Privégebruik van een gsm, smartphone en PC die door de werkgever ter beschikking wordt gesteld: de RSZ maakt zijn evaluatieregels bekend


69866

In zijn instructies betreffende het 4e kwartaal 2014 maakt de RSZ de manier bekend waarop het persoonlijke gebruik van een gsm of smartphone, die door de werkgever ter beschikking wordt gesteld, in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen.

We hebben ook informaties over PC en tablets gekregen.

1. GSM en Smartphone

Als de werkgever een systeem heeft ingesteld waarbij een gegrond onderscheid kan worden gemaakt tussen het professionele en het persoonlijke gebruik van de gsm of  smartphone, geldt dit systeem eveneens voor de uitsplitsing van de kosten. Het privégebruik van de gsm of smartphone waarbij de werknemer zijn gesprekken niet betaalt, wordt beschouwd als loon.

Als de werkgever geen dergelijk systeem heeft ingesteld, wordt het privégebruik van de gsm of smartphone forfaitair vastgesteld op 12,50 EUR per maand of 150 EUR per jaar. Op dit bedrag zijn de gewone socialezekerheidsbijdragen verschuldigd.

Dit bedrag is een all-in bedrag. Het dekt zowel het abonnement, de gesprekskosten, het mobiel  internet  als het toestel zelf.

De enige voorwaarde voor het toestel is dat er geen te grote wanverhouding is tussen de mogelijkheden van het toestel (dus de prijs ervan) en het professioneel gebruik dat de werknemer ervan moet maken. 

Voorbeeld: een smartphone ter waarde van 500 EUR voor een werknemer die voor zijn werk enkel telefonisch bereikbaar moet zijn. In dat geval zal het verschil tussen 500 EUR en de prijs van een gsm die aangepast is aan het professionele gebruik van de werknemer (geëvalueerd op basis van de gemiddelde marktprijs of naar analogie van de gsm van werknemers die een gelijkaardige functie hebben)  aan de berekening van socialezekerheidsbijdragen onderworpen zijn.

Het fiscale aspect werd nog altijd niet gewijzigd. De actuele regel blijft dus geldig.

Het fiscale principe ter zake is dat de waarde van het voordeel gelijk is aan het bedrag dat de verkrijger in normale omstandigheden moet besteden om dergelijk voordeel te genieten. Bij de beoordeling van de waarde van het voordeel is de kostprijs voor de verstrekker in principe van ondergeschikt belang. Er wordt rekening gehouden met de prijs van de gsm of smartphone, de waarde van het abonnement, de facturen van de operator en met wat tussen werknemer en werkgever werd voorzien betreffende de gsm of smartphone.

De waarde van het voordeel mag worden verminderd met de persoonlijke bijdrage van de werknemer.

2. PC, tablet en internet

Inzake pc, tablet en internet heeft het Beheerscomité van de RSZ de wens uitgedrukt de forfaitaire bedragen naar beneden te herzien waarbij er wordt op toegezien dat de fiscale en sociale bepalingen ter zake op één lijn blijven. Hiervoor zijn besprekingen bezig met de belastingadministratie teneinde de wetgeving aan te passen. 

In afwachting hiervan past de RSZ nog altijd de bestaande wetgeving toe (forfaitaire bedragen van 15 en 5 EUR), maar met enkele nuances:

  • als een werkgever een pc en een tablet ter beschikking van zijn werknemer stelt, blijft het voordeel altijd beperkt tot 1 x 15 EUR per maand voor de 2 toestellen (en niet 2 x 15 EUR/maand);
  • in (uitzonderlijke) gevallen waarin de werkgever enkel een tablet ter beschikking stelt, moet de werkelijke waarde van het voordeel worden aangegeven en niet 15 EUR/maand;
  • voor vast internet: het voordeel blijft altijd beperkt tot 1 x 5 EUR, zelfs als er verschillende abonnementen bestaan, al dan niet in combinatie met mobiel internet.

We zullen u op de hoogte houden van de ontwikkelingen ter zake.