Recht op uitkeringen in overeenstemming gebracht met recht op tijdskrediet

Van 
84048

Inzake tijdskrediet zijn de regels betreffende de uitkeringen eindelijk gelijk aan de regels betreffende het recht op tijdskrediet. Er is dus geen discrepantie meer en dit vanaf 1 juni 2017.

Ter herinnering: op 20 december 2016 werd de cao nr. 103 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Tijdskrediet zonder motief werd afgeschaft en de duur van tijdskrediet voor de motieven 'zorg' werd verlengd (51 maanden).

Er was voorzien dat de nieuwe regels bepaald in cao nr. 103 in werking moesten treden op het ogenblik van inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot wijziging van de regels inzake uitkeringen en uiterlijk op 1 april 2017, dit om een verstoord evenwicht tussen het recht en de uitkeringen te vermijden. De onderbrekingsuitkeringen voor tijdskrediet met motief 'zorg' konden namelijk maar maximum 48 maanden worden toegekend (periode bepaald in het koninklijk besluit dat toen van kracht was).

Maar dit koninklijk besluit werd niet aangepast op 1 april 2017. Op 1 april 2017 was er dan ook een discrepantie tussen het recht op tijdskrediet en het recht op uitkeringen (zie ons artikel van 3 april 2017).

Op 1 juni 2017 werd het langverwachte koninklijk besluit eindelijk gepubliceerd. De regels inzake het recht op uitkeringen tijdskrediet zijn eindelijk dus dezelfde als de regels inzake het recht op tijdskrediet.

We overlopen de (ondertussen) op elkaar afgestemde regels …

1. Verlenging van tijdskrediet MET motief

Het recht op tijdskrediet (en op uitkeringen) bedraagt maximum 51 maanden voor de volgende motieven:

  • zorg voor een kind dat jonger is dan 8 jaar;
  • palliatieve zorgen;
  • bijstand of zorg verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid;
  • zorg voor een gehandicapt kind tot 21 jaar;
  • bijstand of zorg verlenen aan zijn zwaar ziek minderjarig kind.

De maximumduur van 36 maanden wordt dus enkel behouden voor tijdskrediet met motief om een opleiding te volgen.

2. Deeltijds werken bij twee werkgevers

Werknemers die twee deeltijdse jobs bij twee werkgevers combineren, kunnen tijdskrediet in de vorm van een 1/5 vermindering bekomen (met motief/eindeloopbaan).  

Hierbij moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd:

  • tegelijkertijd twee deeltijdse jobs bij twee werkgevers hebben;
  • de som van de arbeidsduur van de deeltijdse jobs is minstens gelijk aan een voltijdse job;
  • de werkgever bij wie de aanvraag wordt ingediend, moet zijn toestemming geven;
  • de vermindering van de prestaties moet overeenstemmen met een vermindering van 1/5 van de voltijdse arbeidsduur bij de werkgever bij wie de aanvraag wordt ingediend. Als de vermindering wordt genomen in de vorm van een vermindering bij beide werkgevers, wordt de vermindering proportioneel verdeeld tussen de twee werkgevers zodat ze samen een 1/5 loopbaanvermindering vormen. In dat geval moeten begin en duur van de twee verminderingen dezelfde zijn.

3. Nieuwe voorwaarde in geval van tijdskrediet met motief bijstand of zorg verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid

In het kader van tijdskrediet voor dit motief en om misbruik te vermijden, moet de behandelende arts voortaan op het attest vermelden dat de behoeften aan zorg werkelijk een loopbaanonderbreking, een halftijdse prestatievermindering of een vermindering met 1/5 vereisen.

4. Nieuwe verrekeningsregels

Wanneer een werknemer in het verleden al periodes van tijdskrediet heeft genoten, moet men kunnen bepalen op hoeveel maanden tijdskrediet hij nog recht heeft.

Voor de berekening van het krediet moet men in chronologische volgorde rekening houden met alle periodes van onderbreking of vermindering van de loopbaan en de periodes van tijdskrediet zonder motief (proportioneel) en met motief (in kalendermaanden). De eerste 12 maanden (in voltijds equivalent) tijdskrediet zonder motief worden niet verrekend.

Opmerking: de periodes van thematisch verlof worden niet verrekend op de maximumduur van 51 of 36 maanden tijdskrediet met motief.

5. Tijdskrediet eindeloopbaan: berekening van de 25 loopbaanjaren

In het kader van tijdskrediet eindeloopbaan is een beroepsverleden van 25 jaar als werknemer vereist. Met het oog op vereenvoudiging wordt voor de berekening van deze loopbaan dezelfde berekeningswijze gebruikt als in de werkloosheidsreglementering.

6. Inwerkingtreding

Voor het recht op tijdskrediet treden voornoemde regels in werking vanaf 1 april 2017.

Voor het recht op uitkeringen zijn ze van toepassing op alle aanvragen en verlengingsaanvragen van onderbreking of vermindering van de prestaties die vanaf 1 juni 2017 bij de werkgever worden ingediend.

Voor de aanvragen die vanaf 1 juni 2017 worden ingediend, kan het recht op onderbrekingsuitkeringen voor tijdskrediet met motief 'zorg' dus worden toegekend gedurende maximum 51 maanden.

Bron: Koninklijk besluit van 23 mei 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, BS 1 juni 2017.