Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge de terreurdreiging: een overzicht van de verschillende situaties

Van 
75469

Tijdens de nacht van 20 november 2015 werd in het Brusselse Gewest terreurdreiging 4 afgekondigd. Deze situatie hield aan tot donderdagavond 26 november 2015. Als gevolg hiervan stond de Brusselse economie even stil. Heel wat ondernemingen sloten voor een aantal dagen hun deuren, openbare activiteiten werden afgelast, er was hinder bij het openbaar vervoer, werknemers belden af omwille van angst, scholen en crèches sloten voor een aantal dagen waardoor werknemers met opvangproblemen te kampen hadden etc… Dit was niet alleen in Brussel het geval maar ook in Vilvoorde. In sommige van deze gevallen is er voor de werknemers recht op tijdelijke werkloosheidsuitkeringen wegens overmacht.

In ons artikel van 27 november jl. gaven wij u de laatste informatie mee die wij ontvingen in verband met de mogelijkheden om een beroep te doen op de tijdelijke werkloosheid ingevolge overmacht.

Op basis van bijkomende instructies die ons werd verstrekt door de Dienst Reglementering van de RVA geven wij u voor alle duidelijkheid nogmaals een overzicht van de verschillende situaties. Deze instructies gelden in eerste instantie voor de periode van zaterdag 21/11/2015 tot en met dinsdag 24/11/2015, behalve in uitzonderlijke situaties (bevel tot sluiten na deze datum, nog geen volledige hervatting van het openbaar vervoer, afschaffing evenementen op politiebevel, …) voor zover de onmogelijkheid tot werken vaststaat.

1. De onderneming heeft beslist om te sluiten

1.1       De onderneming werd verplicht om te sluiten

Werd de Brusselse of Vilvoordse onderneming verplicht om te sluiten, dan is er sprake van overmacht. Overmacht veronderstelt een plotse, onvoorzienbare gebeurtenis, onafhankelijk van de wil van de partijen, die de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdelijk volledig onmogelijk maakt. In dergelijk geval hebben de werknemers geen recht op loon. Zij zullen in principe wel recht kunnen hebben op tijdelijke werkloosheidsuitkeringen vanwege de RVA. De RVA publiceerde daaromtrent het volgend bericht op zijn site:

“Ingevolge een beslissing van de regering is het veiligheidsniveau in het Brussels Gewest sinds de nacht van vrijdag 20/11/2015 of zaterdag 21/11 vastgesteld op 4, het hoogst mogelijke niveau. In de rest van het land geldt niveau 3.

Ook werd beslist dat het metronetwerk en de scholen in Brussel op maandag 23/11/2015 gesloten blijven, net zoals crèches, winkelcentra, markten en sportcentra. Ook in Vilvoorde blijven de scholen gesloten. In de loop van maandagnamiddag wordt het dreigingsgevaar opnieuw geëvalueerd.

Deze situatie kan, voornamelijk in het Brussels Gewest en in Vilvoorde, en eventueel ook indirect op andere plaatsen, tot gevolg hebben dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst niet mogelijk is wegens overmacht. Heeft de werkloosheid betrekking op alle arbeidsuren van de betreffende dag, dan kan de werknemer in principe recht hebben op uitkeringen "tijdelijke werkloosheid".

De werkgever die tijdelijke werkloosheid wegens overmacht inroept moet dit mededelen aan de directeur van het bevoegde werkloosheidsbureau, overeenkomstig de uitleg opgenomen in het infoblad E24 (www.rva.be> documentatie: infobladen).

Uitleg voor de werknemer is opgenomen in de infobladen T32, T45, T50, T66 en T77  (www.rva.be> documentatie: infobladen)”.

Aangezien werd beslist om het veiligheidsniveau 4 in het Brusselse Gewest te handhaven tot donderdagavond 26/11/2015, mag ervan uitgegaan worden dat de ondernemingen die in deze regio verplicht werden te sluiten gedurende deze volledige periode, tot die datum gebruik kunnen maken van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

1.2.     De onderneming sluit op eigen initiatief

Heeft de Brusselse of Vilvoordse onderneming zelf de beslissing genomen om te sluiten op aanraden van de overheidsinstanties zonder daartoe verplicht te zijn, dan kan deze onderneming zich alsnog beroepen op de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. De RVA-instanties mochten ons dit berichten. Deze ondernemingen dienen daartoe een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij het bevoegde werkloosheidsbureau.

2. Ondernemingen die onrechtstreeks hinder ondervinden van de terreurdreiging

Sommige ondernemingen konden (een gedeelte van) hun personeel niet tewerkstellen als onrechtstreeks gevolg van de terreurdreiging. Dit is bijvoorbeeld het geval voor uitzendkantoren in het geval de gebruiker van hun uitzendkracht was gesloten of voor dienstverlenende bedrijven (o.a. schoonmaakbedrijven) omwille van de sluiting van hun klanten.

Ook deze bedrijven kunnen een beroep doen op de tijdelijke werkloosheid ingevolge overmacht voor hun personeel dat zij onrechtstreeks omwille van de terreurdreiging niet konden tewerkstellen. Zij dienen daartoe een gemotiveerde aanvraag te doen bij het bevoegde werkloosheidsbureau.

Daarnaast zijn er ook verschillende horecazaken (hotels, restaurants) en winkels die minder klanten over de vloer kregen en bijgevolg geen werk hadden voor hun voltallige personeel. Zij kunnen eveneens een beroep doen op de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht voor hun werknemers wiens arbeidsovereenkomst volledig werd geschorst mits een gemotiveerde aanvraag bij het bevoegde werkloosheidsbureau.

Voor de arbeiders wordt zelfs tijdelijke werkloosheid ingevolge economische redenen aanvaard met de mogelijkheid dat de directeur van het bevoegde werkloosheidsbureau kan afwijken van de termijn van mededeling (in principe minstens 7 dagen vooraf) en nog laattijdige mededelingen kan aanvaarden als zij betrekking hebben op periodes vóór 7 december 2015.

3. De werknemers die niet komen werken of te laat komen

3.1.      De werknemers die niet komen werken omwille van angst

In principe dienen deze werknemers hun contractuele verplichtingen te vervullen en dus te komen werken.

Anderzijds heeft de werkgever ook de verplichting om zijn personeel de nodige waarborgen te bieden op het vlak van veiligheid en gezondheid.

Bijgevolg is het aan te raden om, waar mogelijk, extra veiligheidsmaatregelen te voorzien en/of deze werknemers de mogelijkheid te bieden om thuis of elders te werken. Er kan ook in onderling akkoord worden afgesproken dat de werknemer verlof of inhaalrust opneemt.

3.2.     De werknemers die niet komen werken omdat zij geen opvang voor hun kind(eren) hebben

Wegens de terreurdreiging werden de Brusselse scholen en crèches verschillende dagen gesloten, net als de Vilvoordse scholen. Heel wat werknemers werden bijgevolg geconfronteerd met een opvangprobleem voor hun kind(eren).

Deze werknemers kunnen, mits akkoord van hun werkgever, hiervoor een dag verlof of inhaalrust nemen of een dag onbetaald familiaal verlof. Ook thuiswerk is een optie.

Toch aanvaardt de RVA in dergelijk geval ook tijdelijke werkloosheid wegens overmacht indien uit een verklaring van de werknemer blijkt dat het kinderen betreft die het kleuter- of het lager of het bijzonder onderwijs volgen met vermelding van de gegevens van de school, dat er geen alternatieven voorhanden waren en dat er voor die dagen geen loon werd ontvangen. De werkgever kan voor deze werknemers een gemotiveerde aanvraag indienen bij het bevoegde werkloosheidsbureau, vergezeld van de verklaring van de werknemer.

3.3.     De werknemers die niet komen werken wegens gebrek aan openbaar vervoer

Aangezien de terreurdreiging uitgebreid in de pers werd aangekondigd, kan er in principe geen sprake zijn van gewaarborgd dagloon.  Om recht te hebben op gewaarborgd dagloon moet de oorzaak van de afwezigheid zich voordoen op de weg naar het werk en niet vóór het vertrek van de werknemer. De werknemers werden dus geacht de nodige voorzorgen te nemen om alsnog op het werk te geraken.

Bovendien lag niet het volledige openbaar vervoer in Brussel lam. De metrostations waren gesloten maar bussen en trams op het bovengrondse net reden wel, net als de treinen in de stations Brussel-Noord, Brussel-Centraal en Brussel-Zuid.

In principe dienen deze werknemers hun contractuele verplichtingen te vervullen en dus te komen werken. Er kan ook in onderling akkoord worden afgesproken dat de werknemer verlof of inhaalrust opneemt.

Enkel wanneer de werknemer kan aantonen dat hij er werkelijk alles aan heeft gedaan om het werk te bereiken maar dit onmogelijk was, kan de werkgever zich voor deze werknemer beroepen op tijdelijke werkloosheid ingevolge overmacht. De werkgever moet daartoe een gemotiveerde aanvraag indienen bij het bevoegde werkloosheidsbureau, vergezeld van een verklaring van de werknemer waaruit blijkt dat, rekening houdend met de afstand tussen zijn woonplaats en plaats van tewerkstelling én met de afwezigheid van alternatieve vervoermiddelen, het voor de werknemer redelijkerwijs niet mogelijk was om op de werkplaats te geraken.

3.4.     De werknemers die te laat op het werk aankomen

In het geval werknemers te laat komen, zal er in principe geen recht zijn op gewaarborgd dagloon.

De werknemer die aanspraak wil maken op gewaarborgd loon zal moeten aantonen dat hij alle redelijke inspanningen heeft geleverd om de werkplaats te bereiken maar dat hij deze ondanks al die inspanningen toch niet tijdig heeft kunnen bereiken.

Er zal in dit geval geen recht zijn op tijdelijke werkloosheidsuitkeringen wegens overmacht aangezien dergelijke uitkeringen alleen kunnen worden toegekend voor volledige dagen onderbreking.

4. De werknemers die op uitdrukkelijke vraag van hun werkgever thuis moeten blijven en de werknemers die prestaties leveren

De werknemers die niet moeten komen werken op uitdrukkelijke vraag van hun werkgever hebben recht op hun gewone loon, net zoals de werknemers die wel komen werken, op hun normale werkplaats, elders of thuis.