werkbaar en wendbaar werk: plus minus conto

Van 
83091

De wet betreffende werkbaar en wendbaar werk is op 15 maart 2017 verschenen in het Belgisch Staatsblad. Een van de nieuwe maatregelen die op 1 februari 2017 in werking treedt, heeft betrekking op plus minus conto.

Het stelsel van plus minus conto, momenteel nog uitsluitend beperkt tot de auto-industrie, kan vanaf 1 februari 2017 uitgebreid worden naar alle sectoren die onderhevig zijn aan internationale concurrentie, zowel in de industrie als in de diensten.

Wat is het plus minus conto?

Het plus minus conto is een regeling die in de automobielsector van toepassing is en de werkgevers van deze sector toestaat hun werknemers werkroosters met maximum 10 uur per dag en 48 uur per week te laten presteren. In deze regeling is de referteperiode voor de naleving van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uren per week uitgebreid tot maximum 6 jaar.

Uitbreiding naar alle bedrijfssectoren die onderhevig zijn aan internationale concurrentie

De wet betreffende werkbaar en wendbaar werk breidt het plus minus conto voortaan uit naar alle bedrijfssectoren die onderhevig zijn aan internationale concurrentie, zowel in de industrie als in de diensten. Deze sectoren moeten productie- of ontwikkelingscycli van meer dan een jaar hebben die het arbeidsvolume beïnvloeden en de vraag naar een nieuw ontwikkeld product of een nieuw ontwikkelde dienst moet sterk variëren. Bovendien moet de annualisering van de arbeidsduur in deze sectoren economisch onmogelijk zijn. 

Hoe het plus minus conto invoeren?

In deze sectoren wordt het dus mogelijk om de daggrens bij sector-cao vast te stellen op maximum 10 uur, de weekgrens op maximum 48 uur en de referteperiode voor de naleving van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur (vb. 38 uur) tot maximum 6 jaar uit te breiden.  De   sector-cao kan ook het aantal uren overschrijding voor de interne grens vaststellen en een minimumtermijn bepalen voor de bekendmaking van de gewijzigde werkroosters.

Zodra het plus minus conto via een sector-cao in uw sector wordt toegestaan, kunt u dit systeem bij ondernemings-cao invoeren in uw onderneming. U moet deze cao afsluiten met alle vakorganisaties die in de vakbondsafvaardiging van uw onderneming vertegenwoordigd zijn of, bij ontstentenis hiervan, met alle vakorganisaties die in het paritair comité vertegenwoordigd zijn.

Uw ondernemings-cao moet duidelijk vermelden dat uw onderneming wel degelijk voldoet aan voormelde wettelijke voorwaarden voor de invoering van het plus minus conto. Ze moet ook het nagestreefde doel vermelden, namelijk het behoud en de groei van de tewerkstelling.

Uw ondernemings-cao moet de volgende gegevens bepalen:

  • de dag- en weekgrens;
  • het begin en de duur van de referteperiode voor de naleving van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur (vb. 38 uur);
  • de interne grens;
  • de werkroosters, de wijze van verandering van werkrooster, de termijn en de wijze van bekendmaking van de werkroosters aan de werknemers.

De bepalingen van uw ondernemings-cao worden in uw arbeidsreglement opgenomen vanaf de neerlegging van de cao op de griffie van de FOD Werkgelegenheid.

Maximumgrenzen van de werkroosters en referteperiode

Zodra het plus minus conto in uw onderneming is ingevoerd, kunt u uw werknemers werkroosters met maximum 10 uur per dag en 48 uur per week laten presteren.

U moet de vastgestelde interne grens naleven en inhaalrust toekennen om de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur na te leven over de referteperiode die u tot maximum 6 maanden hebt uitgebreid binnen de grenzen bepaald door de sector-cao.  

Welk loon betalen aan uw werknemers?

Op het einde van elke loonperiode betaalt u aan uw werknemers het normale loon dat overeenstemt met 38 uur per week, ongeacht de omvang van hun prestaties.       

Mits naleving van gemiddeld 38 uur per week over de referteperiode betaalt u geen overloon aan uw werknemers.

U kunt een werknemer niet tijdelijk werkloos stellen zolang zijn prestaties de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur overschrijden over de periode die de voorgenomen schorsing voorafgaat. U moet hem dus vooraf alle inhaalrust toekennen waarop hij recht heeft voor de uren die hij meer gepresteerd heeft  alvorens hem tijdelijk werkloos te kunnen stellen.

Op het einde van de referteperiode of bij het einde van de arbeidsovereenkomst blijft het betaalde loon verworven voor de werknemer als hij minder uren heeft gepresteerd dan het wekelijks gemiddelde van 38 uur. Bij overschrijding van het wekelijks gemiddelde van 38 uur moet u hem daarentegen het verschuldigde loon betalen voor de uren die hij meer heeft gepresteerd.

Uw werknemers moeten maandelijks (op papier of elektronisch) informatie krijgen over de stand van hun prestaties ten opzichte van de normale wekelijkse arbeidsduur.

Bron: wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk (BS van 15 maart 2017)