebeuren via het formulier C61 – Pleegzorg dat voorafgaandelijk door de werkgever en de werknemer moet worden ingevuld. Dit formulier kan bekomen worden bij het werkloosheidsbureau of gedownload worden van de RVA-website.
De werknemer is verplicht om dit formulier aangetekend te versturen naar het bevoegde werkloosheidsbureau. Het aangetekend schrijven wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag volgend op datum van verzending.
De vergoedingen kunnen slechts worden toegekend voor de dagen vermeld in de aanvraag als alle nodige documenten behoorlijk ingevuld en ondertekend op het werkloosheidsbureau worden ontvangen binnen de twee maanden ingaand op de dag volgend op die vermeld in de aanvraag. Dit wordt van dag tot dag berekend.
|
Voorbeeld: om recht te hebben op een vergoeding voor een afwezigheidsdag op 16 mei, moet het formulier C61 – Pleegzorg uiterlijk op 17 juli door de RVA aangetekend worden ontvangen. |
In geval van laattijdige ontvangst door de RVA waarbij de termijn van twee maanden niet wordt gerespecteerd, is er pas recht op een vergoeding vanaf de dag waarop de documenten worden ontvangen.