Het afbetalingsplan voor RSZ-bijdragen is sinds 1 november 2016 verbeterd.
Een werkgever die tijdelijk moeilijkheden heeft om zijn bijdragen aan de RSZ te betalen, kan vragen om minnelijke afbetalingstermijnen te bekomen om zo de invordering van zijn schuld via een dwangbevel te vermijden.
Met de veralgemening van het gebruik van het dwangbevel (= extra kosten voor de werkgever) wenste de wetgever het minnelijk afbetalingsplan te herzien.
Wat zijn de nieuwigheden ter zake?
Vroeger |
Vanaf 1 november 2016 |
De aanvraag van minnelijke afbetalingstermijnen moet betrekking hebben op schulden die vervallen zijn op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend |
Voortaan is het mogelijk een minnelijk afbetalingsplan te vragen voor te vervallen schulden voor zover de bedragen gekend zijn door de RSZ |
Het afbetalingsplan mag in principe twaalf maandelijkse afbetalingen niet overschrijden |
Het is mogelijk om de maximumduur uit te breiden tot vierentwintig maandelijkse afbetalingen voor zover dit " het enige middel is om zijn schuld te kunnen aanzuiveren met betrekking tot de levensvatbaarheid van zijn onderneming"* |
Het afbetalingsplan wordt verzonden bij aangetekende brief en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending |
Deze regel verandert niet tenzij de geadresseerde het bewijs levert van het feit dat hij de aangetekende brief na deze termijn van 3 dagen heeft ontvangen. In dat geval wordt deze nieuwe datum in aanmerking genomen. |
Er wordt een betere opvolging van het afbetalingsplan voorzien. Het toezicht op de naleving van het afbetalingsplan door de werkgever vindt één keer per maand plaats en houdt rekening met overeengekomen vervaldata |
* In dergelijk geval wordt een diepgaande financiële analyse uitgevoerd op basis van boekhoudkundige en financiële documenten van de onderneming alsook op basis van enig ander bewijsstuk met betrekking tot de levensvatbaarheid van deze werkgever.
Voor meer informatie over het minnelijk afbetalingsplan verwijzen we u naar de website van de RSZ.