105 Protocol van sectoraal akkoord 2019-2020

Op 5 juli 2019 werd in het Paritair comité voor de non-ferro metalen (PC 105) een ontwerp van sectoraal akkoord 2019-2020 gesloten.

We vestigen uw aandacht op de volgende voordelen die in het kader van dit akkoord aan de werknemers  moeten worden toegekend.

Loonsverhoging (tenzij alternatieve besteding)

• Vanaf 1 mei 2019 worden de effectieve bruto-uurlonen en de niet in procent uitgedrukte ploegenpremies verhoogd met 1,1 % behalve in ondernemingen waar de enveloppe van  1,1% op alternatieve wijze wordt toegekend via de volgende procedure:
  • Voor ondernemingen met een vakbondsafvaardiging:
    • de werkgever en alle in de vakbondsafvaardiging van de onderneming vertegenwoordigde vakorganisatie moeten uiterlijk op 30 juni 2019 ermee akkoord gaan om te onderhandelen over een alternatieve besteding van de ondernemingsenveloppe;
    • dit akkoord moet leiden tot een collectieve arbeidsovereenkomst die uiterlijk op 15 juli 2019 wordt afgesloten.
  • Voor ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging:
    • de werkgever en alle arbeiders van de onderneming moeten uiterlijk op 30 juni 2019 ermee akkoord gaan om te onderhandelen over een alternatieve besteding van de ondernemingsenveloppe;
    • dit akkoord moet leiden tot een ondernemingsakkoord (gevalideerd door het paritair comité) of een ondernemings-cao die uiterlijk op 15 juli 2019 wordt afgesloten.

Ecocheques - mogelijkheid tot  alternatieve besteding

• Voor wie?

  • Ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de cao van 21 maart 2014 vallen, moeten ecocheques toekennen aan hun arbeiders. Zie onze sectorale documentatie hoofdstuk 54 voor nadere gegevens over het toepassingsgebied van de cao.

• Welke mogelijkheid?

  • Ondernemingen die de sectorale regeling inzake ecocheques volgen kunnen kiezen voor een alternatieve en gelijkwaardige besteding van onbepaalde duur van de ecocheques. De alternatieve besteding is gebaseerd op een bedrag van € 250 per arbeider en per jaar (met inbegrip van werkgeverskosten en -lasten, behalve administratieve kosten).

• Welke procedure?

  • Akkoord of collectieve arbeidsovereenkomst vóór 15 juli 2019. Zie procedure vermeld in bovenstaand punt.

Verhoging van het gewaarborgd minimumloon

• Vanaf 1 mei 2019 wordt het gewaarborgd minimumloon verhoogd met 1,1 % en geïndexeerd met  2,07%.

Loondegressiviteit jongeren

• De loondegressiviteit voor jongeren die op de arbeidsmarkt komen en jonger dan 21 jaar zijn, wordt niet opnieuw ingevoerd in de sector.

Variabele bonus (ROCE)

De schalen voor de toekenning van het voordeel werden in de volgende zin gewijzigd:

Vervoerskosten

Fiets

Fietsvergoeding: optrekking tot 150 % van het sociaal abonnement Als de arbeider de fiets gebruikt voor de volledige afstand tussen zijn woonplaats en de onderneming, dan bedraagt de tussenkomst van de onderneming voor deze dagen 150% van de prijs van de treinkaart op maandbasis vanaf 1 juli 2019.

Privévervoer

De geïndexeerde bedragen van de werkgeverstussenkomst in de kosten voor privévervoer worden verhoogd met 1,1% vanaf 1 juli 2019.

Bestaanszekerheid

Tijdelijke werkloosheid

Voor de periode 2019-2020 wordt de teller op nul gezet als de individuele arbeider geen economische werkloosheid kent gedurende een ononderbroken periode van 9 maanden.

Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt verhoogd met 1,1% vanaf 1 mei 2019:

• Economische redenen of technische stoornis

• Slecht weer, sluiting tijden de jaarlijkse vakantie en tijdelijke overmacht

Andere bedragen inzake bestaanszekerheid worden geïndexeerd op 1 mei 2019 en 1 mei 2020.

Werkzekerheid

De werkzekerheidsclausule wordt verlengd tot 30 juni 2021.

Vorming

Risicogroepen

De bepalingen inzake risicogroepen worden verlengd voor de periode van 1 januari 2019 tot 30 juni 2021.

De bijdrage blijft vastgesteld op 0,1%

Permanente vorming

• Verhoging van de vormingsinspanning tot gemiddeld 4 vormingsdagen per jaar per voltijds equivalent in 2019-2020
• Verhoging van de vormingsinspanning tot gemiddeld 5 vormingsdagen per jaar per voltijds equivalent vanaf 2021.

Responsabilisering bij de jaarlijkse loopbaangesprekken

• Recht voor de arbeider om een jaarlijks loopbaangesprek te vragen
• Procedure ingesteld voor elke arbeider (of uitzendkrachten die minstens 6 maanden in de onderneming hebben gewerkt) die tijdens het kalenderjaar geen werkgerelateerde opleiding heeft gevolgd.

SWT

Voor de periode van 1 januari 2019 tot 30 juni 2021:

• SWT vanaf 59 jaar voor arbeiders met minstens 33 loopbaanjaren en
  • hetzij 20 jaar in een arbeidsregeling met nachtarbeid;
  • hetzij in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar tijdens de laatste 10 kalenderjaren of minstens 7 jaar tijdens de laatste 15 kalenderjaren.
• SWT vanaf 59 jaar voor arbeiders met minstens 35 loopbaanjaren waarvan minstens 5 jaar tijdens de laatste 10 kalenderjaren of minstens 7 jaar tijdens de laatste 15 kalenderjaren in een zwaar beroep.
• SWT vanaf 59 jaar voor arbeiders met minstens 40 loopbaanjaren.

Tijdskrediet en prestatievermindering

Tijdskrediet met motief (voltijds en halftijds)

Voltijds en halftijds tijdskrediet met motief gedurende:

• 36 maanden voor het motief ‘opleiding’
• 51 maanden voor het motief 'zorg'.

Landingsbaan vanaf 50 jaar na 28 loopbaanjaren

Werknemers van minstens 50 jaar met 28 loopbaanjaren hebben het recht om hun arbeidsprestaties met 1/5 te verminderen.

Landingsbaan na een lange loopbaan of zwaar beroep

Voor de periode 2019-2020 hebben werknemers met een lange loopbaan of een zwaar beroep recht op:

• een landingsbaan 1/5 met uitkeringen vanaf 55 jaar;
• een halftijdse landingsbaan met uitkeringen vanaf 57 jaar.

Premies Vlaams Gewest

Arbeiders die onder het paritair comité voor de non-ferro metalen ressorteren en tewerkgesteld zijn in het Vlaamse Gewest kunnen tot 30 juni 2021 gebruikmaken van aanmoedigingspremies in het kader van het zorg- en het opleidingskrediet en van de aanmoedigingspremie voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering.

Eengemaakt werknemersstatuut

• de sectorale werkgroep inzake het eenheidsstatuut van de werknemer zet zijn werkzaamheden verder;
• herinnering aan de ondernemingen: de ondernemingen zijn verplicht het aanvullend pensioen uiterlijk  tegen  1 januari 2025 te harmoniseren en worden aanbevolen een paritaire inventaris op te maken van de verschillen in loon- en arbeidsvoorwaarden tussen arbeiders en bedienden.

Arbeidsorganisatie

Individueel overurenkrediet

Het individueel overurenkrediet van 100 uur kan tot 30 juni 2020 worden  opgetrokken tot maximum 360 uur per kalenderjaar via een cao op ondernemingsvlak ondertekend door alle vakorganisaties die in de vakbondsafvaardiging vertegenwoordigd zijn.

Quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van inhaalrust

De arbeiders hebben tot 30 juni 2021 de mogelijkheid om te kiezen voor de betaling van overuren verricht  in het kader van een buitengewone vermeerdering van werk of een onvoorziene noodzaak en dit voor maximum 143 uur per jaar.

Werkbaar werk

Klein verlet

Ter gelegenheid van het overlijden van een kind van de werknemer of zijn echtgenoot hebben de arbeiders het recht om van het werk afwezig te zijn met behoud van hun normaal loon gedurende vijf dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint op de dag vóór het overlijden en eindigt 30 dagen na het overlijden.

Loopbaanverlof

Vanaf 1 januari 2019 heeft elke arbeider recht op:

• 1 dag extralegaal verlof per jaar wanneer hij de leeftijd van 55 jaar bereikt;
• 2 extralegale verlofdagen per jaar wanneer hij de leeftijd van 58 jaar bereikt;
• 3 extralegale verlofdagen per jaar zodra hij de leeftijd van 60 jaar bereikt.

Sociale vrede

De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede in acht te nemen tot het einde van deze overeenkomst.

Voor meer informatie, zie het hoofdstuk 01 van de sectorale documentatie.