Kroaten zijn EU-onderdanen vanaf 1 juli 2013: sociaalrechtelijke gevolgen


62526

Op 1 juli 2013 wordt Kroatië officieel lid van de Europese Unie, die vanaf dan zal bestaan uit 28 lidstaten.
Deze toetreding zal een aantal gevolgen met zich meebrengen. 

Enerzijds moeten we kijken naar wat de gevolgen zijn voor het toepasselijke socialezekerheidsstelsel ingeval van een grensoverschrijdende tewerkstelling (detachering of gelijktijdige tewerkstelling op het grondgebied van verschillende lidstaten).

Anderzijds zal de toetreding tot de EU ook gevolgen hebben voor de toelating voor Kroaten om in België te verblijven en te werken.

We bespreken beide aspecten hier apart.

1. Gevolgen voor de EU-verordeningen betreffende het toepasselijke socialezekerheidsrecht

De aanwijzing van het toepasselijke socialezekerheidsstelsel ingeval van detachering of gelijktijdige tewerkstelling op het grondgebied van meerdere lidstaten binnen de EU wordt sinds de jaren '70 geregeld door Europese Verordeningen. Deze Verordeningen moesten er voor zorgen dat, ingeval van een grensoverschrijdende tewerkstelling, er slechts één socialezekerheidsstelsel van toepassing is (principe van eenheid van wetgeving). In principe zal dat de werkstaat zijn (lex loci laboris), maar hierop bestaan er uitzonderingen. Zo is het mogelijk dat een werknemer, hoewel (gedeeltelijk) werkzaam op het grondgebied van een andere lidstaat (of andere lidstaten), toch onderworpen blijft aan de sociale zekerheid van zijn woonland. Om misbruiken te voorkomen, gelden er hiervoor echter wel strikte voorwaarden. Het gaat onder meer om de EU-Verordeningen: 883/2004, 987/2009, 1231/2010 (betreffende de uitbreiding tot onderdanen van derdelanders) en 456/2012.

Bovenstaande EU-verordeningen zullen vanaf 1 juli dus ook van toepassing zijn op Kroatië. Indien een werknemer bijvoorbeeld vanuit België zou gedetacheerd zou worden naar Kroatië, moeten we de regels van die Verordeningen toepassen om het toepasselijke socialezekerheidsrecht te bepalen.

Indien een detachering naar en van Kroatië reeds aangevangen was vóór 1 juli 2013 en wordt die na die periode verlengd, zal deze detachering gewoon doorlopen (met aanvraag van een formulier A1). De periode vóór 1 juli zal wel worden aangerekend op de totale maximale detacheringsduur (maximaal 5 jaar op basis van artikel 16 van Vo. nr. 883/2004).

Ten slotte wijzen wij er nog op dat de akkoorden tussen de EU en Zwitserland en tussen de EU en Noorwegen, IJsland en Liechtenstein (EER) nog niet werden aangepast. Indien het dus een detachering of een gelijktijdige tewerkstelling tussen Kroatië en een van deze vier landen betreft, blijven de vroeger tussen hen geldende regels van toepassing.

2. Gevolgen voor de arbeidskaart

De algemene regel voor een buitenlandse onderdaan die in België wil werken is dat er op voorhand een arbeidskaart zal moeten worden aangevraagd. Gelet op het vrij verkeer van werknemers binnen de EER, zijn onderdanen van lidstaten die hiertoe behoren in principe echter vrijgesteld van die verplichting.

Toch laat het toetredingsverdrag van Kroatië tot de Europese Unie toe dat er in overgangsmaatregelen wordt voorzien op het vlak van het vrij verkeer van werknemers. Daarom bepaalt het koninklijk besluit van 24 juni 2013 dat Kroaten gedurende een overgangsperiode van twee jaar aan dezelfde regels zullen worden onderworpen als de Bulgaarse en Roemeense werknemers. Er zal dus nog steeds een arbeidskaart B en arbeidsvergunning vereist zijn voor de tewerkstelling van Kroaten in België, zelfs indien zij onbeperkt mogen verblijven op Belgisch grondgebied of indien zij beschikken over een vestigingsvergunning. De aanvraagprocedure zal wel soepeler verlopen indien het gaat om de tewerkstelling in een knelpuntberoep. In dat geval zal er immers geen arbeidsmarktonderzoek plaatsvinden.

Deze overgangsmaatregel blijft in werking tot en met 30 juni 2015. Wij herinneren u eraan dat er voor de Bulgaren en Roemenen nog een arbeidskaart en arbeidsvergunning verplicht is tot en met 31 december 2013.